Als u zich genoodzaakt ziet om onder de
●
wagen werkzaamheden uit te voeren, zet hem
dan met stroppen en bokken vast zodat hij
niet kan bewegen. De krik is hier niet ge-
schikt voor en kan loskomen, wat tot ernstige
verwondingen zou kunnen leiden.
ATTENTIE
Het werken in de motorruimte houdt allerlei
risico's in en kan ernstige verwondingen ver-
oorzaken.
●
Bij alle werkzaamheden dient u uiterst
voorzichtig te zijn en de algemene veilig-
heidsvoorschriften na te leven. Neem nooit
persoonlijke risico's.
Werk nooit aan de motor en in de motor-
●
ruimte als u niet vertrouwd bent met de ver-
eiste werkzaamheden. Als u niet zeker bent
van de werkwijze, dient u de vereiste werk-
zaamheden te laten uitvoeren in een gespeci-
aliseerde werkplaats. Het op ongeschikte wij-
ze uitvoeren van werkzaamheden kan ernsti-
ge verwondingen tot gevolg hebben.
Nooit de motorkap openen of sluiten als u
●
ziet dat er stoom of koelvloeistof uitkomt. Die
kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Wacht steeds tot u niet langer stoom of koel-
vloeistof uit de motorruimte ziet of hoort ko-
men.
Laat de motor steeds afkoelen alvorens u
●
de motorkap opent.
Controleren en bijvullen
Het contact met de warme onderdelen van
●
de motor of het uitlaatsysteem kan brand-
wonden aan de huid veroorzaken.
Voer na het afkoelen van de motor het vol-
●
gende uit alvorens de motorkap te openen:
Schakel de elektronische parkeerrem in
–
en plaats de keuzehendel in de stand P,
of de versnellingshendel in neutrale
stand.
Trek de sleutel uit het contact.
–
Houd kinderen altijd uit de buurt van de
–
motorruimte en laat ze nooit zonder toe-
zicht achter.
●
Bij warme of hete motor staat het koelsys-
teem onder druk. De vuldop van het koel-
vloeistofexpansiereservoir niet openen zo-
lang de motor warm is. Anders kan de koel-
vloeistof met hoge druk vrijkomen en brand-
wonden en ernstig letsel veroorzaken.
Draai de dop langzaam en zeer voorzich-
–
tig linksom los, terwijl u hem lichtjes
naar onderen drukt.
Bescherm steeds uw gezicht, handen en
–
armen tegen hete koelvloeistof of stoom
met een grote en dikke doek.
●
Wanneer u vloeistoffen bijvult, zorg ervoor
dat ze niet gemorst kunnen worden op onder-
delen van de motor of het uitlaatsysteem. Ge-
morste vloeistoffen kunnen brand veroorza-
ken.
ATTENTIE
De hoogspanning van de elektrische installa-
tie kan schokken, brandwonden en levensbe-
dreigend letsel veroorzaken!
●
Veroorzaak nooit een kortsluiting in de
elektrische installatie. De accu kan explode-
ren.
●
Neem om het risico op elektrische schok-
ken met ernstige gevolgen tot een minimum
te beperken terwijl de motor draait of gestart
wordt, het volgende in acht:
Raak nooit de elektrische kabels van het
–
ontstekingssysteem aan.
Nooit de elektrische kabels of aansluitin-
–
gen van de gasontladingslampen aanra-
ken.
ATTENTIE
In de motorruimte bevinden zich draaiende
delen die ernstige verwondingen kunnen ver-
oorzaken.
Steek uw hand nooit in of in de buurt van
●
de koelluchtventilator. Als u de rotorbladen
aanraakt, kunt u ernstig gewond raken. De
ventilator start op grond van de temperatuur
en kan plotseling in werking treden, zelfs
wanneer het contact is uitgeschakeld en de
sleutel uit het contactslot is getrokken.
Als er werkzaamheden aan de motor moe-
●
ten worden uitgevoerd terwijl er wordt gestart
of terwijl de motor draait, bestaat er levens-
bedreigend gevaar door draaiende delen
»
231