"ingereden" worden. U kunt de mindere rem-
capaciteit vergroten door het rempedaal
krachtiger in te trappen.
Om te voorkomen dat u de controle over uw
●
wagen verliest en daardoor ernstige ongeval-
len kunt veroorzaken, moet u de voorzorgs-
maatregelen met betrekking tot het gebruik
van nieuwe remblokken in acht nemen.
●
Neem tijdens het inrijden van de nieuwe
remblokken een veilige afstand tot andere
wagens in acht en vermijd situaties waarin u
veel van de remmen moet eisen.
ATTENTIE
Als de remmen heet worden, remmen ze min-
der goed en neemt de remweg toe.
●
Tijdens het rijden op hellingen worden de
remmen met name overbelast en worden ze
snel heet.
●
Verlaag de snelheid of schakel terug voor
lange en steile hellingen. Op deze wijze
maakt u gebruikt van de remmende werking
van de motor en belast u het remsysteem
minder.
Voorspoilers die niet af fabriek gemonteerd
●
zijn of die beschadigd zijn, kunnen ertoe lei-
den dat er minder lucht bij de remmen komt
en dat de remmen oververhit raken.
150
Bedienen
ATTENTIE
Als de remmen nat of koud zijn of als er een
zoutlaag op de remblokken zit, dan remt de
wagen later en neemt de remweg toe.
●
Probeer de remmen voorzichtig uit.
Droog de remmen altijd en verwijder ijs en
●
zout door zacht enkele keren te remmen als
het weer, het wegdek en het verkeer dat toe-
laten.
ATTENTIE
Als u zonder rembekrachtiger rijdt, neem de
remweg aanzienlijk toe, wat ernstige onge-
vallen tot gevolg kan hebben.
●
Laat de wagen nooit vooruit rijden terwijl
de motor uitstaat.
●
Als de rembekrachtiger niet werkt of de wa-
gen gesleept moet worden, moet u het rem-
pedaal krachtiger intrappen omdat de rem-
weg groter wordt als de rembekrachtiger niet
werkt.
VOORZICHTIG
●
Laat de remmen nooit "aanlopen" door het
rempedaal langdurig licht in te trappen als u
niet echt hoeft te remmen. Als u het rempe-
daal constant intrapt, worden de remmen
heet. Hierdoor kan het remvermogen aan-
zienlijk verminderen, de remweg toenemen of
het remsysteem helemaal beschadigd raken.
●
Verlaag de snelheid of schakel terug voor
lange en steile hellingen. Op deze wijze
maakt u gebruikt van de remmende werking
van de motor en belast u het remsysteem
minder. Als u dit niet doet, kunnen de rem-
men te heet worden en niet meer goed wer-
ken. Gebruik de remmen alleen wanneer u
snelheid wilt minderen of om de wagen stil te
zetten.
Let op
Als u de voorste remblokken laat controleren,
maak dan van de gelegenheid gebruik door
tegelijkertijd de achterste remblokken te la-
ten controleren. U kunt de dikte van de rem-
blokken regelmatig visueel controleren via de
openingen in de wielen of via de onderkant
van de wagen. Bouw indien nodig de wielen
uit om de remblokken goed te kunnen contro-
leren. SEAT raadt u aan de Technische Dienst
te raadplegen.
Schakelen
Inleiding tot thema
Wanneer de achteruitversnelling en het
contact ingeschakeld zijn, gebeurt het
volgende:
●
Achteruitrijverlichting gaat branden.
Als u achteruitrijdt, schakelt de airconditio-
●
ning automatisch over op de luchtcirculatie-
modus.