Instrumenten- en schakelaarverlichting
1
Bij ingeschakelde verlichting kunt u de sterk-
te van de instrumenten- en schakelaarverlich-
ting regelen door schakelaar
62
te draaien.
1
Lichtbundel-hoogteverstelling
2
De lichtbundel-hoogteverstelling
ding 62
past zich afhankelijk van de waar-
2
de van de lichtbundel van de koplampen aan
de beladingstoestand van de wagen aan.
Hierdoor heeft de bestuurder een zo goed
mogelijk zicht terwijl tegenliggers niet wor-
›››
den verblind
.
U kunt de koplampen alleen verstellen als
het dimlicht aan staat.
Draai voor afstellen de knop
:
2
Waarde
Beladingstoestand
–
Voorstoelen bezet en bagageruimte leeg
1
Alle plaatsen bezet en bagageruimte leeg
Alle plaatsen bezet en bagageruimte vol.
2
Met aanhangwagen met minimale kogeld-
ruk
Alleen de bestuurdersstoel bezet en baga-
3
geruimte vol. Rijden met aanhangwagen
met maximale kogeldruk.
a)
Indien de beladingstoestand van de wagen niet in het over-
zicht voorkomt, kunnen ook tussenstanden geselecteerd wor-
den.
84
Dynamische lichtbundel-hoogteverstelling
De regelaar
dynamische lichtbundel-hoogteverstelling.
›››
Afbeelding
De lichtbundel wordt automatisch aan de be-
ladingstoestand van de wagen aangepast
wanneer de koplampen worden ingescha-
keld.
›››
Afbeel-
ATTENTIE
Zware voorwerpen in de wagen kunnen er de
oorzaak van zijn dat de koplampen andere
weggebruikers verblinden en afleiden. Dit
kan ernstige ongevallen tot gevolg hebben.
●
Pas de lichtbundel aan de beladingstoe-
stand van de wagen aan zodat de overige
weggebruikers hierdoor niet verblind worden.
›››
Afbeelding 62
Binnenverlichting en leeslampjes
a)
van de wagen
Toets /
stand
Bedienen
is vervangen bij wagens met
2
Functie
Schakelt de binnenverlichting uit.
Schakelt de binnenverlichting in.
Toets /
Functie
stand
Schakelt het portiercontact (middenstand)
in.
De binnenverlichting gaat automatisch aan
wanneer de wagen ontgrendeld, een por-
tier geopend of de sleutel uit het contact-
slot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar seconden
uit nadat alle portieren gesloten zijn, de
wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
Verlichting van de opbergvakken en van de
bagageruimte
Bij het openen of sluiten van het dashboard-
kastje en de achterklep gaat automatisch een
lampje aan en uit.
Sfeerverlichting
De interieurverlichting in het voorste deel van
de hemelbekleding verlicht de bedieningsor-
ganen van de middenconsole van boven af
wanneer het stads- of het dimlicht branden.
Ook kan de handgreep in de portierlijst wor-
den verlicht.
Let op
De leeslampjes gaan uit als de wagen wordt
vergrendeld of na een paar minuten nadat de