Download Print deze pagina

Seat Alhambra 2014 Instructieboekje pagina 170

Advertenties

Voorwaarden voor automatisch opnieuw
starten
De motor wordt automatisch gestart als aan
de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Als het interieur te warm of te koud wordt.
Als de wagen in beweging wordt gezet.
Als de spanning van de wagenaccu af-
neemt.
Voorwaarden die ervoor zorgen dat de wagen
met de sleutel gestart moet worden
De motor moet handmatig worden gestart als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Als de bestuurder de veiligheidsgordel af-
doet.
Als het bestuurdersportier geopend wordt.
Als de motorkap geopend wordt.
Bij wagens met handgeschakelde versnel-
lingsbak: als een versnelling ingeschakeld is.
Start-Stop-functie handmatig in- en
uitschakelen
Druk de knop
op de middenconsole
›››
Afbeelding 136
in.
Als de Start-Stop-functie uitgeschakeld is,
brandt het controlelampje in de toets.
Als de wagen in de Stop-modus staat wan-
neer de functie handmatig wordt uitgescha-
168
Bedienen
keld, dan wordt de motor onmiddellijk ge-
start.
ATTENTIE
Als de motor uitgeschakeld is, werken de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
niet.
Laat de wagen nooit bewegen wanneer de
motor uitstaat.
VOORZICHTIG
Als de Start-Stop-functie gedurende een lan-
ge tijd bij een zeer hoge buitentemperatuur
gebruikt wordt, kan de wagenaccu bescha-
digd raken.
Let op
U moet dan in sommige gevallen de motor
handmatig met de sleutel starten. Let op het
daarbij behorende bericht in het display in
het instrumentenpaneel.
Als het stuurwiel verder dan 270° verdraaid
is, wordt niet gestopt, maar de stuurhoek be-
invloedt het wegrijden van de wagen niet.
Parkeerhulp*
Inleiding tot thema
De parkeerhulp helpt de bestuurder bij het
inparkeren. Als de wagen een obstakel van
voren of achteren nadert, weerklinkt afhanke-
lijk van de afstand een hoger of lager klin-
kend intermitterend geluidssignaal. Hoe kor-
ter de afstand, des te korter het geluidsinter-
val. Indien u te dicht bij het obstakel komt,
weerklinkt een continu geluidssignaal.
Als u nog dichter bij het obstakel komt en het
signaal ononderbroken hoorbaar is, kan het
systeem de afstand niet meer meten.
De sensoren in de bumper verzenden en ont-
vangen ultrafrequente signalen. Zolang de ul-
trafrequente signalen duren (zenden, weer-
kaatsen en ontvangen), berekent het sys-
teem constant de afstand tussen de bumper
en het obstakel.
ATTENTIE
De parkeerhulp en het optische parkeersys-
teem kunnen de oplettendheid van de be-
stuurder niet vervangen.
De sensoren hebben dode hoeken waarin
personen en objecten niet kunnen worden
waargenomen.
Houd de omgeving van de wagen altijd in
de gaten omdat de sensoren niet altijd kleine
kinderen, dieren of voorwerpen detecteren.
Het oppervlak van bepaalde voorwerpen en
kleding weerkaatsen de signalen van de par-
keerhulpsensoren niet. Het systeem kan deze
voorwerpen en personen met de genoemde
kleding niet of niet goed detecteren.

Advertenties

loading