Download Print deze pagina

Seat Alhambra 2014 Instructieboekje pagina 190

Advertenties

Bandenspanningscontrole-
systeem
Inleiding tot thema
De bandenspanningsindicator controleert tij-
dens het rijden met behulp van de ABS-sen-
soren de bandenspanning van de vier ban-
den. De sensoren controleren de afrolomtrek
en de trillingen van elke band. De banden-
spanningsindicator geeft tijdens het rijden
een waarschuwing af als het systeem een
aanzienlijke daling van de bandenspanning
in een of meer van de banden waarneemt.
Het systeem waarschuwt u over de daling van
de bandenspanning via het lampje , in
combinatie met een akoestisch signaal, en
een tekstbericht in het display van het instru-
mentenpaneel. Als u het bestuurdersportier
opent, vindt u aan de binnenkant van de stijl
een sticker waarop de vulspanning van de
banden wat maximaal toelaatbare belasting
per goedgekeurde band voor de wagen in
kwestie betreft, vermeld staat. Als u op de in-
stelknop van de bandenspanningsindicator
drukt, kunt u de bandenspanning vergelijken
zodat de te controleren bandenspanning
overeenkomt met de huidige bandenspan-
›››
ning
pagina
190.
Toepasselijk gebruik van instelknop
na
190.
188
Bedienen
ATTENTIE
Als u de wielen en banden verkeerd gebruikt,
kan de bandenspanning plotseling afnemen,
het loopvlak loslaten of de band zelfs explo-
deren.
Controleer de bandenspanning regelmatig
en zorg dat de banden altijd tot de aangege-
ven bandenspanning gevuld zijn. Als de ban-
denspanning te laag is, kunnen de banden te
heet worden en kunnen de loopvlakken losla-
ten en zelfs exploderen.
Als de banden koud zijn, moet u ervoor zor-
gen dat de bandenspanning altijd gelijk is
aan de bandenspanning die op de sticker ver-
›››
meld is
pagina
252.
Controleer wanneer de banden koud zijn re-
gelmatig de bandenspanning. Pas indien no-
dig de bandenspanning van de op de wagen
ingebouwde banden aan aan die van de ban-
denspanning bij koude banden.
Controleer regelmatig of de banden slijtage
vertonen of beschadigd zijn.
Overschrijd nooit de snelheid en maximum
toelaatbare belasting voor het type band van
uw wagen.
ATTENTIE
Als u de instelknop van de bandenspannings-
indicator niet correct gebruikt, is het moge-
›››
lijk dat de indicator verkeerde waarschuwin-
pagi-
gen afgeeft, of dat, ook al bestaat er het risi-
co dat de bandenspanning te laag is, dit niet
›››
aanduidt
pagina
190.
VOORZICHTIG
Als de ventieldoppen niet geplaatst zijn,
kunnen de ventielen van de banden bescha-
digd raken. Zorg er daarom voor dat de ven-
tieldoppen dezelfde zijn als de ventieldoppen
uit de serie en dat ze correct vastgeschroefd
zijn. Gebruik geen metalen ventieldoppen
›››
pagina
190.
Beschadig de ventielen niet wanneer u de
›››
banden wisselt
pagina
190.
Milieu-aanwijzing
Als de bandenspanning te laag is, neemt het
brandstofverbruik en slijtage van de banden
toe.
Let op
Vertrouw niet alleen maar op het banden-
spanningscontrolesysteem. Controleer de
banden regelmatig om er zeker van te zijn dat
de bandenspanning correct is en dat de ban-
den niet beschadigd zijn (steken, sneden,
scheuren en bulten). Haal het voorwerp uit de
band, mits dit niet in de band zelf vastzit.
Het bandenspanningscontrolesysteem is in
de fabriek ingesteld op de aanbevolen ban-
denspanning. Deze vindt u op de sticker aan
›››
de binnenkant van de stijl
Afbeelding
175.

Advertenties

loading