Probeer de achterklep opnieuw te sluiten.
Openen of sluiten van achterklep
onderbreken
Het openen of sluiten van de achterklep kan
gestopt worden door een van de knoppen
in te drukken. Telkens wanneer een van de
knoppen
wordt ingedrukt, wordt de ach-
terklep naar de beginpositie verplaatst.
Daarna kan de achterklep handmatig verder
worden geopend of gesloten. Hiervoor is
meer krachtsinspanning nodig.
Openingshoek in geheugen opslaan
De achterklep moet minimaal voor de helft
geopend zijn om een openingshoek in het
geheugen te kunnen opslaan.
Stop het openen op de gewenste ope-
●
›››
ningspositie
pagina
73.
Houd bij een geopende achterklep de knop
●
›››
Afbeelding 55
ten minste 3 seconden in-
gedrukt. De openingshoek wordt in het ge-
heugen opgeslagen.
Als het opslaan in het geheugen voltooid is,
wordt dit bevestigd door knipperende alarm-
lichten en een akoestisch signaal.
Om de achterklep opnieuw helemaal te ope-
nen, moet de openingshoek opnieuw in het
geheugen worden opgeslagen.
Openen en sluiten
●
Ontgrendel de achterklep en open de ach-
terklep tot de in het geheugen opgeslagen
hoogte.
●
Trek de achterklep handmatig omhoog tot
het hoogste punt. Hiervoor is meer krachtsin-
spanning nodig.
●
Houd bij een geopende achterklep de knop
›››
Afbeelding 55
ten minste 3 seconden in-
gedrukt.
●
De in de fabriek ingestelde openingshoek
wordt opnieuw ingesteld.
ATTENTIE
Als de achterklep op de verkeerde manier of
op een onbeheerste manier gesloten wordt,
kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
●
Laat de wagen nooit onbeheerd achter en
laat nooit kinderen in of rondom de wagen
spelen, met name als de achterklep geopend
is. Kinderen kunnen in de bagageruimte klim-
men, de achterklep sluiten en opgesloten ko-
men te zitten. In een afgesloten wagen kan
het, afhankelijk van het jaargetijde, zo ex-
treem warm of koud worden dat dit tot ern-
stig letsel, ziekte of zelfs de dood kan leiden.
ATTENTIE
Het is mogelijk dat de achterklep niet volle-
dig geopend wordt, of dat als de achterklep
geopend is, deze uit zichzelf gesloten wordt
als er een grote hoeveelheid sneeuw op de
achterklep aanwezig is, of een dakdragersys-
teem gemonteerd is. In dit geval moet de ach-
terklep daarnaast ook vastgezet worden.
VOORZICHTIG
Controleer, wanneer u met een aanhangwa-
●
gen rijdt, of er voldoende vrije ruimte aanwe-
zig is op de achterklep te kunnen openen of
sluiten.
●
Verwijder voor het openen van de achter-
klep eerst het gemonteerde dakdragersys-
teem, bijvoorbeeld een fietsenrek.
VOORZICHTIG
Als het systeem vaak gebruikt wordt, wordt
het systeem uitgeschakeld om oververhitting
te voorkomen.
Als het systeem afgekoeld is, kan de func-
●
tie opnieuw gebruikt worden. Tijdens deze
periode kan de achterklep handmatig, door
kracht op de achterklep uit te oefenen, geo-
pend of gesloten worden.
●
Als de wagenaccu losgekoppeld wordt of de
zekering bij een geopende achterklep door-
brandt, moet het systeem van de achterklep
opnieuw geïnitialiseerd worden. Daarom
moet de achterklep gesloten zijn.
Let op
Zorg, voordat u de achterklep sluit, dat u de
sleutel niet in de bagageruimte gelaten hebt.
73