Nooit rijden als uw rijvaardigheid is beïn-
–
vloed (bijv. door medicijnen, alcohol,
drugs).
Verkeersregels en de aangegeven snelhe-
–
den aanhouden.
De snelheid altijd aan de weg-, verkeers-
–
en weersomstandigheden aanpassen.
Tijdens lange ritten regelmatig pauzeren -
–
ten minste eens in de twee uur.
Indien mogelijk niet rijden wanneer u moe
–
bent of onder tijdsdruk staat.
ATTENTIE
Als u afgeleid bent of uw vermogens aange-
tast zijn door een bepaalde omstandigheid,
wordt de kans op ongevallen en verwondin-
gen groter.
Veiligheidsvoorzieningen
Uw veiligheid en de veiligheid van uw bijrij-
ders mag u niet op het spel zetten. Bij een
ongeval kunnen de veiligheidsvoorzieningen
de risico's op lichamelijk letsel reduceren. De
volgende opsomming omvat een deel van de
veiligheidsvoorzieningen in uw SEAT:
●
3-punts gordels;
●
gordelbelastingsbegrenzing op de voor-
stoelen en de achterbank (zijkanten),
●
gordelspanners aan de voorstoelen;
6
Vastzetten
●
frontairbags;
knieairbags;
●
●
zijairbags in de rugleuningen van de voor-
stoelen;
●
zijairbags in de rugleuningen van de ach-
terbank*;
●
hoofdairbags;
"ISOFIX"-bevestigingspunten voor kinderzi-
●
tjes op de zijzitplaatsen met het systeem
"ISOFIX";
●
in hoogte verstelbare hoofdsteunen bij de
voorstoelen;
●
hoofdsteunen achteraan met gebruiks- en
niet-gebruiksstand.
●
verstelbare stuurkolom.
De genoemde veiligheidsvoorzieningen wer-
ken samen om u en uw bijrijders in ongeval-
situaties zo goed mogelijk te beschermen.
Deze veiligheidsvoorzieningen zijn u en uw
bijrijders van geen nut als u en uw bijrijders
een verkeerde zithouding aannemen of deze
voorzieningen niet juist verstellen of gebrui-
ken.
Vastzetten is in ieders belang!
Juiste zithouding van de
inzittenden
Juiste zithouding
De correcte afstand tussen de
Afbeelding 1
bestuurder en het stuurwiel moet minstens
25 cm (10 inch) bedragen.
Juist verloop van de gordelband
Afbeelding 2
en juiste stand van de hoofdsteunen.