Bewaar de motorkoelvloeistof altijd buiten
●
het bereik van kinderen.
●
Zorg ervoor dat de verhouding van de juiste
toevoeging voor de koelvloeistof overeen-
stemt met de laagste omgevingstemperatuur
waarin de wagen gebruikt zal worden.
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de
●
koelvloeistof bevriezen en de wagen tot stil-
Waarschuwingslampje en koelvloeistoftemperatuurmeter
Koelvloeistoftemperatuurme-
Afbeelding 167
ter in het instrumentenpaneel:
reik;
normaal bereik;
B
bereik.
238
stand komen. Aangezien in dit geval de ver-
warming ook niet werkt, kunnen de inzitten-
den zonder voldoende warme kleding onder-
koeld raken.
Milieu-aanwijzing
De koelvloeistoffen en toevoegingen kunnen
het milieu vervuilen. Vang wegstromende
vloeistoffen op in geschikte houders en ver-
Bij een normale rijstijl bevindt de naald zich
in het midden van de schaalverdeling. Bij
sterke motorbelasting - vooral bij hoge bui-
tentemperaturen - kan de naald ver naar
rechts gaan.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommige controle- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden aan terwijl ze een
werkingscontrole uitvoeren. Na enkele secon-
den gaan de lampjes uit.
koudebe-
A
waarschuwings-
C
Aanwijzingen
wijder deze producten op milieuvriendelijke
wijze.