In de modellen die bestemd zijn voor de lan-
den waar de tweede snelheid verplicht weer-
gegeven moet worden, kan deze optie niet
uitgeschakeld worden.
Indicatie van de start/stop-werking
Op het display van het instrumentenpaneel
wordt actuele informatie weergegeven over
›››
pagina
165.
de status
ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen
waarschuwingslampjes op pagina 48
acht nemen.
ATTENTIE
Zelfs als de buitentemperatuur boven het
vriespunt ligt, kunnen wegen en bruggen
glad zijn.
Ook bij buitentemperaturen boven +4 °C
●
(+39 °F) kunnen zich ijsplekken vormen op de
weg, zelfs zonder dat het symbool "ijskri-
stal" weergegeven wordt.
●
Vertrouw nooit blindelings op de buiten-
temperatuurmeter!
Let op
●
Er zijn verschillende typen instrumentenpa-
nelen, dus kunnen de versies en indicaties
van het display verschillen. Bij wagens zon-
der weergave van waarschuwings- of informa-
tieteksten op het display worden storingen
44
uitsluitend door controlelampjes weergege-
ven.
●
Wanneer er verschillende waarschuwingen
zijn, worden de symbolen na elkaar geduren-
de een aantal seconden getoond en blijven ze
branden tot de storing wordt verholpen.
Kompas*
›››
in Controle- en
in
Afbeelding 35
In wagens waarin het navigatiesysteem ge-
monteerd is af fabriek, dient het kompas niet
gekalibreerd te worden. De optie kompas ver-
dwijnt.
Het kompas van voertuigen die niet beschik-
ken over navigatiesysteem gemonteerd af fa-
briek, wordt voortdurend en automatisch ge-
kalibreerd. Indien naderhand elektronische
of metalen accessoires geïnstalleerd worden
in het voertuig (mobiele telefoon, televisie-
Bedienen
Magnetische zones.
toestel), moet het kompas opnieuw handma-
tig gekalibreerd worden.
De magnetische zone instellen
Contact inschakelen.
●
●
Het menu Instellingen selecteren en daarna
de optie Kompas en Zone kiezen.
●
De magnetische zone selecteren naarge-
›››
lang de positie van de wagen
35.
De magnetische zone instellen en bevesti-
●
gen ( 1-15 ).
Kompas kalibreren
Om het kompas te kalibreren, moet men zich
bevinden in een van de geldige magnetische
zones en beschikken over voldoende ruimte
om een omtrek te maken met de wagen.
●
Contact inschakelen.
Het menu Instellingen selecteren en daarna
●
de optie Kompas en Kalibreren kiezen.
Het bericht Een volledige omtrek maken om
●
het kompas te kalibreren
bevestigen met
en daarna in een volledige cirkel rijden met
een snelheid van ongeveer 10 km/u (6 mpu).
Wanneer de windstreek op het display ver-
schijnt, is de kalibratie voltooid.
Afbeelding
OK