Download Print deze pagina

Seat Alhambra 2014 Instructieboekje pagina 169

Advertenties

Laat uw wagen nooit met draaiende motor
en met ingeschakelde functie Auto Hold ach-
ter.
De functie Auto Hold kan de wagen op hel-
lingen (bijv. als de ondergrond glad of bevro-
ren is) niet altijd helemaal stil laten staan.
VOORZICHTIG
Schakel voordat u een wasstraat binnenrijdt
altijd eerst de functie Auto Hold uit omdat de-
ze beschadigd kan raken door het automa-
tisch inschakelen van de elektronische par-
keerrem.
Start-Stop-functie*
Afbeelding 136
Deel van de middenconsole:
toets voor Start-Stop-functie.
Het Start-Stopsysteem is geactiveerd, de mo-
tor wordt automatisch afgezet als de wagen
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
stilstaat. De motor wordt indien nodig auto-
matisch gestart.
Elke keer dat u het contact inschakelt, wordt
de functie automatisch ingeschakeld. Op het
display van het instrumentenpaneel wordt
actuele informatie weergegeven over de sta-
tus.
Wagens met schakelbak
Zet wanneer de wagen is stilgezet de ver-
snellingshendel in de neutrale stand en laat
het koppelingspedaal los. De motor gaat uit.
Trap het koppelingspedaal in om de motor
opnieuw te starten.
Wagens met automatische versnellingsbak
Trap wanneer de wagen is stilgezet het
rempedaal in en houd het rempedaal inge-
trapt. De motor gaat uit.
Haal uw voet van het rempedaal om de mo-
tor opnieuw te starten.
Als de keuzehendel in de stand P staat,
start de motor pas als er geen rijstand inge-
schakeld is of het gaspedaal ingetrapt wordt.
Belangrijke voorwaarden voor automatisch
uitschakelen van motor
De bestuurder moet de veiligheidsgordel
omgegespt hebben.
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
De motorkap is gesloten.
De in de fabriek ingebouwde trekhaak is
niet elektrisch op een aanhangwagen aange-
sloten.
Er is sprake van een minimale motortempe-
ratuur.
Het stuurwiel mag niet verder van 270° ver-
draaid worden.
De wagen is na de laatste stop verplaatst.
Bij wagens met Climatronic: de tempera-
tuur in het interieur bevindt zich in het vooraf
ingestelde temperatuurbereik.
Er is geen hele hoge of hele lage tempera-
tuur ingesteld.
De ontwasemingsfunctie van de aircondi-
tioning is niet ingeschakeld.
Bij wagens met Climatronic: de ventilator is
niet bij een hoge snelheid handmatig inge-
steld.
De ladingstoestand van de wagenaccu is
voldoende.
De temperatuur van de wagenaccu is niet
te laag of te hoog.
De wagen bevindt zich niet op een steile
helling.
De voorwielen zijn niet te veel gedraaid.
De voorruitverwarming is niet uitgescha-
keld.
De achteruitversnelling is niet geschakeld.
Het inparkeersysteem (Park Assist) is niet
ingeschakeld.
»
167

Advertenties

loading