4.3 Regelaar I/O
4.3.2 Veiligheids-I/O
Deze paragraaf beschrijft de specifieke veiligheidsingangen (Gele klem met rode
tekst) en de configureerbare I/O (Gele klemmen met zwarte tekst) indien gecon-
figureerd als veiligheids-I/O. De gemeenschappelijke specificaties in sectie 4.3.1
moeten worden aangehouden.
Veiligheidsvoorzieningen en apparatuur moet worden ge¨ ı nstalleerd volgens de vei-
ligheidsvoorschriften en de risicobeoordeling, zie hoofdstuk 1.
Alle veiligheids-I/O zijn in paren gekoppeld (redundant) en moeten als twee af-
zonderlijke takken worden gehouden. Een enkele fout mag geen verlies van de
veiligheidsfunctie veroorzaken.
De twee permanente veiligheidsingangen zijn de noodstop en de Beveiligde stop.
De noodstopingang is alleen voor noodstopapparatuur. De Beveiligde stopingang
is voor alle soorten van nominale veiligheidbeveiligingsapparatuur. B
Robot stopt met bewegen
Programma-uitvoering
Robotvermogen
Resetten
Frequentie van gebruik
Vereist herinitialisering
Stopcategorie (IEC 60204)
Prestatieniveau (ISO 13849-1)
Versie 3.1
(rev. 18026)
Eindklemmen
Digitale uitgangen
[COx / DOx]
[COx / DOx]
[COx / DOx]
[COx / DOx]
[COx / DOx]
Digitale ingangen
[EIx/SIx/CIx/DIx]
[EIx/SIx/CIx/DIx]
[EIx/SIx/CIx/DIx]
[EIx/SIx/CIx/DIx]
[EIx/SIx/CIx/DIx]
[EIx/SIx/CIx/DIx]
OPMERKING:
Het woord "configureerbaar" wordt gebruikt voor I/O die kan
worden geconfigureerd als nominale veiligheid I/O of normale
I/O. Dit zijn de gele terminals met zwarte tekst.
Parameter
Min.
Huidig
0
Spanningsverlies
0
Lekstroom
0
Functie
-
IEC 61131-2
-
Spanning
-3
OFF regio
-3
ON regio
11
Stroom (11-30V)
2
Functie
-
IEC 61131-2
-
Noodstop
Ja
Stoppen
Uit
Handmatig
Niet-frequent
Uitsluitend rem loslaten
1
PLd
I-23
Type
Max.
Eenheid
-
1
A
-
0,5
V
-
0,1
mA
PNP
-
Type
1A
-
Type
-
30
V
-
5
V
-
30
V
-
15
mA
PNP
-
Type
3
-
Type
Beveiligde stop
Ja
Pauzes
Aan
Automatisch of handmatig
Elke cyclus naar niet-frequent
Nee
2
PLd
UR3/CB3