Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 2088

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

35
35.12 Puntentabel
Toepassing
In een puntentabel slaat u posities op het werkstuk op in een onregelmatig patroon.
De besturing voert bij elk punt een cyckusoproep uit. U kunt afzonderlijke punten
verbergen en een veilige hoogte definiëren.
Verwante onderwerpen
Puntentabel oproepen, actief met verschillende cycli
Verdere informatie: "Puntentabellen", Pagina 408
Functiebeschrijving
Parameters in puntentabellen
Een puntentabel bevat de volgende parameters:
Parameters
NR
X
Y
Z
FADE
CLEARANCE
2088
Betekenis
Nummer van de regel in de puntentabel
Invoer: 0...99999
X-coördinaat van een punt
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Y-coördinaat van een punt
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Z-coördinaat van een punt
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Verbergen? (ja=ENT/ neen=NO ENT)
Y=Yes: Het punt wordt voor de bewerking verborgen. Verborgen punten blijven
verborgen totdat ze handmatig weer worden weergegeven.
N=No: Het punt wordt voor de bewerking weergegeven.
Standaard worden bij een puntentabel alle punten voor bewerking weergege-
ven.
Invoer: Y, N
Veilige hoogte?
Veilige positie in de gereedschapsas waarop de besturing het gereedschap na
de bewerking van een punt terugtrekt.
Wanneer u in de kolom CLEARANCE geen waarde definieert, gebruikt de bestu-
ring opnieuw de waarde van de cyclusparameter Q204 2E VEILIGHEIDSAFST..
Wanneer zowel in de kolom CLEARANCE als in de parameter Q204 waarden
zijn vastgelegd, gebruikt de besturing de hogere waarde.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Tabellen | Puntentabel

Advertenties

loading