35
35.4.3
Tabelwaarde schrijven met TABDATA WRITE
Toepassing
Met de functie TABDATA WRITE schrijft u een waarde van een Q-parameter in een
tabel.
Na een tastsysteemcyclus kunt u de functie TABDATA WRITE bijv. gebruiken om een
vereiste gereedschapscorrectie in de correctietabel in te voeren.
Functiebeschrijving
Afhankelijk van het kolomtype dat u beschrijft, kunt u Q, QL, QR of QS als
overdrachtparameters gebruiken.
Invoer
11 TABDATA WRITE CORR-TCS COLUMN
"DR" KEY "3" = Q1
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
TABDATA
WRITE
CORR-TCS,
CORR-WPL of
PRESET
COLUMN
KEY
Q/QL/QR of QS
2034
Waarde uit Q1 in regel 5, kolom DR van de
correctietabel schrijven
Betekenis
Syntaxisopener voor toegang tot tabelwaarden
Tabelwaarde schrijven
Waarde in een correctietabel *.tco of *.wco of in de referentie-
punttabel schrijven
Kolomnaam
Vaste of variabele naam
Regelnummer
Vaste of variabele naam
Type variabele en nummer dat de te schrijven waarde bevat
Tabellen | Toegang tot tabelwaarden
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022