Supervergrendeling
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
De supervergrendeling inschakelen
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en controleer
of alle portieren gesloten zijn.
Met de instapfunctie:
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de buiten-
portiergreep van het bestuurders- of passagiersportier (indien voor-
zien van een sensor) aan.
Met de afstandsbediening:
Druk 2 keer binnen 5 seconden op
Uitschakelen van de supervergrendeling
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep van het
bestuurders- of passagiersportier (indien voorzien van de sensor)
ingedrukt.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op
WAARSCHUWING
■
Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden
geopend.
1-4. Antidiefstalsysteem
∗
.
93
.
∗
: Indien aanwezig
1