Advertenties
236
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
→Blz. 259
Rijden
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
1
(→Blz. 268)
Controleer of de schakelstandindicator D aangeeft.
Deactiveer de parkeerrem. (→Blz. 275)
2
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
3
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Tot stilstand brengen van de auto
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
1
Activeer indien nodig de parkeerrem.
2
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in
stand P. (→Blz. 269)
Parkeren van de auto
Breng de auto volledig tot stilstand.
1
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 275)
2
Zet de selectiehendel in stand P. (→Blz. 269)
3
Controleer of de positie-indicator P aangeeft.
Druk op de startknop om het hybridesysteem te stoppen.
4
Laat het rempedaal langzaam opkomen.
5
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
6
nische sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Advertenties
