152
2. Instrumentenpaneel
Weergave instellingen
Informatie met betrekking tot de werking van de ondersteunende
systemen en instellingen van de weergave op het instrumentenpaneel
kunnen worden gewijzigd.
Om ondersteunende systemen, zoals het Pre-Crash Safety-systeem (PCS) (indien
aanwezig) en de Blind Spot Monitor (indien aanwezig) in en uit te schakelen hoeft u
alleen op
kelt.
Instellen
■
Druk op het scherm
1
sen van het instrumentenpaneel, selecteer het item dat u wilt wij-
zigen en druk vervolgens op
Als de functie wordt in- en uitge-
schakeld of als de gevoeligheid,
enz. wordt gewijzigd op het instel-
scherm, wordt de instelling, tel-
kens wanneer op
gedrukt, gewijzigd.
Het instelscherm wordt weergege-
ven voor functies waarvoor informa-
tie over de werking, de informatie op
het display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd.
Selecteer de instelling of de gewenste waarde (tijd, enz.) met de
2
bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel als het instel-
scherm wordt weergegeven.
Selecteer voor selecteerbare infor-
matie over de werking en instel-
waarden de gewenste instelling of
waarde en druk vervolgens op
Druk op
annuleren.
Selecteer "Proceed" (doorgaan) of
"Cancel" (annuleren) en druk op
als het controlescherm voor de
instellingen wordt weergegeven.
1
*
: Afhankelijk van het item kan na het selecteren van een item een volgend
instelscherm worden weergegeven.
2
*
: Voor items waarbij het aanpassingsniveau of de tijd wordt ingesteld,
wordt na het instellen van het item het instelscherm weergegeven totdat
op
te drukken. Zorg ervoor dat u de systemen niet per ongeluk uitscha-
wordt
om de selectie te
wordt gedrukt.
op
of
van de bedieningstoet-
.
*
1, 2
.