468
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
S-FLOW-modus
■
In de S-FLOW-modus wordt bij de luchtcirculatie prioriteit gegeven
aan de voorstoelen, waardoor de luchtcirculatie en het effect van
de airconditioning op de achterstoelen wordt gereduceerd.
Als er geen passagier wordt gesignaleerd op de voorpassagiers-
stoel, wordt er bij de luchtcirculatie prioriteit gegeven aan alleen de
zijde van de bestuurder.
In dat geval dooft het controlelampje voor de temperatuur aan voorpas-
sagierszijde.
Er stroomt echter altijd lucht uit de uitstroomopening aan de zijde van
de voorpassagier.
Het systeem wordt in de S-FLOW-modus automatisch bediend
overeenkomstig de ingestelde temperatuur en de buitentempera-
tuur. (→Blz. 473)
Als de S-FLOW-modus is ingeschakeld, gaat het controlelampje
branden.
Overige functies
■
● Overschakelen tussen de buitenluchtmodus en de recirculatie-
modus (→Blz. 470)
● Toevoer van frisse lucht tijdens parkeren (→Blz. 470)
● Ontwasemen van de voorruit (→Blz. 471)
● Ontwasemen van de achterruit en de buitenspiegels (→Blz. 471)