WAARSCHUWING
■
Voorkomen van storingen in de camerasensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camerasensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
●
Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaagje, water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten water-
druppels e.d. nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwijderd
van het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de binnenzijde van de voorruit waar de camerasensor is
geplaatst vuil is.
●
Bevestig geen antenne, (doorzichtige)
stickers of andere zaken op het
gedeelte van de voorruit vóór de
camerasensor
gebied in de afbeelding).
●
Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslagen of
wanneer er condens of ijs op de voorruit zit, gebruik dan de voorruitver-
warming om de condens van de voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. (→Blz. 471)
●
Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de camerasensor met de ruitenwissers voor.
• Vervangen van het ruitenwisserrubber: →Blz. 558
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige indien de ruitenwisserbladen moeten worden vervangen.
●
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
●
Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de voorruit moet worden vervangen.
●
Zorg ervoor dat de camerasensor niet nat wordt.
●
Zorg ervoor dat er geen fel licht op de camerasensor schijnt.
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
(het
gemarkeerde
301
4