7-2. Stappen die genomen moeten worden in een noodgeval
WAARSCHUWING
■
Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●
Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen
is voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
●
Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
●
Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■
Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
• TRC
• EPS
• Automatic High Beam-systeem
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA (Lane Departure Alert met
*
stuurregeling)
• Dynamic Radar Cruise Control
*
: Indien aanwezig
■
Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snel-
heden. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• Cruise control
• BSM (Blind Spot Monitor)
• Toyota Parking Assist-sensor
• Intelligent sonarsysteem
*
• Simple Intelligent Parking Assist-
*
*
systeem
• Toyota Parking Assist Monitor
• Navigatiesysteem
*
*
*
*
*
*
*
617
7