458
4-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
◆
Gebruik van de ECO-modus
Bij gebruik van de ECO-modus kan het koppel dat correspondeert
met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker
worden afgegeven dan onder normale omstandigheden. Bovendien
wordt de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof verbruikt wordt. (→Blz. 370)
◆
Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. (→Blz. 132)
◆
Bediening selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een ver-
keerslicht of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer
de auto geparkeerd wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen posi-
tief effect op het brandstofverbruik. In stand N werkt de benzinemo-
tor, maar kan er geen elektriciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik
van de airconditioning, enz. wordt het vermogen van het batte-
rijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
◆
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
● Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en
hard remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gede-
celereerd, worden de voordelen van de elektromotor (tractiemo-
tor)
beter
benzinemotor lager is.
● Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren
put het batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor er meer brand-
stof wordt verbruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen
door tijdens het rijden het gaspedaal iets te laten opkomen.
benut,
zodat
het
brandstofverbruik
van
de