448
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●
Vertrouw niet uitsluitend op het Simple Intelligent Parking Assist-systeem.
Rijd, net als bij auto's zonder dit systeem, voorzichtig vooruit en achteruit
terwijl u de omgeving van de auto in de gaten houdt.
●
Rijd niet achteruit terwijl u op het multi-informatiedisplay kijkt. Als u tijdens
het achteruitrijden alleen op het scherm van de monitor let, kan dat een
aanrijding of ongeval tot gevolg hebben, aangezien het beeld dat op het
scherm van de monitor wordt weergegeven, kan afwijken van de werke-
lijke situatie. Controleer de omgeving van de auto tijdens het achteruitrij-
den altijd visueel, zowel met als zonder spiegels.
●
Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit- en vooruitrijden de snelheid regelt
met het rempedaal.
●
Als de kans bestaat dat de auto een voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het rempe-
daal in te trappen en druk op de toets van de S-IPA om het systeem uit te
schakelen.
●
Gebruik het systeem op een parkeerplaats met een vlakke ondergrond.
●
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, aangezien het stuurwiel
tijdens het gebruik automatisch wordt gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zit-
ten in het stuurwiel. Zorg dat uw bovenlichaam niet te dicht bij het stuur-
wiel komt. Voorkom ook dat kinderen te dicht bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange
vingernagels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stilstand door het rempedaal in te
trappen en druk op de toets van de S-IPA om het systeem uit te schake-
len.
●
Controleer altijd of er voldoende ruimte is voordat u probeert de auto te
parkeren en het systeem te bedienen.