254
4-1. Voordat u gaat rijden
■
Informatie over banden
●
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
een aanhangwagen getrokken wordt. (→Blz. 667)
●
Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aanhang-
wagengewicht en belading.
■
Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de eerste
800 km nadat er onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
■
Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
●
Controleer of de maximale kogeldruk voor de trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet worden opgeteld bij het gewicht van
de auto. Controleer ook of het totale gewicht van de auto binnen het maxi-
maal toegestane gewicht blijft. (→Blz. 250)
●
Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
●
Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Stel de armen
van deze extra spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
■
Onderhoud
●
Als met de auto regelmatig met een aanhangwagen wordt gereden, moet er
vaker onderhoud worden uitgevoerd omdat de auto zwaarder belast wordt
dan bij het rijden zonder aanhangwagen.
●
Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een aanhangwagen is gereden alle
bouten van de trekhaak nogmaals vast.
2
of bar, 3 psi) als er