■
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
●
De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/ach-
teruit bergop wegrijden)
●
De auto staat stil
●
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●
De parkeerrem is niet geactiveerd
■
Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●
Zet de selectiehendel in stand P of N
●
Het gaspedaal wordt ingetrapt
●
De parkeerrem wordt geactiveerd
●
Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten
■
Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●
De alarmknipperlichten zijn uit
●
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h
●
Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat
■
Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●
De alarmknipperlichten worden ingeschakeld
●
Het rempedaal wordt losgelaten
●
Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
455
4