182
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
■
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■
Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor op het oppervlak van de portiergreep
Wanneer het portier niet kan worden ver-
grendeld, zelfs als u de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep met
uw vinger aanraakt, raak dan de vergren-
delsensor aan met uw handpalm.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
■
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
■
Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. (→Blz. 94)
■
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
●
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ont-
grendelen. (→Blz. 640)
●
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt. (→Blz. 562)