324
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■
Voorkomen van storingen in het LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●
Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging, enz. aan. Als de wielop-
hanging moet worden vervangen, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●
Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
●
Als uw voorruit gerepareerd moet worden, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Inschakelen van het LDA-systeem
Druk op de toets LDA om het
LDA-systeem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat bran-
den en er wordt een melding weer-
gegeven
informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA
om het LDA-systeem uit te schake-
len.
Als het LDA-systeem wordt in- of
uitgeschakeld, blijft de status van
het LDA-systeem de volgende keer
dat
het
gestart ongewijzigd.
op
het
multi-
hybridesysteem
wordt