●
Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder
lading, enz.)
●
Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●
Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering
door de sensor hindert
●
Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
●
De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid.
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
349
4