300
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■
Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
●
Houd de radarsensor en het grille-embleem te allen tijde schoon.
Radarsensor
1
Grille-embleem
2
Reinig de voorzijde van de radarsensor
of de voor- of achterzijde van het grille-
embleem als ze vuil zijn of als er water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en het grille-
embleem met een zachte doek zodat
er geen krassen of beschadigingen
ontstaan.
●
Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, het grille-embleem of het omliggende gebied.
●
Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krach-
tige schokken.
Laat de auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als de radarsensor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken.
●
Haal de radarsensor niet uit elkaar.
●
Breng geen verf aan en breng geen wijzigingen aan op de radarsensor,
het grille-embleem of het omliggende gebied.
●
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als
de radarsensor, de grille of de voorbumper moet worden verwijderd en
geplaatst of vervangen.
●
De radarsensor voldoet aan de relevante regelgeving voor radiogolven,
zoals aangegeven door het merkteken op de sensor. Verwijder het merk-
teken niet. Daarnaast is het demonteren of wijzigen van de radarsensor
mogelijk bij wet verboden.