396
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■
Werkingsvoorwaarden
Het contact wordt AAN gezet
●
Hoeksensoren voor:
• De selectiehendel staat niet in stand P
• De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of lager
●
Zijsensoren voor/zijsensoren achter:
• De selectiehendel staat niet in stand P
• De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of lager
• Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer gedraaid
●
Binnenste sensoren voor:
• De selectiehendel staat niet in stand P of R
• De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of lager
●
Hoeksensoren achter/binnenste sensoren achter:
De selectiehendel staat in stand R
■
Pop-updisplay sonarsysteem
→Blz. 420
■
Detectie-informatie sensoren
●
Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bum-
per van de auto.
●
Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detec-
tieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
●
Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de
sensor bevinden.
●
Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertra-
ging. Zelfs wanneer u met een lage snelheid rijdt en u een obstakel te dicht
nadert voordat het display en de zoemer worden geactiveerd, worden het
display en de zoemer mogelijk helemaal niet geactiveerd.
●
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk
niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesigna-
leerd.
●
Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie
hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produ-
ceert.