Controlelampje EV-modus
5
Het controlelampje EV-modus gaat branden wanneer de auto alleen
door de elektromotor (tractiemotor) wordt aangedreven of de benzine-
motor niet draait.
Status batterijpakket (tractiebatterij)
6
→Blz. 131
Eco Score
7
→Blz. 134
● Door de naald tijdens het rijden in het ECO-gebied te houden,
rijdt u milieuvriendelijker.
● Het laadgebied geeft de regeneratiestatus
reerde energie wordt gebruikt om het batterijpakket (tractiebatte-
rij) te laden.
*
1
: Niet weergegeven op het subscherm.
*
2
: Niet weergegeven op het subscherm of het head-up display.
*
3
: De functie van het controlelampje EV-modus kan worden uitgeschakeld
in de "Meter Customize"-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 155)
*
4
: Met "regenereren" wordt in deze handleiding het omzetten van bewe-
gingsenergie van de auto in elektrische energie bedoeld.
"ECO Accelerator Guidance" (begeleiding milieubewust bedie-
■
nen gaspedaal)
In het Eco-gebied wordt een
blauwe zone weergegeven die
kan worden gebruikt als referen-
tiewerkingsgebied
gebruiken van het gaspedaal
overeenkomstig de rijomstandig-
heden, zoals bij wegrijden en rij-
den met constante snelheid.
Het display "ECO Accelerator Guidance" (begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal) verandert overeenkomstig de rijomstandigheden,
zoals bij wegrijden en rijden met constante snelheid.
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te rijden door te rijden over-
eenkomstig het display dat de bedieningen van het gaspedaal toont en
binnen het "ECO Accelerator Guidance"-bereik (begeleiding milieube-
wust bedienen gaspedaal) te blijven. (→Blz. 237)
De functie "ECO Accelerator Guidance" (begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal) kan worden uitgeschakeld in de "Meter Custo-
mize"-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpa-
neel). (→Blz. 155)
*
2, 3
voor
het
ECO Accelerator Guidance (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal)
2. Instrumentenpaneel
*
4
aan. De geregene-
133
2