● Indien bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje er een opening
aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel
de rugleuning dan af totdat
het zitje en de rugleuning
goed contact maken.
Als
het
schouderbevesti-
gingspunt van de veiligheids-
gordel
zich
gordelgeleider van het kin-
derzitje bevindt, verplaatst u
de zitting naar voren.
● Indien bij het plaatsen van een zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabe-
lere stand. En als het schouderbevestigingspunt van de veilig-
heidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.
● Verwijder de hoofdsteun niet als een zitkussen of zitverhoger
wordt geplaatst.
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
vóór
de
65
1