316
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Als wordt gereden in de buurt van een televisiezendmast, radiozender,
elektriciteitscentrale of andere locatie waar sterke radiogolven of elektro-
magnetische velden aanwezig zijn
*
2
: Afhankelijk van de regio waarin de auto is verkocht, is de voetgangerde-
tectiefunctie mogelijk niet beschikbaar.
■
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
●
In sommige situaties, zoals de onderstaande, wordt een voertuig mogelijk
niet gesignaleerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor het
systeem niet goed werkt:
• Als een tegenligger uw auto nadert
• Als een voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• Als u de zijkant of voorzijde van een auto nadert
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen
vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achter-
zijde heeft, zoals een dieplader
• Als een voorligger lading vervoert die voorbij de achterbumper uitsteekt
• Als een tegenligger of voorligger een
extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger ongelijkmatige vormen heeft, zoals een tractor of een
zijspan
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schijnt
• Als uw auto plotseling wordt gesneden of als een auto opeens vanachter
een andere auto opduikt
• Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals plotseling uitwijken,
accelereren of decelereren)
• Als iemand plotseling invoegt achter een voorligger