276
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Type A
De koplampen, de par-
1
keerlichten
dagrijverlichting
(→Blz.278) enz. gaan
automatisch aan en uit.
(Wanneer het contact
AAN staat.)
De parkeerlichten voor,
2
achterlichten,
kenplaat-
boardverlichting
branden.
De koplampen en alle hierboven genoemde lichten
3
(behalve de dagrijverlichting) gaan branden.
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. (→Blz.278)
4
voor,
de
kente-
en
dash-
gaan