Download Print deze pagina

Advertenties

PZ49X-99T05-NL

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Toyota Supra

  • Pagina 1 PZ49X-99T05-NL...
  • Pagina 2 Velgen en banden....278 Motorruimte......305 3-1. BEDIENING Serviceproducten....307 Cockpit........Onderhoud......315 Werkingsstatus van de auto........ Periodiek onderhoud (behalve Europa en Toyota Supra Command ..Australië) ......319 Spraakcommandosysteem ... Vervangen van Algemene instellingen... onderdelen......326 Openen en sluiten....Pechhulp......334 Stoelen, spiegels en Algemene verzorging..349 stuurwiel ......
  • Pagina 3 AANWIJZINGEN 1-1. AANWIJZINGEN Aanwijzingen ......Handleiding media....
  • Pagina 4 ››...‹‹ spraakcommandosys- lificeerde en uitgeruste des- teem. kundige Een erkende Toyota-dealer of her- Handelingen steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en De uit te voeren handelingen wor- uitgeruste deskundige zal eventu- den aan de hand van nummers ele verdere vragen graag beant- weergegeven.
  • Pagina 5 1-1. AANWIJZINGEN De productiedatum wordt gedefini- Symbolen op onderdelen eerd als de kalendermaand en het kalenderjaar waarin de carrosserie Dit symbool op een onderdeel en de aandrijflijn zijn samenge- van de auto geeft aan dat er meer voegd en de auto van de productie- informatie over het onderdeel lijn wordt gereden of rolt.
  • Pagina 6 Dientengevolge raadt de fabrikant Garantie van uw auto aan om dergelijke werk- Uw auto is technisch ontworpen zaamheden door Toyota te laten uit- voor de bedrijfscondities en goed- voeren. Als u ervoor kiest om de keuringseisen die gelden in het...
  • Pagina 7 Toyota raadt aan om onderdelen gegevens die zij bijvoorbeeld ont- en accessoires te gebruiken die vangen van de sensoren in de auto, speciaal voor dat doel door Toyota die zij zelf genereren of die ze met zijn goedgekeurd. elkaar uitwisselen. Sommige regel-...
  • Pagina 8 Wettelijke eisen met betrekking tot Deze instanties kunnen zijn: • De autofabrikant. gegevensverstrekking • Een erkende Toyota-dealer of De autofabrikant is verplicht om, in hersteller/reparateur. overeenstemming met de geldende • Een andere naar behoren wetgeving, de gegevens die hij...
  • Pagina 9 Een erkende Toyota-dealer of her- manent worden opgeslagen. steller/reparateur of een andere Deze informatie documenteert over naar behoren gekwalificeerde en...
  • Pagina 10 Fout- en gebeurtenisgeheugens in de auto kunnen worden gereset Deze gegevens kunnen lokaal in de wanneer een erkende Toyota-dea- auto worden opgeslagen of staan ler of hersteller/reparateur of een op een apparaat dat in de auto is andere naar behoren gekwalifi-...
  • Pagina 11 1-1. AANWIJZINGEN apps, bijvoorbeeld navigatie of relevante juridische informatie met weergave van muziek, werken. betrekking tot gegevensbescher- ming wordt ook verstrekt. Per- Er is geen verdere interactie tussen soonsgegevens kunnen worden het mobiele apparaat en de auto, gebruikt om online diensten uit te bijvoorbeeld actieve toegang tot voeren.
  • Pagina 12 1-1. AANWIJZINGEN ontvangen de inzittenden een Wettelijk vereist waarschuwing, zie blz. 339. noodoproepsysteem Informatie over Principe gegevensverwerking Dankzij het wettelijk vereiste Het wettelijk vereiste eCall-noodoproepsysteem kunnen eCall-noodoproepsysteem verwerkt bijvoorbeeld bij ongevallen hand- persoonsgegevens in overeen- matige of automatische noodoproe- stemming met de volgende voor- pen worden verzonden.
  • Pagina 13 1-1. AANWIJZINGEN • Het voertuigidentificatienummer systeem kunnen worden ingezien voor het snel identificeren van de voordat een noodoproep wordt auto, bijvoorbeeld het model. geactiveerd. • Voertuigtype, bijvoorbeeld auto. De verzamelde gegevens voor het • Type voertuigaandrijving, bij- wettelijk vereiste eCall-noodoproe- voorbeeld benzine of diesel, voor psysteem worden alleen in de auto het beoordelen van de risico's bij...
  • Pagina 14 Richtlijn 2002/58/EG hersteller/reparateur of een andere van het Europees Parlement en naar behoren gekwalificeerde en de Raad. uitgeruste deskundige. Het contract met Toyota Supra Connect dat voor deze functie is Automatisch afgesloten, evenals de relevante noodoproepsysteem wetten, verordeningen en richtlijnen...
  • Pagina 15 1-1. AANWIJZINGEN in overeenstemming met de Euro- het voertuigidentificatienummer niet pese richtlijnen voor de bescher- koppelen aan het telefoonnummer ming van persoonsgegevens. van de geïnstalleerde simkaart. Alleen de autofabrikant kan het Het automatische noodoproepsys- voertuigidentificatienummer koppe- teem verwerkt persoonsgegevens len aan het telefoonnummer van de alleen met toestemming van de geïnstalleerde simkaart.
  • Pagina 16 Neem voor deactiveringsverzoe- ken contact op met een erkende Gegevensopslag Toyota-dealer of hersteller/repara- De gegevens met betrekking tot teur of een andere naar behoren een verzonden noodoproep worden gekwalificeerde en uitgeruste des- in de auto geactiveerd. De gege- kundige.
  • Pagina 17 KING TOT WIELVOERTUIGEN” TR gen aan de auto, gebruik dan alleen CU 018/2011 Aanhangsel nr. 3, originele onderdelen en accessoires van Toyota of door Toyota goedge- Hoofdstuk 2 (Voertuigeisen met keurde onderdelen (behalve voor wat betrekking tot ruis in het interieur), betreft accu's, elektrische onderdelen, Tabel 2.1, Opmerkingen 3...
  • Pagina 18 1-1. AANWIJZINGEN Handleiding media WAARSCHUWING Bevestig geen accessoires aan de voorruit. Uitrusting Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor de modelserie. Er kunnen dan ook uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aan- wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege de geselecteerde optionele uitrus- Als een accessoire aan de voorruit of...
  • Pagina 19 KORTE UITLEG 2-1. KORTE UITLEG Instappen......Instellen en bedienen ..Rijden .........
  • Pagina 20 2-1. KORTE UITLEG Instappen 2-1.KORTE UITLEG Als er een jerrycan met brandstof, brandbare autoverzorgingsproduc- ten, spuitbussen, enz. in de auto ach- Voordat u gaat rijden terblijven, bestaat het gevaar dat ze vlam vatten en ontploffen. Wanneer de auto geparkeerd staat met de por- tieren en ruiten volledig gesloten, laat Controle van de auto dan geen blikjes met koolzuurhou-...
  • Pagina 21 Als er een gat of barst in het uit- Gebruik alleen originele Toyota-vloer- laatsysteem zit, bijvoorbeeld veroor- matten die voor dit model zijn ontwor- zaakt door corrosie, kunnen tijdens...
  • Pagina 22 2-1. KORTE UITLEG de bestuurdersstoel. Zorg ervoor Ontgrendelen van de auto dat u controleert of in het gebied rondom de auto kleine kinderen Druk op de toets op de en lage voorwerpen aanwezig afstandsbediening. zijn voordat u wegrijdt.  Als u bij het achteruitrijden het Afhankelijk van de instellingen gebied achter de auto niet vol- wordt alleen het bestuurdersportier...
  • Pagina 23 2-1. KORTE UITLEG Vergrendelen Vergrendelen van de auto Door op de toets te druk- ken als de portieren zijn gesloten wordt de auto vergrendeld. De tankdopklep blijft ontgrendeld. Ontgrendelen Door op de toets te druk- ken wordt de auto ont- Raak met een vinger het gegroefde grendeld.
  • Pagina 24 Selectiehendel Wanneer de motor wordt gestart of Controller de standby-modus wordt ingescha- Uitschakeltoets Stop & keld, wordt de werking van som- Start-systeem mige lampjes kort gecontroleerd. SPORT-modusschakelaar Toets Parking Assist-systeem Toets VSC OFF Toets Toyota Supra Safety Parkeerrem...
  • Pagina 25 Eén keer indrukken: oproe- pen van het vorige scherm. Principe Ingedrukt houden: oproe- pen van het laatst Toyota Supra Command combi- gebruikte menu. neert de functies van een aantal schakelaars. Deze functies kunnen Oproepen van het menu worden bediend met de controller “Options”...
  • Pagina 26 2-1. KORTE UITLEG  Informatie over het spraakcom- Instellen en bedienen mandosysteem laten voorlezen: ›General information on voice Stoelen, spiegels en control‹ (algemene informatie over spraakbediening). stuurwiel  Instructies voor het weergege- ven menu laten voorlezen: Handmatig verstelbare ›Help‹. stoelen Informatie voor noodoproepen Gebruik het spraakcommandosys- 5 4 3...
  • Pagina 27 2-1. KORTE UITLEG Hoek rugleuning Geheugenfunctie Breedte rugleuning Lendensteun Principe Verstellen van de De geheugenfunctie kan de vol- buitenspiegels gende instellingen opslaan en oproepen, indien gewenst: • Stoelpositie. • Stand buitenspiegels. • Hoogte head-up display. Opslaan Stel de gewenste positie in. Druk op de toets op de Verstellen bestuurdersstoel.
  • Pagina 28 “Navigation” (navigatie) “Address input” (invoeren Nadat de mobiele telefoon met de auto is verbonden, kan deze wor- adres) den bediend met Toyota Supra “Country?” (land?) Command, de toetsen op het stuur- wiel en via spraakbediening. Kantel de controller naar rechts...
  • Pagina 29 Bevestig het controlenummer op het Druk op de toets. apparaat en op het regeldisplay. • Voer hetzelfde controlenummer “Call via” (bel via) in op het apparaat en via Toyota Supra Command en bevestig Voorbereiding Apple CarPlay vervolgens. Het apparaat is verbonden en...
  • Pagina 30 Rijden diening zijn geactiveerd op de iPhone. Rijden Inschakelen van Bluetooth en Drive Ready-modus CarPlay Via Toyota Supra Command: Inschakelen van de Drive “My Vehicle” (mijn auto) Ready-modus “System settings” (systeemin- stellingen) • Trap het rempedaal in. “Mobile devices” (mobiele appa- •...
  • Pagina 31 2-1. KORTE UITLEG Zorg dat de bestuurdersgordel is Parkeerrem vastgemaakt en druk de selectie- hendel kort in de gewenste richting, waarbij u mogelijk een weerstands- Activeren punt moet overwinnen. De selectie- hendel keert in elk geval terug naar Trek de schakelaar de middenstand.
  • Pagina 32 2-1. KORTE UITLEG Grootlicht, lichtsignaal, knipperlichten Grootlicht, lichtsignaal koplampen Druk op knop P. Automatische transmissie, handmatige bediening Duw de hendel naar voren of trek hem naar achteren. • Inschakelen grootlicht, pijl 1. Het grootlicht gaat branden als het dim- licht wordt ingeschakeld. •...
  • Pagina 33 2-1. KORTE UITLEG • Een richtingverandering kort Ruitenwissersysteem aangeven: druk de hendel tot aan het weerstandspunt en houd In-/uitschakelen ruitenwissers en hem daar zolang u een richting- intervalstand verandering wilt aangeven. ■ Inschakelen Verlichting Functies verlichting Symbool Functie Mistachterlicht. Druk de hendel omhoog totdat de Verlichting uit.
  • Pagina 34 2-1. KORTE UITLEG Airconditioning Regensensor ■ Inschakelen/uitschakelen Toets Functie Temperatuur. Recirculatiemodus. Inschakelen: druk de hendel vanuit de ruststand omhoog naar de eerstvolgende stand, pijl 1. Uitschakelen: druk de hendel terug Maximaal koelen. naar de ruststand. ■ Instellen van de gevoeligheid Automatisch programma.
  • Pagina 35 2-1. KORTE UITLEG Toets Functie Wielen en banden Bediening Informatie bandenspanning klimaatregeling. Handmatige bediening luchtstroom. Tankstop Tanken De informatie over de bandenspan- Tankdop ning is te vinden op de banden- spanningssticker op de portierstijl. Tik op de achterste rand van de tankdopklep om hem te openen.
  • Pagina 36 30 minuten normaal Houd u aan het type motorolie dat rijden. wordt aanbevolen. Weergeven van het motoroliepeil Pechhulp Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) Alarmknipperlichten “Vehicle status” (status auto) “Engine oil level” (motor- oliepeil) Er kunnen verschillende meldingen...
  • Pagina 37 Zet bij het parkeren de auto op een verzonden. veilige en geschikte parkeerplaats stil, druk op knop P op de selectie- Via Toyota Supra Command: hendel en zet het contact UIT. “Connected Serv.” (extra dien- sten) WAARSCHUWING “Toyota Supra Assistance”...
  • Pagina 38 2-1. KORTE UITLEG WAARSCHUWING Wees voorzichtig en parkeer de auto niet in de buurt van licht ontvlambare materialen. Parkeer de auto niet in de buurt van licht ontvlambare materialen zoals droog gras, bladeren, papier, olie, enz. Als dit soort materialen in contact komen met een deel van het uit- laatsysteem, kan dit brand veroorza- ken.
  • Pagina 39 BEDIENING 3-1. BEDIENING Cockpit........ Werkingsstatus van de auto ......Toyota Supra Command..Spraakcommandosysteem . Algemene instellingen ..Openen en sluiten ....Stoelen, spiegels en stuurwiel ......Veilig vervoeren van kinderen......109 Rijden .......134 Displays ......151 Verlichting ......171 Veiligheid ......179 Rijstabiliteitsregel- systemen ......215...
  • Pagina 40 3-1. BEDIENING Cockpit 3-1.BEDIENING Uitrusting Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor de modelserie. Er kunnen dan ook uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aanwezig zijn, bijvoorbeeld vanwege de geselecteerde optionele uitrusting of de landenspecificatie. Dit geldt ook voor functies en systemen met betrekking tot veiligheid.
  • Pagina 41 3-1. BEDIENING Automatische verlichting Cruise control Blz. 171 onderbreken Blz. 220 Automatic High Adaptive Cruise Control Beam-systeemBlz. 174 aan/uit Blz. 225 Dimlicht Blz. 172 Cruise control: een Dashboardverlichting snelheid instellenBlz. 220 Blz. 177 Cruise control Parkeerlicht rechts onderbreken/hervattenBlz. 220 Blz. 173 Adaptive Cruise Control: Parkeerlicht links Blz.
  • Pagina 42 Automatische airconditioning Blz. 250 Alarmknipperlichten Controller met toetsen Blz. 50, Blz. 51 Blz. 337 Ventilatie Blz. 255 SPORT-modus- Dashboardkastje Blz. 260 schakelaar Blz. 149 Radio/multimedia, raadpleeg SPORT-rijmodus de handleiding voor het navigatie-, multimedia- en Toyota Supra Safety communicatiesysteem Blz. 192...
  • Pagina 43 3-1. BEDIENING Stop & Start-systeem Vehicle Stability Control Blz. 134 (VSC) Blz. 216 Parking Sensors Blz. 237 Parkeerrem Blz. 137 Achteruitrijcamera Blz. 242 10Selectiehendel automatische Waarschuwing kruisend transmissie Blz. 143 verkeer Blz. 246 Drive Ready-modus Parking Assist-systeem Blz. 237 in-/uitschakelen Blz. 134 Rondom de dakconsole Controlelampje Noodoproep, SOS...
  • Pagina 44 3-1. BEDIENING Werkingsstatus van Veiligheidsaanwijzingen de auto WAARSCHUWING Uitrusting Een auto die niet tegen wegrollen is beveiligd kan in beweging komen en wegrollen. Er bestaat een kans op Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- ongevallen. Beveilig de auto tegen daard, landspecifieke en speciale wegrollen voordat u de auto verlaat.
  • Pagina 45 Wanneer de standby-modus is • Bij het uitstappen, als een van de geactiveerd, kunnen de meeste voorportieren wordt geopend, functies worden bediend als de afhankelijk van de Toyota Supra auto stilstaat, zodat u alle gewenste Command-instelling. instellingen kunt uitvoeren. Zolang een telefoongesprek bezig...
  • Pagina 46 3-1. BEDIENING Algemeen OPMERKING Herhaalde startpogingen of snel ach- Bepaalde functies, zoals de Vehicle ter elkaar starten kan ertoe leiden dat Stability Control (VSC), kunnen ingespoten brandstof niet of slechts alleen worden bediend in de Drive gedeeltelijk wordt verbrand. Daardoor Ready-modus.
  • Pagina 47 De motor wordt uitgeschakeld. De auto ties en systemen. gaat over op de standby-modus. Activeer de parkeerrem. Principe Toyota Supra Command combi- neert de functies van een aantal schakelaars. Deze functies kunnen worden bediend met de controller en, afhankelijk van de uitvoering, via het touchscreen.
  • Pagina 48 Geen mobiel netwerk vens beschikbaar zijn. beschikbaar. • Zoeken naar bestemming: Kritiek laadniveau van de plaatsnamen kunnen worden mobiele telefoon bereikt. ingevoerd in alle in Toyota Supra Gegevensoverdracht niet Command beschikbare talen. mogelijk. Roaming actief.
  • Pagina 49 3-1. BEDIENING Symbool Betekenis In-/uitschakelen SMS-bericht ontvangen. Druk op de toets. Bericht ontvangen. "Split screen" Herinnering. Selecteren van de weergave Verzenden niet mogelijk. De weergave kan worden geselec- Contacten worden geladen. teerd in de menu's waarin de split ■ Entertainment screen-weergave mogelijk is.
  • Pagina 50 Algemeen duw te zetten of de airconditioning te gebruiken. Met behulp van de toetsen kunt u menu's direct oproepen. Met behulp van de controller kunt u menu-items selecteren en instellin- gen uitvoeren. Een aantal functies van Toyota...
  • Pagina 51 3-1. BEDIENING Supra Command kan worden Toetsen op de controller bediend met de touchpad van de controller, zie blz. 56. Toets Functie Eén keer indrukken: oproe- Bediening pen van het hoofdmenu. Twee keer indrukken: alle • Draaien om bijvoorbeeld naar menu-items van het hoofd- een ander menu-item te gaan.
  • Pagina 52 • In een van de twee richtingen Bediening met de controller kantelen om bijvoorbeeld naar een ander scherm te gaan. Oproepen van het hoofdmenu Druk op de toets. Het hoofdmenu wordt weergege- ven. Alle functies van Toyota Supra Command kunnen worden opge- roepen via het hoofdmenu.
  • Pagina 53 Hiermee kunt u bijvoorbeeld de hel- • Kantel de controller naar links. derheid van het scherm instellen. Het huidige scherm wordt afgesloten en Via Toyota Supra Command: in plaats daarvan wordt het vorige “My Vehicle” (mijn auto) scherm weergegeven.
  • Pagina 54 Het hoofdmenu wordt weergege- Bij gebruik van alfabetische ven. lijsten Alle functies van Toyota Supra Bij alfabetische lijsten met meer Command kunnen worden opge- dan 30 entries kunnen de beginlet- roepen via het hoofdmenu. ters van de beschikbare entries links worden weergegeven.
  • Pagina 55 Selecteren van een Via het touchscreen zijn verschil- menu-item lende instellingen mogelijk, zoals Kies het gewenste menu-item. die van de helderheid. Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) “System settings” (systeemin- stellingen) “Displays” (weergaven) “Control display” (regeldisplay) “Brightness at night” (helder-...
  • Pagina 56 • Gebruik altijd de bijbehorende tekens zoals accenten of Algemeen trema's, zodat de letter goed wordt herkend. De invoermoge- Een aantal functies van Toyota lijkheid is afhankelijk van de Supra Command kan worden ingestelde taal. Mogelijk moet u bediend met de touchpad van de speciale tekens invoeren met de controller.
  • Pagina 57 De toewijzing van de toets wissen Algemeen Houd toets 1 en 8 gedurende ongeveer 5 seconden gelijktij- Verschillende functies van Toyota Supra Command, zoals radiozen- dig ingedrukt. ders, bestemmingen van het navi- “OK” gatiesysteem en telefoonnummers, kunnen onder de voorkeuzetoetsen worden opgeslagen zodat ze direct kunnen worden opgeroepen.
  • Pagina 58 Houd u aan de desbe- Om ervoor te zorgen dat spraak- treffende wet- en regelgeving bij het commando's worden herkend, gebruik van de bijbehorende func- moet in Toyota Supra Command ties en systemen. een taal zijn ingesteld die wordt ondersteund door het spraakcom- Principe mandosysteem.
  • Pagina 59 3-1. BEDIENING Gebruik in dat geval Toyota Supra Bepaalde items uit een lijst, zoals Command om de functie te bedie- telefoonboekcontacten, kunnen ook nen. worden geselecteerd met het spraakcommandosysteem. Spreek de items daarbij exact uit zoals ze Spraakcommandosysteem in de desbetreffende lijst worden uitschakelen weergegeven.
  • Pagina 60 3-1. BEDIENING Schakel indien nodig de geluids- van een dienst gestuurd en daar lokaal opgeslagen. weergave van het entertain- Via Toyota Supra Command: mentsysteem in. “My Vehicle” (mijn auto) Druk op de toets op het “System settings” (systeemin- stuurwiel. stellingen) ›Media and radio‹...
  • Pagina 61 Informatie voor noodoproepen Selecteren van de taal Gebruik het spraakcommandosys- teem niet voor noodoproepen. Een Via Toyota Supra Command: stresssituatie kan gevolgen hebben “My Vehicle” (mijn auto) voor de uitspraak en het stemni- veau van een persoon. Daardoor “System settings” (systeemin-...
  • Pagina 62 “Date and time” (datum en tijd) Tijd "Time format:” (tijdweergave:) Selecteer de gewenste instel- De tijdzone instellen ling. Via Toyota Supra Command: De instelling wordt opgeslagen voor het op dat moment gebruikte “My Vehicle” (mijn auto) bestuurdersprofiel. “System settings” (systeemin-...
  • Pagina 63 Stel de maand en het jaar in. De weergave van de actuele locatie van de auto Instellen van de inschakelen/uitschakelen datumweergave Via Toyota Supra Command: Principe “My Vehicle” (mijn auto) Als de volgfunctie is geactiveerd, “System settings” (systeemin- wordt de actuele locatie van de...
  • Pagina 64 3-1. BEDIENING Regeldisplay Berichten Helderheid Principe Via Toyota Supra Command: Het menu toont alle berichten die in de auto binnenkomen centraal in “My Vehicle” (mijn auto) de vorm van een lijst. “System settings” (systeemin- stellingen) Algemeen “Displays” (weergaven) De volgende berichten kunnen wor- “Control display”...
  • Pagina 65 Deze per- Gegevensoverdracht soonlijke gegevens kunnen permanent worden gewist met Principe behulp van Toyota Supra Com- mand. Voor het gebruik van verschillende functies van de auto is gegevens- Algemeen overdracht naar Toyota of een dienstverlener noodzakelijk.
  • Pagina 66 Gegevens wissen Algemeen Volg de instructies op het regeldis- play. In het volgende overzicht ziet u de Via Toyota Supra Command: mogelijke functies en de daarvoor “My Vehicle” (mijn auto) beschikbare typen connectiviteit. De beschikbaarheid van functies is “System settings” (systeemin-...
  • Pagina 67 Apple CarPlay-apps zigd, zoals de zichtbaarheid van bedienen via Toyota Bluetooth en het apparaat. Raadpleeg de Supra Command en via WLAN. handleiding van het apparaat. spraakcommando's. Screen Mirroring: het Bluetooth inschakelen scherm van de smart- WLAN.
  • Pagina 68 • “Contact pictures” (foto's contac- • Voer hetzelfde controlenummer in ten) op het apparaat en via Toyota Supra Command en bevestig ver- Activeer deze functie om foto's bij de volgens. contacten weer te geven.
  • Pagina 69 • Pas de sterkte van het extreme omgevingsomstandigheden. Bluetooth-signaal op de mobiele Waarom kunnen telefoonfuncties telefoon aan; de procedure vari- niet via Toyota Supra Command eert per mobiele telefoon. worden gebruikt? • Pas het volume van de microfoon • De mobiele telefoon is mogelijk...
  • Pagina 70 USB-apparaat iPhone worden bediend via opgeslagen mediabestanden niet Siri-spraakbediening en met behulp altijd correct worden afgespeeld. van Toyota Supra Command. • Voor een correcte overdracht van de opgeslagen gegevens dient een USB-apparaat niet te worden opgeladen via de accessoireaan-...
  • Pagina 71 Desalniettemin functioneert iPhone. het mobiele apparaat niet zoals • Inschrijven voor de Toyota Supra verwacht. Connect-service: voorbereiding In dergelijke gevallen kan de vol- Apple CarPlay. gende uitleg hulp bieden:...
  • Pagina 72 • WLAN is ingeschakeld in de Mobiele apparaten beheren auto. Algemeen WLAN inschakelen • Na een eenmalige registratie Via Toyota Supra Command: worden apparaten automatisch “My Vehicle” (mijn auto) gedetecteerd en wordt er auto- “System settings” (systeemin- matisch verbinding mee gemaakt...
  • Pagina 73 Het is mogelijk om functies op een mee de verbinding is verbroken. geregistreerd of verbonden appa- raat te activeren of deactiveren. Via Toyota Supra Command: Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) “My Vehicle” (mijn auto) “System settings” (systeemin- stellingen) “System settings”...
  • Pagina 74 Houd u aan de desbetreffende wet- de telefoon en de extra telefoon. en regelgeving bij het gebruik van Via Toyota Supra Command: de bijbehorende functies en syste- “My Vehicle” (mijn auto) men. “System settings” (systeemin-...
  • Pagina 75 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen Overzicht WAARSCHUWING Personen of huisdieren die in de auto achterblijven kunnen de portieren van binnenuit vergrendelen en zichzelf opsluiten. In dat geval kan de auto niet van buitenaf worden geopend. Er bestaat een kans op letsel. Neem de afstandsbediening altijd mee als u de auto verlaat zodat u de auto van bui- tenaf kunt openen.
  • Pagina 76 3-1. BEDIENING door middel van comfortsluiten, moeten De auto is operationeel (zie blz. 45) nadat een van de portieren is ze door middel van comfortopenen wor- geopend. den uitgeklapt. • Of de ruit verder wordt geopend De werking van de verlichtingsfunc- om het instappen gemakkelijker ties kan afhankelijk zijn van de hoe- te maken.
  • Pagina 77 3-1. BEDIENING De buitenspiegels worden inge- Druk op de toets op de klapt. afstandsbediening. Als de alarmknipperlichten zijn De volgende functies worden uitge- ingeschakeld, worden de buiten- voerd: spiegels niet ingeklapt. • Beide portieren, de achterklep en de tankdopklep worden ver- De interieur- en grendeld.
  • Pagina 78 Druk het kapje weer op zijn plaats. Het vertraagd uitschakelen van de koplampen activeren Lever oude batterijen in bij een erkende Toyota-dealer of Houd de toets op de hersteller/reparateur of een afstandsbediening ongeveer andere naar behoren gekwa- 1 seconde ingedrukt.
  • Pagina 79 Een verloren afstandsbediening mobiele apparaten, zoals een kunt u laten blokkeren en vervan- mobiele telefoon. gen bij een erkende Toyota-dealer • De afstandsbediening bevindt of hersteller/reparateur of een zich in de directe omgeving van andere naar behoren gekwalifi- een draadloos oplaadstation.
  • Pagina 80 OPMERKING Toyota Supra Connect-app. Het portierslot is stevig met het portier Dit vereist een actief Toyota Supra Con- verbonden. De portiergreep is een beweegbaar onderdeel. Als u aan de nect-contract en de Toyota Supra Con- portiergreep trekt terwijl de geïnte-...
  • Pagina 81 3-1. BEDIENING Ontgrendelen/vergrendelen via het portierslot Houd met één hand de portier- greep naar buiten getrokken. Het andere portier moet vanuit het interieur van de auto worden ont- grendeld of vergrendeld. Alarmsysteem Duw met een vinger van uw Het alarmsysteem wordt niet inge- andere hand het kapje vanaf de schakeld als de auto wordt vergren- achterzijde van de portiergreep...
  • Pagina 82 3-1. BEDIENING Smart entry-systeem met Overzicht startknop Principe Met deze functie hebt u toegang tot de auto zonder de afstandsbedie- ning te hoeven bedienen. Als u de afstandsbediening bij u hebt, bijvoorbeeld in uw broekzak, is dat al voldoende. Toetsen centrale vergrendeling. De auto herkent de afstandsbedie- ning automatisch wanneer deze Vergrendelen...
  • Pagina 83 3-1. BEDIENING Belangrijke punten Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING  De bestuurder moet altijd de De auto zendt radiogolven uit als het afstandsbediening bij zich dra- Smart entry-systeem met startknop wordt gebruikt om de portieren te ver- gen en meenemen bij het verla- grendelen of ontgrendelen, de achter- ten van de auto.
  • Pagina 84 3-1. BEDIENING Bereik van de radiogolven van het Smart entry-systeem met startknop Aan de voorzijde van de middenconsole Aan de achterzijde van de middenconsole In de bagageruimte en bij de achterbumper Bij de portiergreep van elk portier als de auto wordt ontgrendeld. Ontgrendelen •...
  • Pagina 85 3-1. BEDIENING Ontgrendelen van de auto Raak met een vinger het gegroefde gedeelte van de portiergreep van een gesloten portier van de auto Pak de portiergreep van de auto ongeveer 1 seconde aan zonder de goed vast. portiergreep vast te pakken. Vergrendelen Achterklep Algemeen...
  • Pagina 86 3-1. BEDIENING Noodontgrendeling achterklep OPMERKING De achterklep zwaait bij het openen naar achteren en omhoog. Er bestaat een kans op schade. Houd bij het openen en sluiten van de achterklep het bewegingsgebied vrij. Openen en sluiten Openen van buitenaf Trek aan de handgreep in de baga- •...
  • Pagina 87 Als een ander bestuurdersprofiel laatst geselecteerde display weerge- wordt geselecteerd via Toyota geven op het regeldisplay. Supra Command, worden de daarin Annuleren van het welkomstscherm opgeslagen instellingen automa- via Toyota Supra Command: “OK” tisch toegepast. Het nieuwe...
  • Pagina 88 Om verwarring van bestuurderspro- ning van een andere bestuurder. fielen te voorkomen is het mogelijk om het op dat moment gebruikte Via Toyota Supra Command: bestuurdersprofiel een eigen naam “My Vehicle” (mijn auto) te geven. “Driver profiles” (bestuurderspro-...
  • Pagina 89 “OK” dersprofiel worden overschreven door de instellingen van het geïm- Een bestuurdersprofiel exporteren porteerde bestuurdersprofiel. Via Toyota Supra Command: De meeste instellingen van het op “My Vehicle” (mijn auto) dat moment gebruikte bestuurders- profiel kunnen worden geëxpor- “Driver profiles” (bestuurderspro- teerd.
  • Pagina 90 De beschikbaarheid van deze • Als zich meerdere afstandsbedie- instellingen is afhankelijk van de ningen in het detectiegebied uitrusting en de landspecificatie. rondom de auto bevinden. Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) Instellingen “Vehicle settings” (instellingen auto) Algemeen "Doors/Key"...
  • Pagina 91 3-1. BEDIENING ingesteld op de laatst ingestelde Automatische ontgrendeling stand. Via Toyota Supra Command: De laatst ingestelde stand is onaf- hankelijk van de via het stoelver- “My Vehicle” (mijn auto) stellingsgeheugen opgeslagen “Vehicle settings” (instellingen standen. auto) "Doors/Key" (portieren/sleutel) Bevestigingssignalen van de “Unlock at end of journey”...
  • Pagina 92 3-1. BEDIENING De auto gaat over op de inactieve Openen van de portieren bij modus (zie blz. 44) als de voorportieren ingeschakeld alarmsysteem worden geopend. Als een portier wordt ontgrendeld Alarmsysteem met de geïntegreerde sleutel en vervolgens wordt geopend, wordt het alarmsysteem geactiveerd.
  • Pagina 93 3-1. BEDIENING alarmsysteem zijn niet actief Voorkomen van vals alarm omdat de portieren, de motorkap en/of de achterklep niet goed gesloten zijn. De te openen car- Algemeen rosseriedelen worden alleen Het kan voorkomen dat de helling- door het alarmsysteem bewaakt sensor en de bewegingssensor in als ze goed zijn gesloten.
  • Pagina 94 3-1. BEDIENING Stoppen van het alarm Voorwaarden voor werking • Ontgrendel de auto met de De ruiten kunnen worden bediend afstandsbediening, indien nodig onder de volgende voorwaarden. met behulp van de speciale • Standby-modus is actief. ID-functie van de afstandsbedie- •...
  • Pagina 95 3-1. BEDIENING Stoelen, spiegels en Klembeveiliging stuurwiel Algemeen Uitrusting Als de ruit tijdens het sluiten een bepaalde weerstand ondervindt, Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- wordt het sluiten onderbroken. daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor De ruit wordt dan weer iets de modelserie.
  • Pagina 96 3-1. BEDIENING Stoelen Handmatig verstelbare stoelen Veiligheidsaanwijzingen Overzicht WAARSCHUWING Door de stoel tijdens een rit te verstel- len kan deze onverwacht in beweging 5 4 3 komen. U kunt de controle over de auto verliezen. Er bestaat een kans op ongevallen. Verstel de bestuur- dersstoel alleen als de auto stilstaat.
  • Pagina 97 3-1. BEDIENING Hoogte Hoek zitting Trek de hendel herhaaldelijk Trek de hendel herhaaldelijk omhoog of duw hem herhaaldelijk omhoog of duw hem herhaaldelijk omlaag totdat de stoel de gewenste omlaag totdat de stoel de gewenste hoogte heeft bereikt. hoek heeft bereikt. Elektrisch verstelbare Naar voren/achteren stoelen...
  • Pagina 98 3-1. BEDIENING Overzicht Hoogte Naar voren/achteren, hoogte, Druk de knop omhoog of omlaag. hoek zitting Hoek zitting Geheugen bestuurdersstoelver- stelling Hoek rugleuning Breedte rugleuning Lendensteun Naar voren/achteren Kantel de knop omhoog of omlaag. Hoek rugleuning Druk de knop naar voren of naar achteren.
  • Pagina 99 3-1. BEDIENING Lendensteun Instellen • Druk op de voorzijde Principe van de knop: De rugleu- ning wordt minder De welving van de rugleuning kan breed. zo worden aangepast, dat de • Druk op de achterzijde lende, de lordose, wordt onder- van de knop: De rugleu- steund.
  • Pagina 100 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Veiligheidsgordels zijn ontworpen om WAARSCHUWING tegen het skelet van het lichaam te rusten en moeten respectievelijk laag Gebruik een veiligheidsgordel nooit over de voorkant van het bekken wor- voor meer dan één persoon tegelijk. den gedragen, of tegen het bekken, Anders kan het beschermende effect de borst en de schouders aan liggen.
  • Pagina 101 Toyota-dealer of hersteller/reparateur veiligheidsgordels en airbags, op of een andere naar behoren gekwalifi- de juiste manier werken bij een ceerde en uitgeruste deskundige.
  • Pagina 102 3-1. BEDIENING de juiste manier te dragen blijven de veiligheidsgordel niet op de juiste inzittenden goed in hun stoel zitten manier wordt gedragen, neemt de en wordt voorkomen dat ze onderde- effectiviteit als beschermingssys- len van het interieur raken of uit de teem voor inzittenden sterk af.
  • Pagina 103 3-1. BEDIENING Het gebruik van veiligheidsgordels WAARSCHUWING kan verplicht zijn volgens lokale wet- Zet de rugleuning tijdens het rijden en regelgeving. Als een veiligheids- niet te ver achterover. gordel niet op de juiste manier wordt gedragen, kan een inzittende bij plot- seling remmen of een aanrijding in contact komen met onderdelen van het interieur of uit de auto geslingerd...
  • Pagina 104 3-1. BEDIENING • Stel de lengte van de gordel goed Waarschuwing af. Trek, om het heupgedeelte van veiligheidsgordel voor de gordel te verstellen en te con- bestuurders- en troleren of de gesp goed vastge- voorpassagiersstoel klikt is in de gordelsluiting, de schoudergordel omhoog totdat het heupgedeelte van de gordel strak Algemeen...
  • Pagina 105 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING • Gebruik alleen accessoires waar- WAARSCHUWING voor is aangegeven dat ze veilig aan de hoofdsteun bevestigd kun- Objecten die u in de spiegel ziet, zijn nen worden. dichterbij dan ze lijken te zijn. De afstand tot weggebruikers achter de •...
  • Pagina 106 3-1. BEDIENING Storing Automatische parkeerfunctie, buitenspiegel Druk bij een storing in het elektri- sche systeem op de randen van het Principe spiegelglas om de spiegel te ver- stellen. Als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt het spiegelglas In- en uitklappen aan passagierszijde naar beneden gekanteld.
  • Pagina 107 3-1. BEDIENING Klap de hendel omlaag. Overzicht Beweeg het stuurwiel naar de gewenste hoogte en hoek, pas- send bij uw zitpositie. Duw de hendel weer omhoog. Geheugenfunctie Principe De geheugenfunctie kan de vol- gende instellingen opslaan en Voorwaarden voor werking oproepen, indien gewenst: •...
  • Pagina 108 3-1. BEDIENING Stoelverwarming WAARSCHUWING Er bestaat een kans op beknelling als de stoelen worden verschoven. Er Overzicht bestaat een kans op letsel en schade. Zorg er vóór het verstellen voor dat er geen obstakels aanwezig zijn in het gebied waarin de stoel beweegt. Overzicht Stoelverwarming De geheugentoetsen bevinden zich...
  • Pagina 109 Toyota baby- of kinderzitje. Laat men met betrekking tot veiligheid. een kind niet meerijden in de auto ter- Houd u aan de desbetreffende wet- wijl het niet is vastgezet.
  • Pagina 110 3-1. BEDIENING Belangrijke overwegingen Niet voor Australië/Nieuw-Zeeland: Kinderen op de Veiligheidsaanwijzing voorpassagiersstoel WAARSCHUWING Algemeen Alleen in de auto achtergelaten kinde- ren of huisdieren kunnen de auto in Zorg er bij het gebruik van een beweging brengen en daardoor zich- baby- of kinderzitje op de voorpas- zelf en andere weggebruikers in gevaar sagiersstoel voor dat de airbag brengen, bijvoorbeeld door de volgende...
  • Pagina 111 Als baby- of kinderzitjes en hun bevestigingssystemen bij een ongeval beschadigd zijn of aan extreme krachten zijn blootgesteld, laat ze dan controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi- ceerde en uitgeruste deskundige en laat ze indien nodig vervangen.
  • Pagina 112 3-1. BEDIENING Niet voor Australië/Nieuw-Zeeland: Op de voorpassagiersstoel Uitschakelen van airbags WAARSCHUWING Ingeschakelde voorpassagiersairbags die worden opgeblazen, kunnen een Volg de instructies op de zonneklep kind in een baby- of kinderzitje verwon- voor de voorpassagier. den. Er bestaat een kans op letsel. Zorg Gebruik NOOIT een tegen de rij- ervoor dat de voorpassagiersairbags richting in geplaatst baby- of kinder-...
  • Pagina 113 3-1. BEDIENING gebruikt op de desbetreffende stoe- Breedte rugleuning len en of de baby- en kinderzitjes geschikt zijn voor of voldoen aan Met verstelbare breedte van de rug- ISOfix: geschikte stoelen voor baby- leuning: Maak de rugleuning zo en kinderzitjes, zie blz. 115. breed mogelijk alvorens een baby- of kinderzitje op de voorpassagiers- Steunen voor onderste...
  • Pagina 114 3-1. BEDIENING Plaatsen van ISOfix-baby- en OPMERKING kinderzitjes De bevestigingspunten voor de bovenste bevestigingsgordel van Plaats het baby- of kinderzitje, baby- en kinderzitjes zijn alleen zie de aanwijzingen van de bedoeld voor deze bevestigingsgor- del. De bevestigingspunten kunnen fabrikant. beschadigd raken als er andere Zorg ervoor dat beide objecten aan worden bevestigd.
  • Pagina 115 Plaatsingsrichting wettelijke voorschriften. Hoofdsteunen Aanvullende informatie is te verkrij- Haak voor de bovenste bevesti- gen bij een erkende Toyota-dealer of gingsgordel hersteller/reparateur of een andere Bevestigingspunt/-oog naar behoren gekwalificeerde en uit- Vloer van de auto geruste deskundige.
  • Pagina 116 3-1. BEDIENING  Auto's met rechtse besturing : Gebruik alleen een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand ON staat. *1, 2 Compatibiliteit van de passagiersstoel met baby- en kinderzitjes (ASEAN-landen Geschikt voor een “universeel” zonder onderste baby- of kinderzitje vastgezet ISOfix-bevestigingspunt en...
  • Pagina 117 3-1. BEDIENING Compatibiliteit van de *1, 2 passagiersstoel met baby- en kinderzitjes (Mexico) Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel. Gebruik nooit een tegen de rij- richting in geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpassa- giersstoel. : Schuif de voorstoel helemaal naar achteren.
  • Pagina 118 3-1. BEDIENING het kinderzitje en de rugleuning, stel Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje vastgezet met de rugleuning dan af totdat het zitje en een veiligheidsgordel. de rugleuning goed contact maken. Geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitje. Met een bevestigingspunt voor de bovenste gordel.
  • Pagina 119 3-1. BEDIENING Compatibiliteit van de passagiersstoel met baby- en kinderzitjes (Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland zonder onderste ISOfix-bevestigingspunt en aan/uit-schakelaar airbag) : Gebruik alleen een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje. Compatibiliteit van de passagiersstoel met baby- en kinderzitjes (Oekraïne, Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland, Moldavië, Azerbeidzjan, Armenië, *1, 2...
  • Pagina 120 3-1. BEDIENING Compatibiliteit van de passagiersstoel *1, 2 met baby- en kinderzitjes (Oekraïne, Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland, Moldavië, Azerbeidzjan, Armenië, Georgië, Oezbekistan, Kazachstan, Geschikt voor een “universeel” Kyrgyzstan, Tadzjikistan en baby- of kinderzitje vastgezet met Turkmenistan met onderste een veiligheidsgordel. ISOfix-bevestigingspunt en Geschikt voor een baby- of kin- derzitje dat is vermeld in de tabel...
  • Pagina 121 3-1. BEDIENING Compatibiliteit van de passagiersstoel Geschikt voor ISOfix-baby- of kin- derzitje. met baby- en kinderzitjes (behalve Oekraïne, Rusland, Israël, Turkije, Met een bevestigingspunt voor de Wit-Rusland, Moldavië, Azerbeidzjan, bovenste gordel. Armenië, Georgië, Oezbekistan, Kazachstan, Kyrgyzstan, Tadzjikistan, Gebruik nooit een tegen de rijrich- ting in geplaatst baby- of kinderzitje Turkmenistan, ASEAN-landen, op de voorpassagiersstoel als de...
  • Pagina 122 3-1. BEDIENING Geschikt voor een “universeel” Compatibiliteit van de baby- of kinderzitje vastgezet passagiersstoel met baby- en met een veiligheidsgordel. kinderzitjes (Taiwan) Geschikt voor een baby- of kin- derzitje dat is vermeld in de tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzit- jes (→Blz.132).
  • Pagina 123 3-1. BEDIENING Gedetailleerde informatie over het plaatsen van een baby- of kinderzitje (ASEAN-landen en Zuid-Afrika met onderste ISOfix-bevestigingspunt en aan/uit-schakelaar airbag) Zitpositie Stoelpositienummer Aan/uit-schakelaar airbag Zitpositie geschikt voor universele zitje vastgezet met gordel (Ja/Nee) Alleen in de rijrichting Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Zitpositie geschikt voor zijwaarts geplaatst zitje (L1/L2/Nee) Geschikte bevestiging voor tegen de rij-...
  • Pagina 124 3-1. BEDIENING Bevestiging Beschrijving Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje Naar links gericht babyzitje (reiswieg) Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg) Zitkussen Zitkussen  Indien bij het plaatsen van een  Indien bij het plaatsen van een kinderzitje met steunvoet de rug- zitkussen het kind in het baby- of leuning in de weg zit wanneer u kinderzitje erg rechtop zit, zet u...
  • Pagina 125 3-1. BEDIENING Zitpositie Stoelpositienummer Geschikte bevestiging voor tegen de rijrichting in geplaatst zitje (R1/R2X/R2/R3/Nee) Geschikte bevestiging voor in de rijrichting geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee) Geschikte bevestiging voor zitkussen (B2/B3/Nee) B2, B3 ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “beves- tigingen”. Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande tabel genoemde “bevestigingen”.
  • Pagina 126 3-1. BEDIENING de rugleuning in een comfortabe- lere stand. En als het schouder- bevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.  Als het baby- of kinderzitje een steunpoot heeft, verwijder dan altijd eerst de vloermat voordat u ...
  • Pagina 127 Gewichtsgroepen kinderzitje Aan/uit-schakelaar airbag 0, 0+ MIDI 2 (Ja/Nee) Minder dan 13 kg TOYOTA DUO PLUS (Ja/Nee) 9 - 18 kg MIDI 2 (Ja/Nee) alleen in de rijrichting De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijg- baar buiten Latijns-Amerika.
  • Pagina 128 3-1. BEDIENING de rugleuning in een comfortabe- lere stand. En als het schouder- bevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.  Als het baby- of kinderzitje een steunpoot heeft, verwijder dan altijd eerst de vloermat voordat u ...
  • Pagina 129 3-1. BEDIENING Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschikt- heid of informeer bij de verkoper van uw kinderzitje. Bevestiging Beschrijving In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte...
  • Pagina 130 3-1. BEDIENING Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onder- staande tabel voor het soort “bevestiging”. Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst”...
  • Pagina 131 3-1. BEDIENING Zitpositie Stoelpositienummer Aan/uit-schakelaar airbag Geschikte bevestiging voor tegen de rij- richting in geplaatst zitje R1, R2 (R1/R2X/R2/R3/Nee) Geschikte bevestiging voor in de rijrichting F2X, F2, F3 F2X, F2, F3 geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee) Geschikte bevestiging voor zitkussen B2, B3 B2, B3 (B2/B3/Nee) : Zet de stoel altijd in de laagste stand.
  • Pagina 132 0, 0+ HEIDSGORDELBE- Minder dan 13 kg VESTIGING, BASE PLATFORM (Ja/Nee) TOYOTA DUO PLUS 9 - 18 kg (Ja/Nee) De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijg- baar buiten de EU.  Indien bij het plaatsen van een ...
  • Pagina 133 Turkmenistan zonder onderste ISOfix-bevestigingspunt en aan/uit-schakelaar airbag) Zitpositie Gewichtsgroepen Aanbevolen baby- of kinderzitje TOYOTA DUO PLUS (Ja/Nee) 9 - 18 kg De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijg- baar buiten de EU.  Indien bij het plaatsen van een...
  • Pagina 134 3-1. BEDIENING Rijden Stop & Start-systeem Uitrusting Principe Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- Het Stop & Start-systeem helpt u daard, landspecifieke en speciale brandstof te besparen. Het systeem uitrusting die beschikbaar is voor stopt de motor als de auto stilstaat, de modelserie.
  • Pagina 135 3-1. BEDIENING  Hoge buitentemperatuur en wer- Automatische transmissie: king van de automatische aircon- handmatig uitschakelen motor ditioning. Als de motor niet automatisch is uit-  Interieur niet verwarmd of geschakeld toen de auto tot stil- gekoeld tot de gewenste tempe- stand kwam, kan hij handmatig ratuur.
  • Pagina 136 3-1. BEDIENING Veiligheidsfunctie Handmatig in-/uitschakelen van het systeem Als de motor automatisch is uitge- schakeld, zal hij niet automatisch Principe worden gestart als aan een van de volgende voorwaarden wordt vol- De motor wordt niet automatisch daan: uitgeschakeld.  Bestuurdersgordel los en De motor wordt gestart terwijl de bestuurdersportier open.
  • Pagina 137 U kunt blijven rijden. ● Indrukken van de startknop. Laat het systeem nakijken door een ● Deactiveren van de parkeerrem. erkende Toyota-dealer of herstel- ler/reparateur of een andere naar ● Openen en sluiten van de portieren behoren gekwalificeerde en uitge- of ruiten.
  • Pagina 138 3-1. BEDIENING Houd de schakelaar omhoog WAARSCHUWING getrokken. De auto remt sterk af ● In stand N zetten van de selectie- zolang de schakelaar omhoog hendel. getrokken blijft. ● Bedienen van functies van de auto. Het controlelampje in het instrumentenpaneel Dat kan leiden tot een ongeval en let- brandt rood, er klinkt een sel.
  • Pagina 139 Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag. Richtingaanwijzer De duur van het driemaal knipperen kan worden ingesteld. Richtingaanwijzer in Via Toyota Supra Command: buitenspiegel “My Vehicle” (mijn auto) Klap de buitenspiegels niet in tij- “Vehicle settings” (instellingen dens het rijden of tijdens het bedie-...
  • Pagina 140 3-1. BEDIENING Grootlicht, lichtsignaal OPMERKING Als de ruitenwissers zijn vastgevroren Duw de hendel naar voren of trek aan de voorruit, kan het inschakelen hem naar achteren. ervan leiden tot afscheuren van de ruitenwisserbladen en oververhitting van de ruitenwissermotor. Er bestaat een kans op schade.
  • Pagina 141 3-1. BEDIENING Uitschakelen en Veiligheidsaanwijzing intervalstand OPMERKING In autowasstraten komen de ruiten- wissers mogelijk onbedoeld in bewe- ging als de regensensor is ingeschakeld. Er bestaat een kans op schade. Schakel de regensensor uit in autowasstraten. Inschakelen Druk de hendel omlaag. ...
  • Pagina 142 3-1. BEDIENING Instellen van de gevoeligheid van Reinigen van de voorruit de regensensor Trek aan de hendel. Draai aan het kartelwieltje om de Vloeistof uit het sproeierreservoir gevoeligheid van de regensensor in wordt op de voorruit gespoten en te stellen. de ruitenwissers werken even.
  • Pagina 143 3-1. BEDIENING Til de ruitenwissers volledig van Veiligheidsaanwijzingen de voorruit. WAARSCHUWING Als de ruitenwissers in beweging komen terwijl ze weggeklapt zijn van de voorruit, kunnen lichaamsdelen bekneld raken of kan de auto bescha- digd raken. Er bestaat een kans op letsel en schade.
  • Pagina 144 3-1. BEDIENING ■ Stand P wordt automatisch Veiligheidsaanwijzing ingeschakeld De selectiehendel wordt bijvoor- WAARSCHUWING beeld in de volgende situaties auto- Een auto die niet tegen wegrollen is matisch in stand P gezet: beveiligd kan in beweging komen en  Als de Drive Ready-modus wordt wegrollen.
  • Pagina 145 3-1. BEDIENING Selectiehendel in stand D, N of R Selectiehendel in stand P zetten zetten Een blokkering van de selectiehen- del voorkomt onjuiste bediening:  Onbedoeld de selectiehendel in stand R zetten.  Onbedoeld de selectiehendel vanuit stand P in een andere stand zetten.
  • Pagina 146 3-1. BEDIENING Activeren van de handmatige OPMERKING bediening De selectiehendel wordt automatisch in stand P gezet als de standby-modus wordt uitgeschakeld. Er bestaat een kans op schade. Schakel de standby-modus niet uit in autowasstraten. De selectiehendel wordt na onge- veer 35 minuten automatisch in stand P gezet, ongeacht of de standby-modus is ingeschakeld.
  • Pagina 147 3-1. BEDIENING Algemeen Schakelen ■ Schakelen Er wordt alleen geschakeld bij een geschikt motortoerental en een geschikte rijsnelheid. ■ Kortdurende handmatige bediening Door met de selectiehendel in stand D een paddle shift-schake- laar te bedienen schakelt het sys- teem tijdelijk over op handmatige ...
  • Pagina 148 3-1. BEDIENING Ontgrendelen is mogelijk als de Raadpleeg voor meer informatie startmotor de motor kan laten het hoofdstuk Slepen, zie blz. 346. draaien. Activeer vóór het ontgrendelen van Launch control de transmissieblokkering de par- keerrem om te voorkomen dat de Principe auto wegrolt.
  • Pagina 149 3-1. BEDIENING TRACTION wordt weergegeven op het SPORT-modusschakelaar instrumentenpaneel en het controle- lampje VSC OFF gaat branden. Zet de selectiehendel in stand Principe De SPORT-modusschakelaar beïn- Trap het rempedaal met uw lin- vloedt de rijdynamiekeigenschap- kervoet stevig in. pen van de auto. Trap het gaspedaal volledig in en houd het in de kickdown- Algemeen...
  • Pagina 150 3-1. BEDIENING ■ Configureren Rijmodi Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) “Vehicle settings” (instellingen Toets in de auto auto) “Configure SPORT INDIVI- DUAL” (configureer SPORT Configu- Toets Rijmodus INDIVIDUAL) ratie “Customise Settings” (persoon- Aanpas- SPORT SPORT lijke voorkeursinstellingen)
  • Pagina 151 Wijzigingen in de displays van het cruise control, worden weergege- instrumentenpaneel kunnen wor- ven. De displays verschillen moge- den gedeactiveerd via Toyota lijk, afhankelijk van de uitrusting en Supra Command. landspecificatie. De displays van het instrumenten- paneel verschillen soms mogelijk van de afbeeldingen in de handlei- ding.
  • Pagina 152 3-1. BEDIENING Display sportmodus Voertuigmeldingen verbergen Principe Het display kan worden gewijzigd voor de sportmodus. Wijzigen van de weergave Druk op de SPORT-modusschake- laar totdat SPORT wordt weergegeven. Druk op de toets op de richtingaan- wijzerhendel. De rijmodus wordt gewijzigd naar de sportmodus.
  • Pagina 153 3-1. BEDIENING Via Toyota Supra Command: Weergeven van in het “My vehicle” (mijn auto) geheugen opgeslagen voertuigmeldingen “Vehicle status” (status auto) “Vehicle messages” (voer- Via Toyota Supra Command: tuigmeldingen) “My vehicle” (mijn auto) Selecteer het gewenste tekstbe- “Vehicle status” (status auto) richt.
  • Pagina 154 De veiligheidsgordel van Laat de auto onmiddellijk de bestuurder is niet vast- nakijken door een gemaakt. Sommige land- erkende Toyota-dealer of specificaties: de hersteller/reparateur of voorpassagiersgordel is een andere naar behoren niet vastgemaakt of er gekwalificeerde en uitge- wordt gesignaleerd dat er ruste deskundige.
  • Pagina 155 Laat het systeem onmid- len van de bandenspanning dellijk nakijken door een kan niet worden gesigna- erkende Toyota-dealer of leerd. hersteller/reparateur of • Storing door systemen of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge- apparaten met dezelfde ruste deskundige.
  • Pagina 156 De stuurinrichting is Het stadslicht is ingescha- mogelijk defect. keld. Laat het systeem nakij- Stadslicht/dimlicht, zie ken door een erkende blz. 172. Toyota-dealer of herstel- ler/reparateur of een andere naar behoren Dimlicht gekwalificeerde en uitge- ruste deskundige. Het dimlicht is ingescha- keld.
  • Pagina 157 3-1. BEDIENING Schakeladvieslampjes Blauwe lampjes Grootlicht Principe Afhankelijk van de uitrusting geven Het grootlicht is ingescha- de schakeladvieslampjes op de keld. toerenteller het optimale schakel- Grootlicht, zie blz. 140. moment aan waarop de best moge- lijke acceleratie kan worden bereikt. Brandstofmeter Voorwaarden voor werking Principe...
  • Pagina 158 3-1. BEDIENING Wanneer het maximaal toegestane Koelvloeistoftemperatuur motortoerental wordt bereikt, knip- pert het volledige display rood en wordt de brandstoftoevoer beperkt Weergave om de motor te beschermen. • Bij een lage motortem- Standby-modus en Drive peratuur: Alleen de seg- menten in het lage Ready-modus temperatuurbereik lich- ten op.
  • Pagina 159 3-1. BEDIENING Via Toyota Supra Command: Veiligheidsaanwijzing “My vehicle” (mijn auto) WAARSCHUWING “Vehicle status” (status auto) Zelfs bij temperaturen boven +3°C is er “Service requirements” mogelijk een verhoogd risico op ijzel, (onderhoudsvereisten) bijvoorbeeld op bruggen of op delen Essentiële onderhoudsprocedures en van de weg die in de schaduw liggen.
  • Pagina 160 3-1. BEDIENING evenals aanvullende symbolen, Schakelindicator indien van toepassing, bijvoor- beeld onder natte omstandigheden. Principe Algemeen Het systeem beveelt de meest effi- ciënte versnelling aan voor de actu- De camera in het gebied van de ele rijomstandigheden. binnenspiegel signaleert verkeers- borden aan de rand van de weg evenals allerlei borden boven de Algemeen...
  • Pagina 161 Toyota Afhankelijk van de uitvoering wordt Supra Command weergegeven. mogelijk ook een aanvullend sym- bool met afstandsinformatie weer- Weergave via Toyota Supra gegeven om het einde van het Command inhaalverbod weer te geven. “My vehicle” (mijn auto) Veiligheidsaanwijzing “System settings”...
  • Pagina 162 Speed Limit Info niet Snelheidslimiet is van toe- beschikbaar. passing op afrit rechts. Het display knippert als de gesigna- Instellingen leerde snelheidslimiet wordt over- schreden. Via Toyota Supra Command: “My vehicle” (mijn auto) “System settings” (systeemin- stellingen) “Displays” (weergaven) “Instrument cluster” (instrumen- tenpaneel)
  • Pagina 163 3-1. BEDIENING Selecteer de gewenste instel-  Als gevolg van onjuiste signale- ling: ring door de camera.  “Warning when speeding” (waar-  Als de in het navigatiesysteem schuwing bij te hard rijden): acti- opgeslagen snelheidslimieten of veer of deactiveer het knipperen de weggegevens onjuist zijn.
  • Pagina 164 Er kan worden geselecteerd of bepaalde informatie van de boord- Boordcomputer op het computer kan worden opgeroepen instrumentenpaneel op het instrumentenpaneel: Via Toyota Supra Command: Principe “My vehicle” (mijn auto) “System settings” (systeemin- De boordcomputer toont verschil- stellingen) lende voertuiggerelateerde gege- vens, bijvoorbeeld gemiddelde “Displays”...
  • Pagina 165 3-1. BEDIENING “Instrument cluster” (instrumen- ■ Algemeen tenpaneel) De geschatte actieradius die moge- lijk is met de resterende brandstof “On-board computer” (boord- wordt permanent weergegeven op computer) het instrumentenpaneel. Selecteer de gewenste instel- Er wordt kort een voertuigmelding ling. weergegeven wanneer de actiera- De instelling wordt opgeslagen voor dius klein is.
  • Pagina 166 • “Trip computer” (dagteller): de waarden geven een overzicht van een bepaalde route en kun- nen zo vaak als nodig worden gereset. De boordcomputer of dagteller oproepen Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) Houd de toets op de richtingaanwij- zerhendel ingedrukt.
  • Pagina 167 “On-board computer” (boord- computer) of “Trip computer” Weergave op het (dagteller) regeldisplay De boordcomputer resetten Overzicht Via Toyota Supra Command: De volgende informatie wordt weer- “My Vehicle” (mijn auto) gegeven: “Driving information” (rij-infor-  Koppel. matie)  Vermogen.
  • Pagina 168 De status van de auto Druk op de controller. oproepen Activeren/deactiveren van de Via Toyota Supra Command: snelheidswaarschuwing “My vehicle” (mijn auto) Via Toyota Supra Command: “Vehicle status” (status auto) “My Vehicle” (mijn auto) Overzicht van de informatie “Vehicle settings”...
  • Pagina 169 354. De weergave selecteren Voor het head-up display zijn ver- Overzicht schillende weergaven beschikbaar. Via Toyota Supra Command: “My vehicle” (mijn auto) “System settings” (systeemin- stellingen) “Displays” (weergaven) “Head-up display” Selecteer de gewenste instel- ling.
  • Pagina 170  Objecten die op het kapje van het head-up display zijn geplaatst. Aanpassen van de hoogte  Zonnebrillen met bepaalde polari- satiefilters. Via Toyota Supra Command:  Een nat wegdek. “My vehicle” (mijn auto)  Ongunstige lichtinval. “Toyota Supra Command set- Als het beeld is vervormd, laat dan de tings”...
  • Pagina 171 3-1. BEDIENING Verlichting Symbool Functie Uitrusting Mistachterlicht. Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale Verlichting uit. uitrusting die beschikbaar is voor Dagrijverlichting. de modelserie. Er kunnen dan ook uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aan- Stadslicht.
  • Pagina 172 3-1. BEDIENING Algemeen Stadslicht Mogelijk gaan de koplampen ook Algemeen branden wanneer de zon laag staat tegen een blauwe hemel. Het stadslicht kan alleen worden Als het dimlicht handmatig is inge- ingeschakeld bij lage snelheden. schakeld, wordt de automatische verlichting gedeactiveerd. Inschakelen Inschakelen Druk op de toets van de...
  • Pagina 173 3-1. BEDIENING Inschakelen/uitschakelen Het controlelampje in het instrumentenpaneel gaat Via Toyota Supra Command: branden. “My Vehicle” (mijn auto) Druk nogmaals op de toets om het “Vehicle settings” (instellingen dimlicht in te schakelen zodra de auto) standby-modus wordt ingescha- keld. “Exterior lighting” (verlichting...
  • Pagina 174 In dat geval kan de licht wordt vergroot. dagrijverlichting niet worden uitge- schakeld. Bochtverlichting Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) Bij scherpe bochten tot een bepaalde snelheid, bijvoorbeeld in “Vehicle Settings” (instellingen haarspeldbochten of bij het afslaan,...
  • Pagina 175 3-1. BEDIENING Druk op de toets op de richting- Algemeen aanwijzerhendel. Het Automatic High Beam-systeem zorgt ervoor dat het grootlicht wordt ingeschakeld wanneer de verkeers- situatie dat toelaat. Bij lage snelhe- den wordt het grootlicht niet door het systeem ingeschakeld. Het systeem reageert op de verlich- ting van tegemoetkomend verkeer en van voorliggers en op het omge-...
  • Pagina 176 3-1. BEDIENING  In slecht verlichte steden of op Uitschakelen plekken met sterk reflecterende verkeersborden.  Wanneer de voorruit vóór de bin- nenspiegel is bedekt met con- dens, vuil, stickers, labels, enz. Mistlampen Mistachterlicht Druk op de toets op de richtingaan- wijzerhendel.
  • Pagina 177 Interieurverlichting worden door uw koplampen. Algemeen Omschakelen van de koplampen Afhankelijk van de uitrusting wor- den de interieurverlichting, voeten- Via Toyota Supra Command: ruimteverlichting en “My Vehicle” (mijn auto) instapverlichting automatisch gere- “Vehicle settings” (instellingen geld. auto) “Exterior lighting” (verlichting...
  • Pagina 178 3-1. BEDIENING De leeslampjes in-/uitschakelen Druk op de toets.
  • Pagina 179 3-1. BEDIENING Veiligheid Uitrusting Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor de modelserie. Er kunnen dan ook uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aanwezig zijn, bijvoorbeeld vanwege de geselecteerde optionele uitrusting of de landenspecificatie. Dit geldt ook voor functies en systemen met betrekking tot veiligheid.
  • Pagina 180 3-1. BEDIENING  Pak het stuurwiel altijd aan de Side airbag rand vast. Plaats uw handen in de 3-uurstand en 9-uurstand om Bij een zijdelingse aanrijding onder- het risico op letsel aan handen of steunt de side airbag het lichaam armen bij het activeren van de vanaf de zijkant bij de borst, het airbag te minimaliseren.
  • Pagina 181 (ernstig) letsel. Laat het Zelfs als al deze informatie in acht airbagsysteem door een erkende wordt genomen, kan afhankelijk Toyota-dealer of hersteller/repara- teur of een andere naar behoren van de omstandigheden waarin een gekwalificeerde en uitgeruste deskun-...
  • Pagina 182 3-1. BEDIENING De SRS-airbags voor en de geactiveerd. Hierdoor kan deze een SRS-knie-airbags zijn bedoeld als inzittende raken en letsel veroorza- aanvulling op de veiligheidsgordels ken, of kan het harde geluid van de om hun doeltreffendheid als activering tijdelijk gedeeltelijk beschermingsvoorziening voor gehoorverlies veroorzaken.
  • Pagina 183 3-1. BEDIENING Installeer of bevestig niets (bijvoor- WAARSCHUWING beeld stickers) op plaatsen zoals de Zet de passagiersstoel niet te dicht bij bestuurdersairbag en in de buurt van het dashboard en laat uw voeten niet de SRS-knie-airbags. Bevestig ook op het dashboard rusten, omdat dit geen accessoires, zoals een luchtver- kan leiden tot ernstig letsel wanneer frisser, aan het dashboard aan passa-...
  • Pagina 184 3-1. BEDIENING Wanneer de auto ergens vanaf De SRS-airbags voor en de wordt gereden en hard landt SRS-knie-airbags worden mogelijk geactiveerd: Bij een impact die een drempel- waarde overschrijdt aan de onder- zijde van de auto De drempelwaarde voor het activeren van de SRS-airbags voor en de SRS-knie-airbags neemt aanzienlijk toe:...
  • Pagina 185 3-1. BEDIENING Wanneer de auto in botsing komt Wanneer de auto betrokken is bij met een hoogspanningsmast of een aanrijding van opzij boom Wanneer de auto betrokken is bij Wanneer de auto in botsing komt een ongeval waarbij de auto over met een object dat makkelijk ver- de kop slaat vormt of meegeeft, zoals een vang-...
  • Pagina 186 3-1. BEDIENING werking te treden en de romp en het hoofd van de inzittenden te beschermen wanneer een zware impact wordt uitgeoefend op de zij- kant van de auto. Bij een aanrijding van opzij worden de SRS-side airbags en de SRS-curtain airbags aan die zijde geactiveerd en creëren ze onmid- dellijk een luchtkussen om de...
  • Pagina 187 3-1. BEDIENING Als er iets is bevestigd aan of achter- WAARSCHUWING gelaten in het activeringsgebied van Plaats geen stoelbekleding die niet is een SRS-side airbag, wordt er moge- ontworpen voor gebruik in deze auto lijk voorkomen dat de airbag wordt en bevestig geen kussens of andere geactiveerd of kan het voorwerp een accessoires aan de voorstoelen en...
  • Pagina 188 3-1. BEDIENING een aanrijding van opzij onder een hoek Bij een zware impact op een wiel of band of de wielophanging van de auto De SRS-side airbags en de SRS-curtain airbag worden niet geactiveerd:  Wanneer er na activering van de SRS-side airbags of de SRS-cur- tain airbags nog een aanrijding plaatsvindt...
  • Pagina 189 3-1. BEDIENING voorpassagierszijde worden uitge- Steek de sleutel in de opening schakeld met behulp van de scha- en druk hem indien nodig naar kelaar voor het in- en uitschakelen binnen. van de voorpassagiersairbags. Draai de sleutel, terwijl u hem naar binnen drukt, zo ver moge- lijk naar de stand OFF.
  • Pagina 190 3-1. BEDIENING Draai de sleutel, terwijl u hem Actieve naar binnen drukt, zo ver moge- voetgangerveiligheid lijk naar de stand ON. Verwijder de sleutel zodra de stoppositie is bereikt. Principe Zorg ervoor dat de schakelaar in Het actieve voetgangerveiligheids- de uiterste stand staat, zodat de systeem zorgt ervoor dat de motor- airbags worden ingeschakeld.
  • Pagina 191 55 km/h. stig genoeg is. Er bestaat een kans op (ernstig) letsel. Laat het systeem Uit veiligheidsoverwegingen wordt door een erkende Toyota-dealer of het systeem in zeldzame gevallen hersteller/reparateur of een andere mogelijk ook geactiveerd wanneer naar behoren gekwalificeerde en uit-...
  • Pagina 192 Houd de verkeerssituatie in de gaten en grijp in als de situatie dit vereist. Principe WAARSCHUWING Met Toyota Supra Safety kunnen de rijassistentiesystemen centraal Weergaven en waarschuwingen ont- worden bediend. slaan u niet van uw verantwoordelijk- heid om veilig te rijden.
  • Pagina 193 3-1. BEDIENING Overzicht Druk op de toets: Toets in de auto Het menu voor de Toyota Supra Safety-systemen wordt weergege- ven. Als alle Toyota Supra Safety-syste- men waren uitgeschakeld, worden alle systemen nu ingeschakeld. “Customise Settings” (persoonlijke voorkeursinstellingen): afhankelijk van de uitrusting kunnen de Toyota Supra Safety-systemen afzonderlijk worden geconfigureerd.
  • Pagina 194 De timing van deze waarschuwin- lepen/slepen terwijl de Toyota Supra Safety-systemen zijn ingeschakeld. gen verschilt mogelijk afhankelijk Er bestaat een kans op ongevallen.
  • Pagina 195 Handmatig in-/uitschakelen Druk op de toets. De camera bevindt zich aan de voorzijde van de binnenspiegel. Het menu voor de Toyota Supra Houd de voorruit schoon en onaf- Safety-systemen wordt weergegeven. gedekt in het gedeelte voor de bin- Als alle Toyota Supra Safety-syste- nenspiegel.
  • Pagina 196 Instellen van de Zodra een instelling wordt gewijzigd in waarschuwingstijd het menu, worden alle instellingen in het menu ingeschakeld. Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) Druk herhaaldelijk op de “Vehicle settings” (instellingen toets. auto) De instelling schakelt tussen het “Toyota Supra Safety”...
  • Pagina 197 3-1. BEDIENING te remmen wanneer het risico op Symbool Maatregel een aanrijding bestaat. Symbool brandt rood: Een dringende waarschuwing kan vroegtijdige waarschu- zelfs zonder een eerdere vroegtij- wing. dige waarschuwing worden geacti- Rem af en vergroot de veerd. afstand. Symbool knippert rood en Reminterventie er klinkt een geluidssig- naal: dringende waar-...
  • Pagina 198 3-1. BEDIENING De signalering van objecten is  Bij het met hoge snelheid nade- mogelijk beperkt. Houd rekening ren van een langzaam rijdend met de grenzen van het detectiebe- voertuig. reik en de functionele beperkingen.  Voertuigen die u plotseling snij- den of die sterk afremmen.
  • Pagina 199 3-1. BEDIENING  Tijdens het kalibratieproces van voetgangers en fietsers wanneer de camera direct na aflevering deze binnen het detectiebereik van van de auto. het systeem worden gesignaleerd.  Bij langdurige verblinding door Het systeem wordt geregeld door tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer de volgende sensoren, afhankelijk de zon laag aan de hemel staat.
  • Pagina 200 Houd de voorruit schoon en onafge- niet correct bij het starten door aans- dekt in het gedeelte voor de binnen- lepen/slepen terwijl de Toyota Supra Safety-systemen zijn ingeschakeld. spiegel. Er bestaat een kans op ongevallen. Schakel voor het starten door aansle-...
  • Pagina 201 Toets Status Druk op de toets. Controlelampje brandt groen: alle Toyota Supra Safety-systemen zijn inge- Het menu voor de Toyota Supra schakeld. Safety-systemen wordt weergegeven. Controlelampje brandt Als alle Toyota Supra Safety-syste- oranje: sommige Toyota men waren uitgeschakeld, worden Supra Safety-systemen zijn alle systemen nu ingeschakeld.
  • Pagina 202 3-1. BEDIENING Eventueel gaat, afhankelijk van Beperkingen van het de uitrusting, een rode geva- systeem rendriehoek branden op het instrumentenpaneel. Onderneem onmiddellijk actie door Veiligheidsaanwijzing te remmen of uit te wijken. WAARSCHUWING Reminterventie Door werkingslimieten van het sys- teem kan het voorkomen dat het sys- De waarschuwing spoort de bestuur- teem helemaal niet, te laat, onjuist of ten onrechte reageert.
  • Pagina 203  In dichte mist, onder natte omstan- De minimumsnelheid is landspecifiek digheden of bij sneeuw. en wordt weergegeven in het menu voor de Toyota Supra Safety-syste-  In scherpe bochten. men.  Wanneer het Vehicle Stability Waarschuwingen worden afgegeven...
  • Pagina 204 Handmatig in-/uitschakelen Druk op de toets. Het menu voor de Toyota Supra Safety-systemen wordt weergege- ven. Toyota Supra Safety Als alle Toyota Supra Safety-syste- men waren uitgeschakeld, worden alle systemen nu ingeschakeld.
  • Pagina 205 Controlelampje brandt niet: alle Toyota Supra Druk herhaaldelijk op de Safety-systemen zijn uit- toets. geschakeld. De instelling schakelt tussen het onderstaande:...
  • Pagina 206 Selecteer de gewenste instel- ling. Bij het verlaten van de rijstrook De instelling wordt geaccepteerd voor alle Toyota Supra Safety-sys- Als de auto de rijstrook verlaat en temen en opgeslagen voor het op de rijstrookmarkering wordt gesig- dat moment gebruikte bestuurders- naleerd, trilt het stuurwiel in over- profiel.
  • Pagina 207 3-1. BEDIENING de bestuurder het stuurwiel aan- Functionele beperkingen raakt, klinkt er een waarschuwings- signaal. Bij de tweede Het systeem werkt in de volgende stuurinterventie klinkt een kort situaties mogelijk niet optimaal, bij- waarschuwingssignaal. Een langer voorbeeld: waarschuwingssignaal klinkt vanaf ...
  • Pagina 208 Overzicht de auto. De minimumsnelheid wordt weerge- geven in het menu voor de Toyota Toets in de auto Supra Safety-systemen. Het systeem geeft aan wanneer voer- tuigen zich in de dode hoek bevin-...
  • Pagina 209 Handmatig in-/uitschakelen Alle Toyota Supra Safety-systemen worden uitgeschakeld. Druk op de toets. Toets Status Controlelampje brandt Het menu voor de Toyota Supra groen: alle Toyota Supra Safety-systemen wordt weergege- Safety-systemen zijn inge- ven. schakeld. Als alle Toyota Supra Safety-syste- men waren uitgeschakeld, worden alle systemen nu ingeschakeld.
  • Pagina 210 3-1. BEDIENING voor alle Toyota Supra Safety-sys- Toets Status temen en opgeslagen voor het op Controlelampje brandt dat moment gebruikte bestuurders- oranje: sommige Toyota profiel. Supra Safety-systemen zijn uitgeschakeld of op dat moment niet beschik- Waarschuwingsfunctie baar. Controlelampje brandt Lampje in de buitenspiegel...
  • Pagina 211 3-1. BEDIENING Er wordt een voertuigmelding weer- Beperkingen van het gegeven bij beperkte functionaliteit. systeem Weergave waarschuwingen Veiligheidsaanwijzing Afhankelijk van de geselecteerde instelling voor waarschuwingen, bij- WAARSCHUWING voorbeeld de waarschuwingstijd, Door werkingslimieten van het sys- kunnen er meer waarschuwingen teem kan het voorkomen dat het sys- worden weergegeven.
  • Pagina 212 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen In-/uitschakelen Het systeem wordt aan het begin WAARSCHUWING van elke rit automatisch ingescha- Het systeem ontslaat u niet van uw keld. persoonlijke verantwoordelijkheid om In de volgende situaties wordt het de zichtbaarheid en verkeerssituatie systeem uitgeschakeld: goed in te schatten. Er bestaat een kans op ongevallen.
  • Pagina 213 3-1. BEDIENING Algemeen Harder remmen In bepaalde situaties is het mogelijk nodig om de auto sneller tot stil- stand te brengen. Hiervoor moet de remdruk die wordt uitgeoefend bij het intrappen van het rempedaal kortstondig hoger zijn dan de remdruk die wordt bereikt door de automati- sche remfunctie.
  • Pagina 214 Pauzeaanbevelingen kunnen ook persoonlijke verantwoordelijkheid om worden in- en uitgeschakeld en inge- uw fysieke conditie correct te beoor- steld via Toyota Supra Command. delen. Toenemende onoplettendheid Via Toyota Supra Command: of vermoeidheid worden mogelijk niet of niet tijdig gesignaleerd. Er bestaat “My Vehicle”...
  • Pagina 215 3-1. BEDIENING Na een pauze kan een andere pau- Rijstabiliteitsregel- zeaanbeveling pas op zijn vroegst systemen na ongeveer 45 minuten worden weergegeven. Uitrusting Beperkingen van het Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- systeem daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor Het systeem heeft mogelijk een de modelserie.
  • Pagina 216 3-1. BEDIENING Wegrijden Houd de auto op zijn plaats door het rempedaal ingetrapt te hou- den. Laat het rempedaal los en geef meteen gas om weg te rijden. De auto wordt gedurende ongeveer 2 seconden op zijn plaats gehou- In dit geval kan ook een eventuele den nadat het rempedaal is losge- ingreep van het ABS een potentieel laten.
  • Pagina 217 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen VSC in-/uitschakelen WAARSCHUWING Algemeen Dit systeem ontneemt u niet de ver- De rijstabiliteit bij het accelereren antwoordelijkheid om de verkeerssitu- atie goed in te schatten. Vanwege de en in bochten is beperkt als de VSC beperkingen van het systeem kan het is uitgeschakeld.
  • Pagina 218 3-1. BEDIENING beweging wat enigszins ten koste Als het controlelampje knip- pert, is de VSC bezig met kan gaan van de rijstabiliteit. een regeling van de accelera- tie- en remkracht. Algemeen Als het controlelampje brandt, is er een storing in de Het inschakelen van de tractiemo- VSC.
  • Pagina 219 3-1. BEDIENING  In het geval van een remingreep Tractiemodus door de Toyota Supra in-/uitschakelen Safety-systemen.  Bij een lekke band. Tractiemodus inschakelen Actief differentieel Druk op de toets. De aanduiding TRACTION Het actieve achterdifferentieel is wordt weergegeven op het...
  • Pagina 220 3-1. BEDIENING Rijassistentiesystemen Overzicht Uitrusting Toetsen op het stuurwiel Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- Toets Functie daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor Systeem aan/uit, zie de modelserie. Er kunnen dan ook blz. 220 uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aan- Actuele snelheid opslaan wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege...
  • Pagina 221 3-1. BEDIENING  Bij het uitzetten van de motor. Als de ingestelde snelheidslimiet wordt bereikt of bijvoorbeeld in een  Bij het inschakelen van de cruise afdaling per ongeluk wordt over- control. schreden, grijpt het systeem niet in  Bij het activeren van de sportmo- op de remmen.
  • Pagina 222 3-1. BEDIENING aangehouden. Om dit mogelijk te Waarschuwing bij maken, zorgt het systeem ervoor overschrijding van de dat de auto indien nodig automa- snelheidslimiet tisch accelereert of decelereert. Visuele waarschuwing Algemeen Als de snelheidslimiet wordt De werking van de cruise control overschreden: het controle- kan afhankelijk zijn van de instellin- lampje op het instrumenten-...
  • Pagina 223 3-1. BEDIENING snelheid wordt aangehouden en WAARSCHUWING opgeslagen als ingestelde snel- De gewenste snelheid kan abusieve- heid. lijk verkeerd ingesteld of opgeroepen De Vehicle Stability Control (VSC) worden. Er bestaat een kans op wordt, indien noodzakelijk, inge- ongevallen. Houd bij het instellen van schakeld.
  • Pagina 224 3-1. BEDIENING Instellen van de snelheid De snelheid wijzigen Aanhouden en opslaan van de snelheid Beweeg de tuimelschakelaar herhaal- delijk omhoog of omlaag tot de gewenste snelheid is ingesteld. Als het systeem actief is, wordt de Beweeg als de werking van het weergegeven snelheid opgeslagen en systeem is onderbroken de tuimel- gaat de auto met de opgeslagen snel-...
  • Pagina 225 3-1. BEDIENING Cruise control hervatten Weergave status Als de werking van de cruise con- Afhankelijk van de uitrusting van de trol is onderbroken, kunt u deze auto wordt de ingestelde snelheids- weer hervatten door de opgeslagen limiet gedurende korte tijd weerge- snelheid op te roepen.
  • Pagina 226 3-1. BEDIENING Rijdt er een voorligger, dan past het WAARSCHUWING systeem de snelheid van uw auto Een auto die niet tegen wegrollen is aan om er voor te zorgen dat de beveiligd kan in beweging komen en ingestelde afstand tot de voorligger wegrollen.
  • Pagina 227 3-1. BEDIENING Houd de radarsensor schoon en Overzicht zorg ervoor dat hij niet wordt afge- dekt. Toetsen op het stuurwiel Camera Toets Functie Cruise control aan/uit, zie blz. 228. Actuele snelheid opslaan Speed Limit Assist, zie blz. 234: handmatig instel- len op de voorgestelde snelheidslimiet.
  • Pagina 228 3-1. BEDIENING Cruise control Automatische onderbreking in-/uitschakelen en De werking van het systeem wordt onderbreken in de volgende situaties automa- tisch onderbroken: Inschakelen  Als de bestuurder remt.  Als de selectiehendel uit stand D Druk op de toets op het stuur- wordt gehaald.
  • Pagina 229 3-1. BEDIENING Instellen van de snelheid De snelheid wijzigen Aanhouden en opslaan van de snelheid Beweeg de tuimelschakelaar her- haaldelijk omhoog of omlaag tot de gewenste snelheid is ingesteld. Als het systeem actief is, wordt de Beweeg als de werking van het weergegeven snelheid opgeslagen systeem is onderbroken de tuimel- en gaat de auto met de opgeslagen...
  • Pagina 230 3-1. BEDIENING In de volgende situaties wordt de Veiligheidsaanwijzing opgeslagen snelheid gewist en kan deze niet meer worden opgeroe- WAARSCHUWING pen: Dit systeem ontneemt u niet de ver-  Als het systeem wordt uitgescha- antwoordelijkheid om veilig te rijden. keld. Door beperkingen van het systeem ...
  • Pagina 231 3-1. BEDIENING Weergave op het Symbool Beschrijving instrumentenpaneel Systeem onderbro- Weergave status ken. De ingestelde snelheidsli- miet wordt weergegeven. Afstand tot de voorligger Geen weergave van de afstandsregeling De geselecteerde afstand tot de omdat het gaspedaal voorligger wordt weergegeven. wordt ingetrapt. Symbool Beschrijving Detectie van een voertuig...
  • Pagina 232 3-1. BEDIENING Controle- en Afstandsinformatie waarschuwingslampjes Dit symbool wordt weergege- ven als de afstand tot de Symbool Beschrijving voorligger te kort is. Als het controlelampje De afstandsinformatie is actief groen brandt, is het onder de volgende omstandighe- systeem actief. den: Als het controlelampje ...
  • Pagina 233 3-1. BEDIENING  Bij een verkeerslicht dat op rood Rijden in bochten staat.  Bij kruisend verkeer.  Bij tegemoetkomend verkeer. Invoegende voertuigen Als de ingestelde snelheid te hoog is voor een bocht, wordt de snelheid in de bocht iets verminderd. Bochten worden echter niet van tevoren door het systeem herkend.
  • Pagina 234 Weer Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel- Bij ongunstige weers- of lichtom- ler/reparateur of een andere naar standigheden kan er sprake zijn behoren gekwalificeerde en uitge- van de volgende beperkingen: ruste deskundige.
  • Pagina 235  Adaptive Cruise Control met Stop & Go-functie. De gedetecteerde snelheidslimiet In-/uitschakelen en instellen wordt voorgesteld als nieuwe inge- Via Toyota Supra Command: stelde snelheid. Het betreffende systeem moet zijn ingeschakeld om “My vehicle” (mijn auto) de voorgestelde snelheid als inge- “Vehicle settings”...
  • Pagina 236 –15 km/h tot teem: +15 km/h. Speed Limit Assist is actief en de gedetec- Via Toyota Supra Command: teerde snelheidslimieten “My vehicle” (mijn auto) kunnen handmatig wor- den geselecteerd voor het “Vehicle settings” (instellingen weergegeven systeem.
  • Pagina 237 3-1. BEDIENING Het systeem reageert mogelijk niet Veiligheidsaanwijzingen op snelheidslimieten als het naviga- tiesysteem de positie van de auto WAARSCHUWING niet met zekerheid kan vaststellen. Dit systeem ontneemt u niet de ver- antwoordelijkheid om de verkeerssitu- Parking Sensors atie goed in te schatten. Vanwege de beperkingen van het systeem kan het niet op elke verkeerssituatie afzon- Principe...
  • Pagina 238 Assist-systeem wordt gedrukt. situatie. Het automatisch inschakelen van het systeem bij de detectie van objecten Waarschuwing kan worden in- of uitgeschakeld. Via Toyota Supra Command: Geluidssignalen “My vehicle” (mijn auto) ■ Algemeen “Vehicle settings” (instellingen Bij het naderen van een object...
  • Pagina 239 Parking Sensors kan worden teerd. ingesteld. Er worden koerslijnen weergegeven Via Toyota Supra Command: om het inschatten van de benodigde “My vehicle” (mijn auto) ruimte te vergemakkelijken. “System settings” (systeemin- Als de beelden van de achteruitrijca-...
  • Pagina 240 Inschakelen/uitschakelen van het Vanwege de beperkingen van het systeem systeem kan een aanrijding niet onder alle omstandigheden wor- Via Toyota Supra Command: den voorkomen. “My vehicle” (mijn auto) De functie is beschikbaar wanneer “Vehicle settings” (instellingen langzamer dan stapvoets achteruit auto) wordt gereden of gerold.
  • Pagina 241 3-1. BEDIENING de markeringen zwart. Het gebied Algemeen naast de auto moet dan opnieuw worden gescand. Het systeem maakt gebruik van de ultrasoonsensoren van Parking Sensors en het Parking Assist-sys- Beperkingen van het teem. systeem Weergave Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING Door werkingslimieten van het sys- teem kan het voorkomen dat het sys- teem helemaal niet, te laat, onjuist of ten onrechte reageert.
  • Pagina 242 Er is een storing opgetreden in Par- king Sensors. Laat het systeem Vals alarm nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara- Onder de volgende omstandighe- teur of een andere naar behoren den kan het voorkomen dat het sys- gekwalificeerde en uitgeruste des- teem een waarschuwing geeft kundige.
  • Pagina 243 De weergave inschakelen via Camera Toyota Supra Command Als de beelden van de achteruitrij- camera niet worden weergegeven, wijzig dan de weergave via Toyota Supra Command: Kantel de controller indien nodig naar links of rechts. “Rear view camera” (achter- uitrijcamera)
  • Pagina 244 3-1. BEDIENING Voorwaarden voor werking Parkeerhulplijnen  De achteruitrijcamera is inge- ■ Koerslijnen schakeld.  De achterklep is volledig geslo- ten.  Houd het detectiegebied van de camera vrij. Uitstekende ladin- gen of dragersystemen die niet zijn aangesloten op een trek- haakaansluiting kunnen het detectiebereik van de camera beperken.
  • Pagina 245 De op het regeldisplay weergege- ven objecten kunnen dichterbij zijn Helderheid en contrast dan ze lijken te zijn. Schat de instellen via Toyota Supra afstand tot de objecten niet in op Command basis van de weergave op het dis- play.
  • Pagina 246 3-1. BEDIENING Waarschuwing kruisend Overzicht verkeer Toets in de auto Principe Bij een onoverzichtelijke uitrit of bij het verlaten van een parkeervak haaks op de rijbaan kan dit sys- teem weggebruikers die van links of rechts naderen eerder waarne- men dan mogelijk is vanaf de bestuurdersstoel.
  • Pagina 247 Het regeldisplay schakelt over op “Cross-traffic alert” (waarschu- de desbetreffende weergave, er wing kruisend verkeer) klinkt eventueel een geluidssignaal Of via Toyota Supra Command: en het lampje in de buitenspiegel “My vehicle” (mijn auto) knippert. “Vehicle settings” (instellingen auto) Lampje in de buitenspiegel “Parking”...
  • Pagina 248 3-1. BEDIENING Rijcomfort Geluidssignaal Naast de optische weergave klinkt Uitrusting ook een geluidssignaal wanneer uw auto in de betreffende richting Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- beweegt. daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor Beperkingen van het de modelserie. Er kunnen dan ook systeem uitrusting en functies worden beschreven die niet in uw auto aan-...
  • Pagina 249 3-1. BEDIENING Klimaat Algemeen Het systeem biedt keuze uit ver- Uitrusting schillende schokdemperinstellin- gen. Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- De schokdemperinstellingen zijn daard, landspecifieke en speciale gekoppeld aan de rijmodi van de uitrusting die beschikbaar is voor SPORT-modusschakelaar, zie de modelserie. Er kunnen dan ook blz.
  • Pagina 250 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen Functies klimaatregeling Toets Functie WAARSCHUWING Houd tijdens langdurig gebruik van de airconditioning, de stoelverwarming enz. lichaamsdelen uit de buurt van de uitstroomopeningen en vermijd Temperatuur, zie blz. 251. direct contact met de stoelen, om lichte brandwonden of bevriezing te voorkomen.
  • Pagina 251 Draai de knop rechtsom blz. 108. om de temperatuur te ver- hogen en linksom om de temperatuur te verlagen. Handmatige bediening luchtstroom, zie blz. 254. Via Toyota Supra Command: “My Vehicle” (mijn auto) In-/uitschakelen “Vehicle settings” (instellingen auto) Inschakelen “Climate comfort” (klimaatrege-...
  • Pagina 252 3-1. BEDIENING het systeem is ingeschakeld. In-/uitschakelen De lucht stroomt uit de buitenste uitstroomopeningen ter hoogte van Druk op de toets. het bovenlichaam. Zet deze uit- stroomopeningen daarom open. De koelfunctie wordt ingeschakeld De luchtstroom kan worden aange- bij draaiende motor. past terwijl dit programma actief is.
  • Pagina 253 3-1. BEDIENING Recirculatiemodus. Handmatige regeling van de luchtstroom Principe Principe Bij stank of een slechte kwaliteit van de buitenlucht kan de toevoer De luchtstroom voor de airconditio- van buitenlucht naar het interieur ning kan handmatig worden inge- worden afgesloten. De lucht wordt steld.
  • Pagina 254 3-1. BEDIENING Druk als er sprake is van Bediening condensvorming op de ruit op de toets aan bestuur- derszijde of schakel de Druk herhaaldelijk op de koelfunctie in. Zorg ervoor toets om een programma dat lucht naar de voorruit te selecteren: kan stromen.
  • Pagina 255 Indirecte ventilatie trektijd. Richt de luchtstroom niet direct op de Het systeem kan ook worden inzittenden. Het interieur wordt indi- gebruikt via de Toyota Supra Con- rect gekoeld of verwarmd, afhankelijk nect-app. van de ingestelde temperatuur. De inschakeltijd wordt berekend op basis van de buitentemperatuur.
  • Pagina 256 Het systeem wordt op de geselecteerde vergrendeld. dagen van de week tijdig vóór de inge- stelde vertrektijd ingeschakeld. Via Toyota Supra Command De vertrektijd wordt voorgeselec- teerd in twee stappen: “My Vehicle” (mijn auto)  Ingestelde vertrektijden.
  • Pagina 257 Houd u aan de desbe- eerst worden geactiveerd. treffende wet- en regelgeving bij het gebruik van de bijbehorende functies ■ Via Toyota Supra Command en systemen. “My vehicle” (mijn auto) Zonneklep “Vehicle settings” (instellingen auto) “Climate comfort”...
  • Pagina 258 3-1. BEDIENING Algemeen Middenconsole De totale belasting van alle aanslui- Trek het kapje open. tingen mag niet hoger zijn dan 140 W bij 12 V. Sluit om beschadiging van de aan- sluiting te voorkomen geen onge- schikte stekkers aan. Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Apparaten zoals draagbare navigatie- Bagageruimte...
  • Pagina 259 3-1. BEDIENING Opbergmogelijkheden USB-interface Uitrusting Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- Neem de aanwijzingen uit het daard, landspecifieke en speciale hoofdstuk over USB-verbindingen uitrusting die beschikbaar is voor met betrekking tot het aansluiten de modelserie. Er kunnen dan ook van mobiele apparatuur in acht, zie uitrusting en functies worden blz.
  • Pagina 260 3-1. BEDIENING Veiligheidsaanwijzingen Openen WAARSCHUWING Losse voorwerpen of apparaten die met een kabel op de auto zijn aange- sloten, bijvoorbeeld mobiele tele- foons, kunnen tijdens het rijden door het interieur worden geslingerd, bij- voorbeeld bij een ongeval, bij hard remmen of bij een uitwijkmanoeuvre. Er bestaat een kans op letsel.
  • Pagina 261 3-1. BEDIENING Bagageruimte Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING Uitrusting Breekbare voorwerpen zoals glazen Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- flessen of brillen kunnen breken bij daard, landspecifieke en speciale een ongeval. Hierbij kunnen scherven door het interieur vliegen. Er bestaat uitrusting die beschikbaar is voor een kans op letsel en schade.
  • Pagina 262 3-1. BEDIENING Bagage opbergen en WAARSCHUWING vastzetten Als het maximaal toelaatbare gewicht en de maximale asbelasting worden  Breng beschermingsmateriaal overschreden, kan de veiligheid van aan op scherpe hoeken en ran- de auto niet langer worden gewaar- den van de bagage. borgd.
  • Pagina 263 3-1. BEDIENING Tashaken Opbergruimte zijkant, rechts Algemeen Algemeen Zowel links als rechts in de bagage- Er bevindt zich een opbergruimte ruimte bevindt zich een tashaak. aan de rechter zijkant van de baga- geruimte. Veiligheidsaanwijzing Openen WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de tashaken kan leiden tot gevaar door rondslinge- rende voorwerpen bij hard remmen of een uitwijkmanoeuvre.
  • Pagina 264 3-1. BEDIENING...
  • Pagina 265 AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Voorzorgsmaatregelen voor het rijden....266 Brandstof besparen ..272...
  • Pagina 266 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Voorzorgsmaatregelen 4-1.AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Veiligheidsaanwijzing voor het rijden WAARSCHUWING Nieuwe onderdelen en componenten Uitrusting kunnen ervoor zorgen dat veiligheids- en rijassistentiesystemen vertraagd reageren. Er bestaat een kans op Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- ongevallen. Rijd gematigd en rea- daard, landspecifieke en speciale geer vroegtijdig, indien nodig, nadat uitrusting die beschikbaar is voor...
  • Pagina 267 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Remsysteem Heet uitlaatsysteem Remschijven en -blokken bereiken WAARSCHUWING pas na ongeveer 500 km hun volle- Als de motor van de auto draait, kunnen dige werking. Rijd gematigd tijdens er hoge temperaturen onder de carros- deze inrijperiode. serie ontstaan, bijvoorbeeld door het uitlaatsysteem.
  • Pagina 268 Reinigen van het roetfilter zenders voor mobiele telecommuni- tijdens het rijden catie. We adviseren u contact op te nemen met een erkende Toyota-dealer of Wisselende rijomstandigheden zor- hersteller/reparateur of een andere gen ervoor dat het roetfilter zichzelf naar behoren gekwalificeerde en uit- reinigt.
  • Pagina 269 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN of onderdoorgang, bij het rijden op Rijden bij slecht weer een brug of dijk en bij het passeren van of gepasseerd worden door een vrachtwagen of een ander groot voer- Als het zicht slecht is door mist tuig.
  • Pagina 270 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Bij dit verschijnsel, dat bekend- De auto blijft bestuurbaar. Eventuele staat als aquaplaning, kunnen de obstakels kunnen worden ontweken banden het contact met het wegdek door zo soepel mogelijk te sturen. geheel verliezen, waardoor de auto Een pulserende beweging van het onbestuurbaar wordt en niet meer rempedaal en geluiden van het...
  • Pagina 271 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Zorg ervoor dat u hierbij andere WAARSCHUWING weggebruikers niet hindert. Bij stationair draaien of als de motor De warmte die door het remmen uit is, is de werking van veiligheidsge- wordt gegenereerd, zorgt ervoor relateerde functies beperkt of zijn dat de remschijven en -blokken deze functies niet beschikbaar, bij- droog worden en beschermt ze...
  • Pagina 272 Uitrusting Laat de auto voor en na het rijden op een circuit nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- of een andere naar behoren gekwali- daard, landspecifieke en speciale ficeerde en uitgeruste deskundige.
  • Pagina 273 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN Verwijder onnodige lading Rijd onmiddellijk weg Extra gewicht verhoogt het brand- Breng de motor niet op temperatuur stofverbruik. door deze stationair te laten draaien, maar rijd bij voorkeur meteen weg en houd daarbij gematigde motortoeren- Verwijder op de auto tallen aan.
  • Pagina 274 Laat de auto regelmatig onderhou- den voor een zo laag mogelijk ver- Uitzetten van de motor bruik en een lange levensduur. Toyota raadt aan de onderhouds- werkzaamheden te laten uitvoeren Zet de motor UIT als u langere tijd door Toyota.
  • Pagina 275 MOBILITEIT 5-1. MOBILITEIT Tanken ......276 Velgen en banden.....278 Motorruimte ......305 Onderhoudsproducten..307 Onderhoud......315 Periodiek onderhoud (behalve Europa en Australië) ......319 Vervangen van onderdelen .....326 Pechhulp......334 Algemene verzorging..349...
  • Pagina 276 5-1. MOBILITEIT als het vulpistool voor de eerste Tanken 5-1.MOBILITEIT keer afslaat. Houd u aan de veiligheidsregels die bij tankstations zijn aangegeven. Uitrusting Veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor OPMERKING de modelserie. Er kunnen dan ook Als de actieradius kleiner is dan 50 uitrusting en functies worden km, is het mogelijk dat de motor...
  • Pagina 277 In bepaalde situaties kan het nodig zijn de tankdopklep handmatig te ontgrendelen, bijvoorbeeld bij een elektrische storing. Laat de tankdopklep ontgrendelen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en Plaats de tankdop in de houder uitgeruste deskundige.
  • Pagina 278 5-1. MOBILITEIT Velgen en banden Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING Uitrusting Een band met een te lage of geen spanning kan sterk in temperatuur stijgen en beschadigd raken. Hierdoor Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- worden ook de rijeigenschappen, daard, landspecifieke en speciale zoals besturing en remmen, aange- uitrusting die beschikbaar is voor tast.
  • Pagina 279 Als de temperatuur van de Voor meer informatie over velgen en band stijgt, stijgt ook de banden- banden kunt u terecht bij een spanning. erkende Toyota-dealer of herstel- ler/reparateur of een andere naar Banden verliezen van nature gelijk- behoren gekwalificeerde en uitge- matig spanning.
  • Pagina 280 Loopvlak van banden Controleren met behulp van de bandenspanningsgegevens op het regeldisplay Zomerbanden Via Toyota Supra Command: De profieldiepte van het loopvlak “My vehicle” (mijn auto) mag niet kleiner zijn dan 3 mm, “Vehicle status” (status auto) anders is er een groot risico op aquaplaning.
  • Pagina 281 Laat de velgen en banden con- beschadigingen, de aanwezigheid troleren. Rijd daarvoor voorzichtig van vreemde voorwerpen en slij- naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere tage. naar behoren gekwalificeerde en uit- Het volgende gedrag van de auto geruste deskundige.
  • Pagina 282 Laat het wiel monteren en balance- digde remschijven. Er bestaat een ren door een erkende Toyota-dea- kans op ongevallen. Monteer nooit ler of hersteller/reparateur of een stalen velgen. andere naar behoren gekwalifi- ceerde en uitgeruste deskundige.
  • Pagina 283 Er Coverbanden is geen reservewiel aanwezig mocht een band lek raken. Ga voor meer informatie naar een erkende WAARSCHUWING Toyota-dealer of hersteller/repara- teur of een andere naar behoren Coverbanden kunnen verschillende gekwalificeerde en uitgeruste des- karkassen hebben. Hun levensduur kundige.
  • Pagina 284 5-1. MOBILITEIT den doorgereden, zelfs als de ban- Opslaan van banden denspanning volledig is weggevallen. Zie de aanwijzingen voor het door- Bandenspanning rijden bij een lekke band. Overschrijd niet de maximale ban- Veiligheidsaanwijzingen denspanning die op de wang van de band is aangegeven. WAARSCHUWING Opslaan van banden Een run-flat band met een lage span-...
  • Pagina 285 5-1. MOBILITEIT veer 4 mm mogelijk niet worden Repareren van lekke banden gerepareerd. • Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara- Veiligheidsmaatregelen teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des- • Parkeer de auto op een stevige...
  • Pagina 286 5-1. MOBILITEIT Flacon met Veiligheidsmaatregelen bandenreparatievloeistof • Parkeer de auto op een stevige ondergrond, zo ver mogelijk van het rijdende verkeer vandaan. • Schakel de alarmknipperlichten in. • Activeer de parkeerrem om te voorkomen dat de auto wegrolt. • Activeer het stuurslot terwijl de wielen in de rechtuitstand staan.
  • Pagina 287 5-1. MOBILITEIT Schroef de vulslang van de flacon Inspuiten met bandenreparatievloeistof op het ventiel van de lekke band. Schud de flacon met bandenre- paratievloeistof. Steek, terwijl de compressor uit- geschakeld is, de stekker in de Maak de vulslang volledig los van aansluiting in het interieur van de het deksel van de flacon met ban- auto.
  • Pagina 288 Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur Pak om verontreiniging van de of een andere naar behoren gekwalifi- bagageruimte te voorkomen de ceerde en uitgeruste deskundige als...
  • Pagina 289 5-1. MOBILITEIT Haal de stekker uit de aanslui- Steek de stekker in de aanslui- ting in het interieur van de auto. ting in het interieur van de auto. Berg het Mobiliteitssysteem op in de auto. De minimale bandenspanning is bereikt Maak de verbindingsslang van de compressor los van het ven- tiel.
  • Pagina 290 5-1. MOBILITEIT zijn vermeld op de bandenspannings- Sneeuwkettingen stickers in de auto, zie blz. 278, bij- voorbeeld banden met een speciale goedkeuring, moet het systeem actief Kiezen van sneeuwkettingen worden gereset. De actuele banden- spanningswaarden worden dan gebruikt als de voorgeschreven waar- Er kunnen geen sneeuwkettingen den.
  • Pagina 291 Oproepen van het menu bijgewerkt en, na een korte rit, deze informatie weergegeven op Via Toyota Supra Command: het regeldisplay. “My vehicle” (mijn auto) Als het systeem de banden niet auto- matisch signaleert, voer dan de gege- “Vehicle status”...
  • Pagina 292 Indien van toepassing worden Via Toyota Supra Command: bestaande meldingen niet gewist als “My vehicle” (mijn auto) de weergegeven voorgeschreven spanning niet is bereikt nadat de ban- “Vehicle status”...
  • Pagina 293 (Bandenspan- het systeem ningscontrolesysteem actief. Zie sticker voor aanbevolen spannin- Via Toyota Supra Command: gen.). “My vehicle” (mijn auto) U kunt uw rit op elk gewenst moment onderbreken. Het resetten wordt “Vehicle status” (status auto) automatisch hervat als u weer verder “Tyre Pressure Monitor”...
  • Pagina 294 5-1. MOBILITEIT Bovendien wordt een symbool met Veiligheidsaanwijzing een voertuigmelding weergegeven op het regeldisplay. WAARSCHUWING Symbool Mogelijke oorzaak Een beschadigde normale band met De bandenspanning is een te lage of geen bandenspanning beïnvloedt de rijeigenschappen, zoals afgenomen. besturing en remmen, negatief. Bij run-flat banden blijft een beperkte mate van stabiliteit behouden.
  • Pagina 295 5-1. MOBILITEIT Controleer of de auto is uitgerust Symbool Mogelijke oorzaak met standaardbanden of run-flat De band is niet correct, bij- banden. voorbeeld onvoldoende, op Het symbool waaraan run-flat banden zijn spanning gebracht. te herkennen, zie blz. 284, is een cirkel Het systeem heeft gesigna- met daarin de letters RSC op de wang van de band.
  • Pagina 296 5-1. MOBILITEIT Symbool Mogelijke oorzaak Symbool Mogelijke oorzaak De bandenspanning is Er is sprake van een lekke afgenomen. band of een sterk gedaalde bandenspan- Het systeem is niet gere- ning. set. Het systeem baseert zich voor wat betreft de Het systeem is niet gere- waarschuwingen op de set.
  • Pagina 297 Vermijd krachtig of plotseling rem- men en dito stuurbewegingen. Rijd niet door, maar neem contact op Rijd niet sneller dan 80 km/h. met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere Controleer zodra de mogelijkheid naar behoren gekwalificeerde en uit- zich voordoet de bandenspanning geruste deskundige.
  • Pagina 298 5-1. MOBILITEIT Beperkingen van het Storing systeem Melding Temperatuur Het gele waarschuwings- lampje knippert en brandt De bandenspanning is afhankelijk vervolgens permanent. Er van de temperatuur van de band. wordt een voertuigmelding De bandenspanning stijgt als de tem- weergegeven. Dalingen in peratuur van de band stijgt, bijvoor- de bandenspanning worden beeld tijdens het rijden of door...
  • Pagina 299 De krik die door de fabrikant van de optioneel accessoire verkrijgbaar auto wordt geleverd, is bedoeld om bij bij een erkende Toyota-dealer of een lekke band een wiel te kunnen hersteller/reparateur of een andere verwisselen. De krik is niet geschikt...
  • Pagina 300 Als u een wiel moet verwisselen op De krik van uw Toyota is onderhouds- een lichte helling, plaats dan wiel- vrij. Houd u aan de aanwijzingen die op blokken of andere geschikte voor- de krik zijn vermeld.
  • Pagina 301 5-1. MOBILITEIT De bouten kunnen alleen worden Verwijder het verloopstuk na het losgedraaid met een verloopstuk vastdraaien van de wielbout en met dezelfde codering. berg het op. Overzicht Voorbereiden van de auto Het verloopstuk van de antidiefstal- • Parkeer de auto op een stevige wielbouten bevindt zich in de en stroeve ondergrond, op een gereedschapsset van de auto of is...
  • Pagina 302 5-1. MOBILITEIT Krikpunten Draai de hendel van de krik rechtsom om de krik uit te draaien. De krikpunten bevinden zich op de aangegeven posities. Opkrikken van de auto WAARSCHUWING Uw handen of vingers kunnen bekneld raken tijdens het gebruik van de krik.
  • Pagina 303 Draai de wielbouten los. zet. Verwijder het wiel. Ga naar de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of her- Monteer het nieuwe wiel of het steller/reparateur of een andere noodreservewiel en draai ten naar behoren gekwalificeerde minste twee wielbouten kruise- en uitgeruste deskundige om de lings handvast.
  • Pagina 304 5-1. MOBILITEIT Algemeen Verwijderen van het noodreservewiel Monteer nooit meer dan één nood- reservewiel op de auto. Maak de sjorriem bij de sluiting los, pijl 1. Controleer ook geregeld de span- ning van het noodreservewiel in de bagageruimte en pas de spanning ervan indien nodig aan.
  • Pagina 305 5-1. MOBILITEIT beschreven die niet in uw auto aan- Motorruimte wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege de geselecteerde optionele uitrus- ting of de landenspecificatie. Dit Uitrusting geldt ook voor functies en syste- men met betrekking tot veiligheid. Houd u aan de desbetreffende wet- Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- en regelgeving bij het gebruik van daard, landspecifieke en speciale...
  • Pagina 306 Er bestaat een kans schade. Laat een erkende op letsel. Houd bij het openen en slui- Toyota-dealer of hersteller/repara- ten van de motorkap het gebied waar- teur of een andere naar behoren binnen de motorkap beweegt vrij.
  • Pagina 307 5-1. MOBILITEIT Onderhoudsproducten Openen Trek aan de hendel, pijl 1. Uitrusting De motorkap wordt ontgrendeld. Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale uit- rusting die beschikbaar is voor de modelserie. Er kunnen dan ook uit- rusting en functies worden beschre- ven die niet in uw auto aanwezig zijn, bijvoorbeeld vanwege de geselec- teerde optionele uitrusting of de lan-...
  • Pagina 308 Druk na het tanken van de verkeerde Het olieverbruik is afhankelijk van de brandstof niet op de startknop. Neem contact op met een erkende rijstijl en de gebruiksomstandighe- Toyota-dealer of hersteller/repara- den. teur of een andere naar behoren Controleer daarom geregeld het gekwalificeerde en uitgeruste deskun- motoroliepeil door het bijvoorbeeld dige.
  • Pagina 309 30 minuten normaal rijden. een kans op schade. Vul onmiddellijk ■ Weergeven van het motorolie- motorolie bij. peil Via Toyota Supra Command: OPMERKING “My Vehicle” (mijn auto) Bij een te hoog motoroliepeil kan de “Vehicle status” (status auto) motor of de katalysator beschadigd raken.
  • Pagina 310 Uitvoeren van een gedetail- bestaat een kans op (ernstig) letsel. leerde meting Volg de instructies op de verpakkin- Via Toyota Supra Command: gen. Voorkom dat onderhoudspro- ducten terechtkomen op kleding, op “My Vehicle” (mijn auto) de huid of in de ogen. Schenk onder- “Vehicle status”...
  • Pagina 311 Vul bij met een motorolie die aan de volgende specificaties voldoet. Benzinemotor Vul motorolie bij. ORIGINELE TOYOTA-MOTOROLIE Draai de dop vast. SN 0W-20 C5 voor TOYOTA Supra Voor het bijvullen te Alternatieve motoroliesoorten gebruiken motoroliesoorten Als er geen geschikte motorolie beschikbaar is, kunt u tot maximaal...
  • Pagina 312 Voor meer informatie over de spe- ruste deskundige. cificaties van geschikte oliën en vis- cositeitsklassen kunt u terecht bij een erkende Toyota-dealer of her- Veiligheidsaanwijzingen steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. WAARSCHUWING...
  • Pagina 313 5-1. MOBILITEIT Koelvloeistofniveau Algemeen Auto's met een benzinemotor hebben twee koelcircuits. Controleer altijd het koelvloeistofniveau van beide koel- vloeistofreservoirs en vul indien nodig Draai de dop vast. bij. Het koelvloeistofniveau wordt aange- Bijvullen geven met de Max.-merktekens op de vulpijp van het koelvloeistofreser- voir.
  • Pagina 314 5-1. MOBILITEIT Ruitensproeiervloeistof OPMERKING Aan de ruitensproeiervloeistof toege- voegde additieven met siliconen, die ervoor zorgen dat het water over de Algemeen ruiten parelt, kunnen het sproeiersys- teem beschadigen. Er bestaat een kans op schade. Voeg geen additie- Alle sproeierkoppen worden vanuit ven met siliconen toe aan de ruiten- één reservoir van vloeistof voor- sproeiervloeistof.
  • Pagina 315 5-1. MOBILITEIT Onderhoud Condition Based Service (CBS) Uitrusting Principe Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale Sensoren en speciale algoritmen uitrusting die beschikbaar is voor bewaken de omstandigheden de modelserie. Er kunnen dan ook waarin de auto wordt gebruikt. CBS uitrusting en functies worden gebruikt deze informatie om te beschreven die niet in uw auto aan-...
  • Pagina 316 Zij leren het werken aan Toyota's voordat zij aan uw auto gaan werken. Dat lijkt u toch ook de beste manier? Uw Toyota-dealer beschikt over speciale...
  • Pagina 317 Toyota-gereedschappen en onderhouds- Veiligheidsaanwijzing apparatuur. Dit draagt ertoe bij dat het werk beter en voordeliger kan gebeuren. De werkplaats van uw Toyota-dealer kan OPMERKING al het periodiek onderhoud aan uw auto Onjuist gebruik van de diagnoseaan- betrouwbaar en voordelig verrichten.
  • Pagina 318 De regelgeving met betrek- king tot het inleveren van auto's aan het einde van de levensduur verschilt mogelijk per land. Ga voor meer informatie naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara- teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des- kundige.
  • Pagina 319 5-1. MOBILITEIT Periodiek onderhoud (behalve Europa en Australië) Voer als volgt periodiek onderhoud uit: Vereisten onderhoudsschema Uw auto moet volgens het normale onderhoudsschema worden onderhou- den. Onderhoudsschema (behalve Korea, Mexico, Zuid-Afrika, Rusland en Turkije) Onderhoudswerkzaamheden: I = Controleer, corrigeer of vervang indien nodig R = Vervang, ververs of smeer ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND...
  • Pagina 320 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: (Afgelezen kilo- x 1.000 MAAN- meterstand of maanden, wat x 1.000 het eerste is 7,2 14,4 21,6 28,8 36 43,2 50,4 57,6 mijl bereikt.) Claxon, lichtsignaal en alarmknipperlich- 7 Interieurverlichting 8 Aanjager 9 Verlichtingssysteem 10 Veiligheidsgordels Ruitenwisser- en -sproeiersysteem Instellingen banden...
  • Pagina 321 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: (Afgelezen kilo- x 1.000 MAAN- meterstand of maanden, wat x 1.000 het eerste is 7,2 14,4 21,6 28,8 36 43,2 50,4 57,6 mijl bereikt.) Onderdelen stuur- wiel Veiligheid op de weg en uitvoeren proefrit 22 Microfilter AANWIJZING: Ververs de motorolie en vervang het oliefilter als het waarschuwingslampje motorolie gaat branden, zelfs wanneer er na de laatste keer olie verversen...
  • Pagina 322 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: x 1.000 (Afgelezen kilo- MAANDEN meterstand of maanden, wat het x 1.000 eerste is bereikt.) mijl CHASSIS EN CARROSSERIE Vervangen als het waarschuwingslampje Remblokken remsysteem gaat branden. Eerste vervanging na 36 maanden, daarna elke 24 Remvloeistof maanden vervangen.
  • Pagina 323 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: x 1.000 (Afgelezen kilo- MAANDEN meterstand of maanden, wat het x 1.000 eerste is bereikt.) mijl Bodemplaat auto en alle andere zichtbare componenten 20 Onderdelen stuurwiel Veiligheid op de weg en uitvoeren proefrit 22 Microfilter AANWIJZING: Ververs de motorolie en vervang het oliefilter als het waarschuwingslampje motorolie gaat branden, zelfs wanneer er na de laatste keer olie verversen...
  • Pagina 324 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: x 1.000 (Afgelezen kilo- MAANDEN meterstand of maanden, wat het x 1.000 eerste is bereikt.) mijl BRANDSTOF- EN EMISSIEREGELSYSTEMEN Interieurfilter CHASSIS EN CARROSSERIE Vervangen als het waarschuwingslampje Remblokken remsysteem gaat branden. Eerste vervanging na 36 maanden, daarna elke 24 Remvloeistof maanden vervangen.
  • Pagina 325 5-1. MOBILITEIT ONDERHOUDS- KILOMETERSTAND INTERVAL: x 1.000 (Afgelezen kilo- MAANDEN meterstand of maanden, wat het x 1.000 eerste is bereikt.) mijl Remleidingen en aan- sluitingen remleidin- Bodemplaat auto en alle andere zichtbare componenten 20 Onderdelen stuurwiel Veiligheid op de weg en uitvoeren proefrit 22 Microfilter AANWIJZING:...
  • Pagina 326 5-1. MOBILITEIT Vervangen van Ruitenwisserbladen onderdelen Veiligheidsaanwijzingen Uitrusting OPMERKING Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- De voorruit kan beschadigd raken als daard, landspecifieke en speciale er een ruitenwisser zonder ruitenwis- uitrusting die beschikbaar is voor serblad op valt. Er bestaat een kans de modelserie.
  • Pagina 327 5-1. MOBILITEIT Til de ruitenwissers volledig van De fabrikant van de auto adviseert de voorruit. bij een defect de desbetreffende werkzaamheden te laten uitvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING...
  • Pagina 328 Een acculader mag uit- gestart worden. Neem contact op met sluitend worden aangesloten op de daarvoor bestemde starthulpaanslui- een erkende Toyota-dealer of her- tingen in de motorruimte. steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge- ruste deskundige.
  • Pagina 329 Toyota-dea- ler of hersteller/reparateur of een Toegang tot de zekeringen andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • Pagina 330 5-1. MOBILITEIT Informatie over zekeringen  BDC  Voor...
  • Pagina 331 5-1. MOBILITEIT  Achter F3 6, F63 F2 06 , F2 44, F27 1 F3, F254 F2 0, F21 F 3 , F4 0, F2 04 F4, F5, F6, F2 44 F 1 1 8 F 7 0 F2, F29 F 4 8 , F52, F26 9 F20 3, F206 , F2 09, F 2 7 1...
  • Pagina 332 5-1. MOBILITEIT Symbool Betekenis Symbool Betekenis VSC (Vehicle Stability Con- Extra accu: Dual Accumula- trol-systeem) tor System (DSS) Elektronica brandstofpom- Parkeerrem pregeling, NVLD-lekdetec- tie, gasgenerator voor aansluiting accubeveiliging, ontvanger afstandsbedie- Airconditioning ning De voorruit ontdooien en Openingssysteem elek- ontwasemen trisch bedienbare ruit Aanjagermotor, interieurven- Verwarming en airconditio- tilatie...
  • Pagina 333 5-1. MOBILITEIT Pechhulp Symbool Betekenis Controller (Toyota Supra Command) Uitrusting Elektrische ventilator (lucht- koeler), geregelde differen- tieelsper Dit hoofdstuk beschrijft alle stan- daard, landspecifieke en speciale uitrusting die beschikbaar is voor 12V-aansluiting, aansteker de modelserie. Er kunnen dan ook uitrusting en functies worden...
  • Pagina 334 Neem in dat geval wiel zwaarder. Hoewel de remmen en contact op met een erkende het stuurwiel nog wel kunnen worden Toyota-dealer of hersteller/repara- bediend, kost dit meer moeite dan teur of een andere naar behoren normaal. Zet de auto zo snel mogelijk gekwalificeerde en uitgeruste deskun- stil op een veilige plaats.
  • Pagina 335 Neem voor hulp mogelijk liggen terwijl de lucht- contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara- wegen open blijven. Als het teur of een andere naar behoren risico bestaat dat de auto...
  • Pagina 336 Storingen kunnen wellicht direct worden opgelost. Er kan ook contact worden opgeno- men met de pechhulpdienst via een voertuigmelding, zie blz. 153. Voorwaarden voor werking  Geactiveerd Toyota Supra Con- nect-contract.  Mobiele ontvangst.  De standby-modus is ingescha- keld.
  • Pagina 337 5-1. MOBILITEIT Om technische redenen kan in zeer Starten van pechhulp ongunstige omstandigheden moge- lijk geen noodoproep worden Via Toyota Supra Command: gedaan. “Connected Serv.” (extra dien- sten) Overzicht “Toyota Supra Assistance” (Toyota Supra-assistentie) “Roadside assistance” (hulp bij pech onderweg) Er wordt een spraakverbinding tot stand gebracht.
  • Pagina 338 30 seconden. Er wordt een voer- Handmatig activeren tuigmelding weergegeven. Laat het systeem controleren door Tik op de klep. een erkende Toyota-dealer of her- Houd de toets SOS ingedrukt steller/reparateur of een andere totdat de led in het gedeelte met naar behoren gekwalificeerde en de toets groen gaat branden.
  • Pagina 339 Toyota vragen worden gesteld die niet Automatisch activeren beantwoord worden, worden automa- tisch hulpdiensten ingeschakeld. Onder bepaalde omstandigheden Zelfs als u de alarmcentrale van Toyota wordt mogelijk automatisch een niet meer hoort via de luidsprekers, noodoproep geplaatst, bijvoor- hoort de alarmcentrale u mogelijk nog beeld direct na een ongeval dat zo steeds praten.
  • Pagina 340 5-1. MOBILITEIT door de klant, of door andere facto- Noodoproep (Rusland) ren waarop de verkoper, fabrikant of importeur van de auto geen invloed heeft. In overeenstemming Wettelijk vereiste met de van toepassing zijnde wet- noodoproep ten kunnen het automatische noodoproepsysteem en het auto- matische SOS-apparaat niet wor- den gedeactiveerd.
  • Pagina 341 Wacht, als de situatie het toelaat, in de De Toyota Supra Connect-functies auto totdat er een spraakverbinding tot zijn na de controle mogelijk gedu- stand is gebracht.
  • Pagina 342 Zorg ervoor dat de dimlichten niet onder de gewijzigde condities. worden ingeschakeld, bijvoorbeeld Laat het systeem controleren door door de automatische verlichting. een erkende Toyota-dealer of her- Voer de controle daarom uit als er steller/reparateur of een andere genoeg omgevingslicht is. naar behoren gekwalificeerde en...
  • Pagina 343 Als het slachtoffer ademha- Toyota-dealer of hersteller/repara- lingsproblemen heeft, neem dan teur of een andere naar behoren onmiddellijk contact op met een gekwalificeerde en uitgeruste des- arts.
  • Pagina 344 5-1. MOBILITEIT Schakel de motor van de andere Starthulp auto uit. Schakel alle elektrische verbrui- kers in beide auto's uit. Algemeen Starthulpaansluitingen Als de accu ontladen is, kan de motor met behulp van twee startka- bels worden gestart via de accu van een andere auto.
  • Pagina 345 Er bestaat een kans op ongevallen. Schakel voor het slepen sluiting van de tweede auto. alle Toyota Supra Safety-systemen uit. Sluit de tweede klem aan op de minpool van de accu of op een Automatische transmissie:...
  • Pagina 346 5-1. MOBILITEIT Duwen van de auto Veiligheidsaanwijzingen Om een stilgevallen auto uit een WAARSCHUWING gevaarlijk gebied te verwijderen Als het maximaal toelaatbare voer- kan hij over een korte afstand wor- tuiggewicht van de trekkende auto den geduwd. lager is dan dat van de te slepen auto, Rol of duw de auto, zie blz.
  • Pagina 347 Laat de oorzaak van de startproble-  Gebruik het sleepoog alleen voor men verhelpen door een erkende slepen op verharde wegen. Toyota-dealer of hersteller/repara- teur of een andere naar behoren  Voorkom kruisbelasting van het sleepoog, til de auto bijvoorbeeld gekwalificeerde en uitgeruste des- kundige.
  • Pagina 348 5-1. MOBILITEIT Algemene verzorging OPMERKING Bij het reinigen met een hogedrukreiniger kunnen diverse onderdelen beschadigd raken door de hoge druk of de hoge tem- Uitrusting peraturen. Er bestaat een kans op schade. Houd voldoende afstand en spuit niet te lang. Houd u aan de instructies Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard, voor de hogedrukreiniger.
  • Pagina 349 5-1. MOBILITEIT Week onzuiverheden zoals insecten- OPMERKING resten met shampoo en spoel ze af ● Klap de buitenspiegels in om schade met water. eraan te voorkomen. Verwijder ijs met een ontdooispray; ● Schakel de ruitenwissers en de gebruik geen ijskrabber. regensensor (indien aanwezig) uit om schade aan het ruitenwissersysteem te voorkomen.
  • Pagina 350  Was de auto met een spons of een erkende Toyota-dealer of herstel- zachte doek (bijv. een zeemlap). ler/reparateur of een andere naar  Verwijder hardnekkige vlekken...
  • Pagina 351 5-1. MOBILITEIT de poriën en plooien, waardoor OPMERKING behoorlijke slijtageplekken ontstaan ■ Aantasting van de lak en corrosie en het lederoppervlak sneller broos van de carrosserie en onderdelen wordt. (lichtmetalen velgen, enz.) voorko- Reinig en verzorg het leder ongeveer elke twee maanden om te voorkomen Houd u aan de volgende voorzorgs- maatregelen: dat het verkleurt, bijvoorbeeld door...
  • Pagina 352 5-1. MOBILITEIT Rubber onderdelen die sterk aan Verzorging van speciale slijtage onderhevig zijn, moeten onderdelen regelmatig worden behandeld met verzorgingsproducten voor rubber. Gebruik geen verzorgingsproduc- Lichtmetalen velgen ten op siliconenbasis voor het behandelen van rubber afdichtin- Gebruik bij het reinigen van de wielen gen, anders kunnen deze bescha- terwijl ze op de auto zijn gemonteerd digd raken en geluiden...
  • Pagina 353 Ga voor meer informatie wordt. naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • Pagina 354 5-1. MOBILITEIT...
  • Pagina 355 REFERENTIE 6-1. REFERENTIE Technische gegevens ..356 Verklaring......360...
  • Pagina 356 Dit erkende Toyota-dealer of herstel- geldt ook voor functies en syste- ler/reparateur of een andere naar men met betrekking tot veiligheid.
  • Pagina 357 6-1. REFERENTIE Gewichten SZ-uitvoering Ledig gewicht, rijklaar, met 75 kg (165 lb) belading, tank 90% vol, geen extra kg (lb) 1.465 (3.230) opties Toegestaan totaalgewicht kg (lb) 1.690 (3.726) Belading kg (lb) 300 (661) Belastinglimiet vooras kg (lb) 825 (1.819) Belastinglimiet achteras kg (lb) 905 (1.995)
  • Pagina 358 6-1. REFERENTIE RZ-uitvoering (Korea) Belading kg (lb) 318 (701) Belastinglimiet vooras kg (lb) 865 (1.907) Belastinglimiet achteras kg (lb) 960 (2.116) Vulcapaciteit Brandstoftank, ongeveer. Liter (gal) 52,0 (11,4) Zie blz. 307 voor meer informatie over de brandstofkwaliteit. Motor SZ-uitvoering Uitvoering B48B20O1 Cilinders Kleppen p.
  • Pagina 359 6-1. REFERENTIE SZ-R-uitvoering Maximale snelheid km/h (mph) 250 (155,3) 400 Nm/1.550 - Maximaal koppel 4.400 omw/min 190 kW/5.000 - Maximaal vermogen 6.500 omw/min RZ-uitvoering Uitvoering B58B30M1 Cilinders Kleppen p. cil. Slag mm (in.) 94,6 (3,7) Boring mm (in.) 82 (3,2) Cilinderinhoud cm3 (cu.in.) 2.998 (182,9)
  • Pagina 360 De onderdelen op radiobasis van deze auto zijn in overeenstemming met de basisvereisten en de ove- rige relevante bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU. Ga voor meer informatie naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara- teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des- kundige.
  • Pagina 361 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 362 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 363 6-1. REFERENTIE Antenne en versterker...
  • Pagina 364 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 365 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 366 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 367 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 368 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 369 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 370 6-1. REFERENTIE Body Domain Controller...
  • Pagina 371 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 372 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 373 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 374 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 375 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 376 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 377 6-1. REFERENTIE Radarsensor voor...
  • Pagina 378 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 379 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 380 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 381 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 382 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 383 6-1. REFERENTIE Hoofdeenheid...
  • Pagina 384 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 385 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 386 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 387 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 388 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 389 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 390 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 391 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 392 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 393 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 394 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 395 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 396 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 397 6-1. REFERENTIE Geïntegreerde universele afstandsbediening...
  • Pagina 398 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 399 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 400 6-1. REFERENTIE LTE-compensator...
  • Pagina 401 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 402 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 403 6-1. REFERENTIE Mid Range Radar...
  • Pagina 404 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 405 6-1. REFERENTIE NFC-lezer...
  • Pagina 406 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 407 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 408 6-1. REFERENTIE Ontvanger audiomodule...
  • Pagina 409 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 410 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 411 6-1. REFERENTIE Afstandsbediening...
  • Pagina 412 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 413 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 414 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 415 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 416 6-1. REFERENTIE Radarsensor opzij...
  • Pagina 417 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 418 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 419 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 420 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 421 6-1. REFERENTIE Smart entry-systeem...
  • Pagina 422 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 423 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 424 6-1. REFERENTIE Telematicacommunicatie-...
  • Pagina 425 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 426 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 427 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 428 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 429 6-1. REFERENTIE Bandenspannings- bewakingssysteem...
  • Pagina 430 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 431 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 432 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 433 6-1. REFERENTIE Zender/ontvanger...
  • Pagina 434 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 435 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 436 6-1. REFERENTIE Tv-module...
  • Pagina 437 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 438 6-1. REFERENTIE Draadloos opladen...
  • Pagina 439 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 440 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 441 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 442 6-1. REFERENTIE...
  • Pagina 443 Index Alfabetische index ....444...
  • Pagina 444 Apparaten, beheren ......72 Stop & Go (ACC) ......225 Apple CarPlay, verbinding Adaptive Variable maken met de auto.......70 Suspension-systeem ....249 Aquaplaning ........269 Additieven, motoroliesoorten..311 Asbelasting, gewicht ....357 Afmetingen........356 Assistentiesystemen met camera's, Afstandsbediening ......50 zie Toyota Supra Safety .....192...
  • Pagina 445 Bediening via de controller....52 zie Adaptive Cruise Control ..225 Bediening via het touchscreen..54 Automatische noodoproep..339 Bedieningsmenu's, Automatische ontgrendeling..91 zie Toyota Supra Command ..47 Automatische parkeerfunctie, Bedieningsprincipe buitenspiegel ......106 Toyota Supra Command ....47 Automatische transmissie... 143 Bekerhouder........261 Automatische vergrendeling ..
  • Pagina 446 Alfabetische index Bochtverlichting ......174 Compact wiel, zie Boordmonitor, zie Regeldisplay..50 Noodreservewiel......303 Brake Assist........216 Compressor........286 Brake Assist, Adaptive....216 Condensvorming als Brandblusser ........ 343 de auto geparkeerd is ....271 Brandstof ........307 Condition Based Service (CBS) ..315 Brandstof besparen...... 272 Contour rugleuning, zie Brandstof, inhoud lendensteun ........99...
  • Pagina 447 Alfabetische index Dimbare buitenspiegel ....106 Flankbescherming Dimlicht ......... 172 zonder Surround View ....240 Dimlicht, zie Automatic High Fleshouder, zie Bekerhouder..261 Beam-systeem......174 Foutmelding, Displays......... 151 zie Voertuigmeldingen ....152 Displays en symbolen...... 4 Foutweergave, Displays, schermen...... 354 zie Voertuigmeldingen ....152 Doorrijden met een lekke band ...
  • Pagina 448 Alfabetische index Head-up display, standaard Inrijden remschijven, weergave........169 zie Remsysteem ......267 Head-up display, verzorging..354 Inschakelen, airbags ....188 Head-up display, Instelbare snelheidslimiet, zie Geheugenfunctie ....107 zie Handbediende Heet uitlaatsysteem...... 267 snelheidsbegrenzer....220 Helderheid, regeldisplay ....64 Instellingen op het regeldisplay ..61 Helling af rijden ......
  • Pagina 449 Alfabetische index Kleinste draaicirkel ...... 356 Lekke band, doorrijden ....297 Klembeveiliging, ruiten ....95 Lekke band, wiel verwisselen..299 Knie-airbag........180 Lekke band, zie Bandenspan- Knooppuntwaarschuwing, ningscontrolesysteem ....290 zie Waarschuwing Lendensteun ........99 kop-staartbotsing met functie Lichten vervangen, zie voor licht afremmen....194 Lampen en lichten ......327 Knop, starten/stoppen ....
  • Pagina 450 Alfabetische index Menu, instrumentenpaneel, Noodhulp, zie Pechhulp ....337 zie Keuzelijsten ......163 Noodontgrendeling, Microfilter ........255 tankdopklep ........277 Middenconsole ....... 42 Noodremfunctie bij het Minimale profieldiepte loopvlak, parkeren, Parking Sensors banden ........281 met noodremfunctie ....240 Mistachterlicht ......176 Noodreservewiel ......303 Mistachterlicht, zie Lampen en NORMAL, zie lichten..........
  • Pagina 451 Persoonlijke instellingen, zie Reset, bandenspannings- Bestuurdersprofielen....86 controlesysteem (TPM) ....294 Persoonlijke Rij-informatie, algemeen ....267 voorkeursinstellingen, zie Rij-informatie, inrijden....266 SPORT-modusschakelaar ..149 Rijassistentie, Petrol ..........307 zie Toyota Supra Safety .....192 Plaats voor kinderen ....110 Richtingaanwijzer, Plaatsen kinderzitje ...... 111 controlelampje......156...
  • Pagina 452 Rijden op circuits ......271 zie SPORT-modusschakelaar..149 Riemen, zie Sjorogen in de Schakelaars elektrische bagageruimte......263 ruitbediening.........94 Rijhulp, zie Schakelaars ruitbediening .....94 Toyota Supra Safety....192 Schakelaars, zie Cockpit....40 Rijmodus, Schakeladvieslampjes, zie SPORT-modusschakelaar..149 toerenteller........157 Rijmogelijkheden in Schakelen, zie Automatische noodsituaties, banden ....
  • Pagina 453 Toetsen voor directe selectie, Startknop........134 zie Voorkeuzetoetsen ....57 Status auto ........168 Totaal gewicht, toegestaan ..357 Status regeldisplay, banden ..292 Touchscreen........54 Status van de handleiding ....5 Touchscreen, zie Bediening Statusinformatie, Toyota Supra via het touchscreen......54 Command........48...
  • Pagina 454 Vertrektijd, onafhankelijke Veiligheidssystemen, ventilatie........257 zie Airbags ........179 Vervangen van de Veiligheidssystemen, ruitenwisserbladen.....326 zie Toyota Supra Safety ..... 192 Vervangen van lampen, Velgen, vervangen ......282 zie Lampen en lichten ....327 Velgenreiniger, lichtmetalen Vervangen van leds, velgen.......... 353 zie Lampen en lichten ....327...
  • Pagina 455 Voor het bijvullen te gebruiken Waarschuwing kruisend verkeer.........246 motoroliesoorten......311 Waarschuwingslampje Voorkeuzetoetsen, lekke band, TPM ......294 Toyota Supra Command ....57 Waarschuwingsmeldingen, Voorkomen van een aanrijding zie Voertuigmeldingen ....152 van achteren ....... 211 Wassen, auto.........349 Voorkomen van vals alarm .... 93 Wassysteem ........349...
  • Pagina 456 Alfabetische index Weergave koppel, zie Sportieve weergave....167 Weergave onderhoudsinterval, zie Onderhoudsvereisten ..159 Weergave op voorruit, zie Head-up display....169 Weergave vermogen, zie Sportieve weergave....167 Wegklapstand van ruitenwissers voor ..... 142 Wegrijassistent ......216 Wegrijassistent, zie VSC....216 Wegslepen........