Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
1
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand kan ook worden ingesteld door de afstandsrege-
ling te bedienen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
2
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlichten gaan
dan branden). Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om
een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderings-
waarschuwing.
Voorbeeld van acceleratie
3
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
355
4