■
De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
●
Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
●
Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
●
Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■
Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aan-
wezig)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
■
Als de initialisatie van het waarschuwingssysteem bandenspanning mis-
lukt is (auto's met waarschuwingssysteem bandenspanning)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te
slaan mislukken, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●
Als de resetschakelaar voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem
wordt ingedrukt, knippert het waarschuwingslampje niet 3 keer en verschijnt
de melding voor het instellen niet op het multi-informatiedisplay.
●
Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■
Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en zenders van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de winterbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificatiecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor informatie over het wijzigen van de identificatiecodes contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
543
6