*
1
*
1
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing
in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uit-
gaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*
2
: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
Controlelampje veiligheidsgordel bestuurder
en voorpassagier
Controlelampje achterpassagiersgordel
Centraal waarschuwingslampje
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
(indien aanwezig)
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwijzers
Controlelampje achterlicht
Waarschuwingslampje parkeerrem
Controlelampje grootlicht
Controlelampje mistlampen voor
Controlelampje mistachterlicht
2. Instrumentenpaneel
Bladzijde
Bladzijde
113
Blz. 591
Blz. 591
Blz. 591
2
Blz. 591
Blz. 274
Blz. 276
Blz. 275
Blz. 277
Blz. 285
Blz. 285