46
1-1. Voor een veilig gebruik
■
Omstandigheden waarbij de SRS-airbags geactiveerd kunnen worden,
anders dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de curtain airbags kunnen ook geacti-
veerd worden bij zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeel-
ding voor een aantal voorbeelden.
●
Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
●
In of over een diepe kuil rijden
●
Hard neerkomen
■
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden
(airbags voor)
Het airbagsysteem vóór treedt over het algemeen niet in werking bij aanrijdin-
gen van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale
aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voor-
waartse deceleratie veroorzaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
●
Aanrijding van opzij
●
Aanrijding van achteren
●
Over de kop slaan