540
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
■
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
1
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
2
den. (→Blz. 667)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
3
Wijzig het multi-informatiedisplay naar het scherm
4
(→Blz. 152)
Kies "Vehicle Settings" (voertuiginstellingen) op het scherm
5
.
Druk op
6
tenpaneel, selecteer het scherm TPMS en houd vervolgens
ingedrukt.
Wanneer de initialisatie is
7
voltooid, wordt er een mel-
ding weergegeven op het
multi-informatiedisplay
gaat
het
lampje
ning branden.
◆
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
of
van de bedieningstoets van het instrumen-
waarschuwings-
lage
bandenspan-
en
.
Until Complete