36
1-1. Voor een veilig gebruik
■
Blokkeerautomaat
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■
Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik
door volwassenen.
●
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (→Blz. 54)
●
Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te
dragen, dient u de aanwijzingen voor het gebruik van de veiligheidsgordel
op te volgen. (→Blz. 34)
■
Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor vol-
gende aanrijdingen.
■
Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem
dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het ver-
vangen of plaatsen van veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij plot-
seling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig
letsel.
■
Dragen van een veiligheidsgordel
●
Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
●
Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
●
Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon gebruikt worden.
Gebruik geen veiligheidsgordel voor twee personen tegelijk, ook niet als
de tweede persoon een kind is.
●
Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen en altijd op
de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels en het baby- of kin-
derzitje.
●
Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.
●
Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
●
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heupen.