430
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijd recht vooruit en blijf
2
daarbij parallel aan de weg of
stoeprand. Laat een ruimte
van ongeveer 1 m tussen uw
auto
en
auto's.
● Rijd langzaam.
● Het systeem begint een
parkeerplaats te zoeken.
● Tijdens het zoeken naar
een parkeerplaats kan de
richtingaanwijzerschake-
laar (→Blz. 274) worden
bediend om een parkeer-
plaats links of rechts te
selecteren.
● Wanneer u de functie wilt
uitschakelen,
eenmaal op de toets van
de S-IPA.
● Wanneer
plaats is gesignaleerd, wij-
zigt het scherm.
de
geparkeerde
druk
dan
een
parkeer-
1 m