270
4-2. Rijprocedures
■
Schakelstanden
●
Wanneer het contact UIT staat, kan de schakelstand niet worden gewijzigd.
●
Wanneer het contact AAN staat (het hybridesysteem werkt niet), kan de
schakelstand alleen worden gewijzigd in N. De schakelstand wordt gewij-
zigd in N, zelfs wanneer de selectiehendel in stand D of R wordt gezet en
gehouden.
●
Wanneer het controlelampje READY brandt, kan de schakelstand worden
gewijzigd van P in D, N of R.
●
Wanneer het controlelampje READY knippert, kan de schakelstand niet
vanuit P in een andere stand worden gezet, ook al wordt de selectiehendel
bediend. Wacht totdat het controlelampje READY na het knipperen blijft
branden en bedien vervolgens de selectiehendel nogmaals.
●
De schakelstand kan alleen vanuit D rechtstreeks gewijzigd worden naar B.
Als bovendien wordt getracht om de schakelstand te wijzigen door de
selectiehendel in een andere stand te zetten of op de schakelaar stand P te
drukken in één van de volgende situaties, klinkt er een zoemer en is schake-
len niet meer mogelijk of wordt de schakelstand automatisch gewijzigd naar
N. Selecteer in dat geval een geschikte schakelstand.
●
Situaties waarbij schakelen niet mogelijk is:
• Als wordt getracht om vanuit P een andere stand in te schakelen door de
selectiehendel te bewegen zonder dat het rempedaal wordt ingetrapt.
• Als wordt getracht om de selectiehendel vanuit stand P of N in stand B te
zetten.
●
Situaties waarbij de schakelstand automatisch gewijzigd wordt naar N:
• Wanneer op de schakelaar voor stand P wordt gedrukt terwijl de auto
*
1
rijdt.
• Als wordt getracht de selectiehendel in stand R te zetten terwijl de auto
vooruitrijdt.
• Als wordt getracht de selectiehendel in stand D te zetten terwijl de auto
achteruitrijdt.
• Als wordt getracht om de selectiehendel vanuit stand R in stand B te zetten.
*
1
: De schakelstand verandert mogelijk in P wanneer met zeer lage snelheid
wordt gereden.
*
2
: De schakelstand verandert mogelijk in R als met lage snelheid wordt
gereden.
*
3
: De schakelstand verandert mogelijk in D als met lage snelheid wordt
gereden.
●
Als tijdens het rijden met een bepaalde snelheid stand N wordt geselec-
teerd, ook al is de selectiehendel niet in stand N gezet, wordt toch schakel-
stand N ingeschakeld. In dit geval klinkt de zoemer en wordt er een
bevestiging weergegeven op het multi-informatiedisplay om de bestuurder
te informeren dat de schakelstand is gewijzigd in stand N.
*
2
*
3