Willekeurige binnenkomst in het programma
(regelsprong)
De functie SPRING NAAR REGEL N moet door de
machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Raadpleeg het machinehandboek.
Met de functie SPRING NAAR REGEL N (regelsprong) kan een bewer-
kingsprogramma vanaf een vrij te kiezen regel N afgewerkt worden.
De werkstukbewerking tot aan deze regel wordt door de TNC mee-
berekend. De TNC kan de bewerking grafisch weergeven.
Wanneer een programma met een INTERNE STOP afgebroken wordt,
dan biedt de TNC automatisch regel N waarin het programma onder-
broken werd, als startpunt aan.
De regelsprong mag niet in een onderprogramma begin-
nen.
Alle benodigde programma's, tabellen en palletsbestan-
den moeten in een programma-afloop-werkstand gekozen
zijn (status M).
Als het programma tot het einde van de regelsprong een
geprogrammeerde onderbreking bevat, dan wordt daar de
regelsprong onderbroken. Om de regelsprong voort te zet-
ten, moet de externe START-toets ingedrukt worden.
Na een regelsprong wordt het gereedschap met de functie
POSITIE BENADEREN naar de bepaalde positie verplaatst.
Voor de TNC 426, TNC 430 geldt bovendien:
Via machineparameter 7680 wordt vastgelegd of de regel-
sprong bij geneste programma's in regel 0 van het hoofd-
programma of in regel 0 van het programma waarin de pro-
gramma-afloop het laatst onderbroken werd, begint.
Met de softkey 3D AAN/UIT wordt vastgelegd of de TNC
bij gezwenkt bewerkingsvlak in het gezwenkte of niet-
gezwenkte systeem moet benaderen.
Wanneer de regelsprong in een pallettabel moet worden
toegepast, kies dan eerst met de pijltoetsen in de pallet-
tabel het programma dat u wilt openen en kies dan direct
de softkey REGELSPRONG NAAR REGEL N.
380
11 Programmatest en programma-afloop