NULPUNT-verschuiving (cyclus G54)
Met de NULPUNTVERSCHUIVING kunnen bewerkingen op willekeu-
rige plaatsen van het werkstuk herhaald worden.
Werking
Na een cyclusdefinitie NULPUNTVERSCHUIVING zijn alle ingegeven
coördinaten aan het nieuwe nulpunt gerelateerd. De verschuiving in
elke as toont de TNC in het extra statusvenster. Er mogen ook rotatie-
assen worden ingegeven.
8
Verschuiving: coördinaten van het nieuwe nulpunt
ingeven; absolute waarden zijn gerelateerd aan het
werkstuknulpunt, dat door het "referentiepunt vast-
leggen" is vastgelegd; incrementele waarden zijn
altijd gerelateerd aan het laatst geldende nulpunt – dit
kan reeds verschoven zijn
Extra voor TNC 410:
8
REF: softkey REF indrukken, dan is het geprogram-
meerde nulpunt aan het machinenulpunt gerelateerd.
De TNC duidt in dit geval de eerste cyclusregel aan
met REF.
Terugzetten
De nulpuntverschuiving met de coördinatenwaarden X=0, Y=0 en Z=0
heft een nulpuntverschuiving weer op.
Grafische weergave (niet bij TNC 410)
Wanneer na een nulpuntverschuiving een nieuw ruwdeel geprogram-
meerd wordt, kan via de machineparameter 7310 besloten worden, of
het ruwdeel aan het nieuwe of aan het oude nulpunt gerelateerd moet
worden. Bij het bewerken van meerdere delen kan de TNC daardoor
elk deel afzonderlijk grafisch weergeven.
Statusweergaven
De grote positieweergave is gerelateerd aan het actieve (verscho-
ven) nulpunt
Alle in de additionele statusweergave getoonde coördinaten (posi-
ties, nulpunten) zijn gerelateerd aan het handmatig vastgelegde
referentiepunt
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Z
Z
Y
Y
Z
Y
Voorbeeld: NC-regels
N72 G54 G90 X+25 Y-12,5 Z+100 *
...
N78 G54 G90 REF X+25 Y-12,5 Z+100 *
X
X
X
295