Cirkelmiddelpunt I, J
Van cirkelbanen die met behulp van de functies G02/G03 geprogram-
meerd worden, kan het middelpunt worden vastgelegd. Daartoe
moeten de rechthoekige coördinaten van het cirkelmiddelpunt inge-
geven worden of
wordt de laatst geprogrammeerde positie overgenomen of
worden de coördinaten met de toets „ACTUELE POSITIE OVERNE-
MEN" overgenomen.
Programmering
8
Coördinaten voor het cirkelmiddelpunt ingeven of
Om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: G29 ingeven
_¦pp*FFd=FVFd
N50 I+25 J+25 *
of
N10 G00 G40 X+25 Y+25 *
N20 G29 *
De programmaregels N10 en N20 hebben geen betrekking op de
afbeelding.
Geldigheid
Het cirkelmiddelpunt geldt totdat een nieuw cirkelmiddelpunt wordt
geprogrammeerd. Een cirkelmiddelpunt kan ook voor de additionele
assen U, V en W vastgelegd worden.
Cirkelmiddelpunt I, J incrementeel ingeven
Een incrementeel ingegeven coördinaat voor het cirkelmiddelpunt is
altijd gerelateerd aan de laatst geprogrammeerde gereedschapsposi-
tie.
Met I en J wordt een positie als cirkelmiddelpunt geken-
merkt: het gereedschap verplaatst zich niet naar deze
positie.
Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor poolcoördina-
ten.
Wanneer parallelle assen als pool gedefinieerd moeten
worden, drukt u eerst op toets I (J) op het ASCII-toetsen-
bord en vervolgens op de oranje astoets van de desbetref-
fende parallelle as.
130
Z
Y
J
6 Programmeren: contouren programmeren
X
I