Precisiestop op hoeken met niet-tangentiale
overgangen: M134 (niet bij TNC 410)
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap bij positioneringen met rotatie-
assen zo, dat op niet tangentiale contourovergangen een overgangs-
element wordt tussengevoegd. De contourovergang is afhankelijk van
de versnelling, de schok en de vastgelegde tolerantie van de contou-
rafwijking.
De standaardinstelling van de TNC kan met machinepara-
meter 7440 zo worden veranderd, dat bij de keuze van een
programma M134 automatisch actief wordt, zie „Alge-
mene gebruikerparameters", bladzijde 422.
Instelling met M134
De TNC verplaatst het gereedschap bij positioneringen met rotatie-
assen zo, dat op niet tangentiale contourovergangen een precisiestop
wordt uitgevoerd.
Werking
M134 wordt werkzaam aan het begin van de regel, M135 aan het
einde van de regel.
M134 wordt met M135 teruggezet. Wanneer in een programma-
afloop-werkstand een nieuw programma gekozen wordt, wordt door
de TNC M134 eveneens opgeheven.
Keuze van zwenkassen: M138
(niet bij TNC 410)
Standaardinstelling
De TNC houdt bij de functies M114, M128 en bewerkingsvlak zwen-
ken rekening met de zwenkassen die uw machinefabrikant in
machineparameters heeft vastgelegd.
Instelling met M138
Bij de hierboven genoemde functies houdt de TNC alleen rekening
met de zwenkassen die met M138 zijn vastgelegd.
Werking
M138 wordt werkzaam aan het begin van de regel.
M138 kan worden teruggezet, door M138 opnieuw te programmeren
zonder dat zwenkassen worden ingegeven.
NC-voorbeeldregels
Voor de bovengenoemde functies alleen rekening houden met zwen-
kas C:
G00 G40 Z+100 M138 C *
170
7 Programmeren: additionele functies