8
Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
gereedschapspunt (startpositie) – werkstukoppervlak
8
Boordiepte Q201 (incrementeel): afstand werkstu-
koppervlak – einde van de draad
8
Spoed Q239:
spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of
linkse draad vast:
+= rechtse draad
–= linkse draad
8
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut): coördin-
aat werkstukoppervlak
8
Lengte van de 2e veiligheidsafstand Q204 (incre-
menteel): coördinaat spilas waarin botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting) uitges-
loten is
Gereedschap terugtrekken bij een programma-onderbreking
Als tijdens het schroefdraad snijden de externe stoptoets wordt inge-
drukt, toont de TNC de softkey HANDMATIG TERUGTREKKEN. Wan-
neer HANDMATIG TERUGTREKKEN wordt ingedrukt, kan het gereed-
schap gestuurd teruggetrokken worden. Druk daarvoor op de
positieve asrichtingstoets van de actieve spilas.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Voorbeeld: NC-regel
N26 G207 Q200=2 Q201=-20 Q239=+1
Q203=+25 Q204=50 *
203