Cyclus oproepen
Voorwaarden
Voor een cyclusoproep in ieder geval het volgende pro-
grammeren:
G30/G31 voor de grafische weergave (alleen vereist
voor testgrafiek)
Gereedschapsoproep
rotatierichting spil (additionele functie M3/M4)
Cyclusdefinitie
Let ook op de andere voorwaarden die bij de navolgende
cyclusbeschrijvingen vermeld worden.
Onderstaande cycli werken vanaf hun definitie in het bewerkingspro-
gramma. Deze cycli kunnen en mogen niet opgeroepen worden:
de cycli G220 Puntenpatroon op cirkel en G221 Puntenpatroon op
lijnen
de SL-cyclus G14 CONTOUR
de SL-cyclus G20 CONTOURGEGEVENS (niet bij TNC 410)
cyclus G62 TOLERANTIE (niet bij TNC 410)
cycli voor coördinatenomrekening
de cyclus G04 STILSTANDSTIJD
Alle overige cycli roept u op volgens onderstaande omschrijving.
1 Wanneer de cyclus na de laatst geprogrammeerde regel eenmaal
moet worden uitgevoerd, programmeer dan de cyclusoproep met
de additionele functie M99 of met G79:
2 Wanneer de cyclus na elke positioneerregel automatisch uitgevo-
erd moet worden, programmeer dan de cyclusoproep met M89
(afhankelijk van machineparameter 7440).
3 Alleen bij TNC 410: wanneer de TNC de cyclus op alle in een pun-
tentabel vastgelegde posities moet uitvoeren, maak dan gebruik
van de functie G79 PAT (zie „Puntentabellen (alleen bij TNC 410)"
op bladzijde 178)
Om de werking van M89 op te heffen, moet het volgende geprogram-
meerd worden:
M99 of
G79 of
een nieuwe cyclus
176
8 Programmeren: cycli