12.1 MOD-functie kiezen
Via de MOD-functies kunnen additionele weergaven en ingavemoge-
lijkheden gekozen worden. Welke MOD-functies beschikbaar zijn,
hangt van de gekozen werkstand af.
MOD-functies kiezen
Werkstand kiezen, waarin u MOD-functies wilt veranderen.
8
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken. Afbeel-
ding rechtsboven: MOD-functie bij de TNC 410.
Afbeelding midden rechts en rechtsonder: MOD-
functie bij de TNC 426, TNC 430 voor programma Pro-
grammeren/bewerken en Programmatest, afbeelding
op volgende bladzijde: MOD-functie in een machine-
werkstand
Instellingen veranderen
8
MOD-functie in het getoonde menu d.m.v. de pijltoetsen kiezen
Voor het veranderen van een instelling, zijn – afhankelijk van de geko-
zen functie - drie mogelijkheden beschikbaar:
Getalwaarde direct ingeven, b.v. bij het vastleggen van de begrenz-
ing van het verplaatsingsbereik
Instelling veranderen door het indrukken van de ENT-toets, b.v. bij
het vastleggen van de programma-ingave
Instelling veranderen via een keuzevenster (niet bij TNC 410). Wan-
neer meerdere instelmogelijkheden beschikbaar zijn, kan door het
indrukken van de toets GOTO een venster worden getoond, waarin
alle instelmogelijkheden met één oogopslag te zien zijn. Kies de
gewenste instelling direct door het indrukken van het overeenkom-
stige getal (links van de dubbele punt), of met de pijltoets gevolgd
door de ENT-toets. Wanneer de instelling niet veranderd moet wor-
den, sluit dan het venster met de END-toets.
MOD-functies verlaten
8
MOD-functie beëindigen: softkey END of END-toets indrukken
Overzicht MOD-functies TNC 426, TNC 430
Afhankelijk van de gekozen werkstand kunnen onderstaande verande-
ringen uitgevoerd worden:
Programmeren/bewerken:
verschillende softwarenummers tonen
sleutelgetal ingeven
interface instellen
eventueel Machinespecifieke gebruikerparameters
eventueel HELP-bestanden weergeven
388
12 MOD-functies