Lengte L met een voorinstelapparaat bepalen
Geef vervolgens de vastgestelde waarde direct in de gereedschapsde-
finitie G99 of in de gereedschapstabel in.
Gereedschapsradius R
De gereedschapsradius R wordt direct ingegeven.
Deltawaarden voor lengten en radiussen
Deltawaarden duiden afwijkingen voor lengte en radius van gereedsc-
happen aan.
Een positieve deltawaarde staat voor een overmaat (DL, DR>0). Bij
een bewerking met overmaat wordt de waarde voor de overmaat bij
het programmeren van de gereedschapsoproep met T ingegeven.
Een negatieve deltawaarde betekent een ondermaat (DL, DR<0). Een
ondermaat wordt in de gereedschapstabel voor slijtage van een
gereedschap ingegeven.
Deltawaarden worden als getalswaarden ingegeven, in een T-regel
kan de waarde ook met een Q-parameter worden ingegeven.
In te geven bereik: deltawaarden mogen max. ± 99,999 mm zijn.
Gereedschapsgegevens in het programma
ingeven
Nummer, lengte en radius voor een bepaald gereedschap worden in
het bewerkingsprogramma eenmaal in een regel G99 vastgelegd:
8
Gereedschapsdefinitie kiezen. Met ENT-toets bevesti-
99
gen
8
Gereedschapsnr. ingeven: met het gereedschapsnr.
een gereedschap eenduidig kenmerken.
8
Gereedschapslengte ingeven: correctiewaarde voor
de lengte.
8
Gereedschapsradius ingeven.
Tijdens de dialoog kan de waarde voor de lengte direct in
het dialoogveld worden overgenomen.
TNC 426, TNC 430:
Toets "Actuele positie overnemen" indrukken. Let er daar-
bij op, dat de gereedschapsas in de statusweergave
gemarkeerd is.
TNC 410:
softkey ACT. POS. Z indrukken.
Voorbeeld NC-regel:
N40 G99 T5 L+10 R+5 *
100
R
L
DR>0
DL<0
DL>0
5 Programmeren: gereedschappen
R
DR<0