Het programma kan worden opgeroepen met
G79 (afzonderlijke regel) of
M99 (regelgewijs) of
M89 (wordt na elke positioneerregel uitgevoerd)
Voorbeeld: programma-oproep
Vanuit een programma moet een via cyclus oproepbaar programma 50
opgeroepen worden.
SPILORIENTATIE (cyclus G36)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant voor-
bereid zijn.
De TNC kan de hoofdspil van een gereedschapsmachine aansturen en
in een door een hoek bepaalde positie roteren.
De spiloriëntatie is b.v. nodig
bij gereedschapswisselsystemen met bepaalde wisselpositie voor
het gereedschap
voor het uitrichten van zend- en ontvangstvensters van 3D-tastsy-
stemen met infrarood-overdracht
Werking
De in de cyclus gedefinieerde hoekpositie positioneert de TNC door
het programmeren van M19 of M20 (machine-afhankelijk).
Wanneer M19 of M20 wordt geprogrammeerd, zonder dat daarvoor
cyclus G36 is gedefinieerd, dan positioneert de TNC de hoofdspil op
een hoekwaarde, die in een machineparameter is vastgelegd (zie
machinehandboek).
8
Oriëntatiehoek: hoek gerelateerd aan de hoekreferen-
tie-as van het bewerkingsvlak ingeven
In te geven bereik 0 t/m 360°
Ingavefijnheid: 0,001°
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Z
Y
Voorbeeld: NC-regel
N76 G36 S25*
X
313